Presidentsverkiezingen Turkije naderen onder dreiging van crisis in Irak
• 23-06-2014
• leestijd 7 minuten
ISIS wordt door Ankara min of meer de hand boven het hoofd gehouden
Mijn vorige artikel sloot ik af met de constatering dat de in Turkije regerende Partij voor Gerechtigheid en Democratie (AKP) voorbijging aan waarschuwingen over de inval bij het Turkse consulaat in de Noord-Iraakse stad Mosul door de Islamitische staat voor Irak en Levant (ISIS). De volgende dag namen deze terroristen de in het consulaat werkzame diplomaten en militairen in gijzeling. Precaire omstandigheden voorafgaand aan de presidentsverkiezingen in Turkije over anderhalve maand.
Censuur Ondertussen zijn we bijna twee weken verder en worden de gijzelaars nog altijd vastgehouden. ISIS wist zelfs nog vijftien andere Turken in gijzeling te nemen. Wat de AKP-regering onderneemt om hen vrij te krijgen is onduidelijk, wat niet in de laatste plaats komt omdat de media een verbod opgelegd kregen tot berichtgeving in deze. De internationale journalistenorganisatie Reporters without borders noemde dat censuur.
Dat mediaverbod kwam er officieel om de gijzelaars te beschermen, maar en passant blijft het falende buitenlandbeleid van de AKP zo geriefelijk buiten beschouwing. Laat er echter geen twijfel over bestaan dat de ontstane situatie een direct gevolg is van de Turkse bemoeienissen in Syrië. Daar steunde de AKP immers tegen al-Assad strijdende jihadisten, die zich uiteindelijk tegen Turkije keerden toen een open oorlog tegen de regering in Damascus uitbleef.
Een van de eerste gevolgen was de desastreuze aanslag vorig jaar in de aan de Syrische grens gelegen stad Reyhanli. Daarna volgden meer aanslagen op Turkse doelen en uiteindelijk dan de gijzeling van consulaatpersoneel in Mosul.
Columnisten van de AKP-gezinde krant Yeni Akit geven er hun eigen draai aan. Voor hen gaan achter ISIS de VS schuil, wat past binnen hun theorie over de grote wereldsamenzwering tegen Turkije die op gang kwam sinds het daar zo enorm goed gaat.
Buitenlandminister Davutoglu houdt het op een (stille) alliantie tussen ISIS en al-Assad. Daar valt, hoe bizar het ook klinkt, nog iets voor te zeggen ook gezien de gemeenschappelijke vijand al-Nusra. Erg overzichtelijk wordt het zo in ieder geval niet. Sterker, de tegenstrijdigheden vliegen je om de oren. Zeker als blijkt dat de Syrische Koerden de AKP er begin deze maand nog van beschuldigden ISIS te steunen.
Ankara ontkent steun aan wat voor jihadistische beweging dan ook, dus ook aan ISIS. Mijn interesse werd gewekt door een onderminister van Buitenlandse Zaken. Die zei dat de ongelukkige Turken in Mosul niet worden gegijzeld, maar slechts worden ‘vastgehouden’. Het ontbrak er nog aan dat ze volgens hem te gast zijn bij ISIS. Zo wordt ISIS alsnog min of meer de hand boven het hoofd gehouden. Godvruchtige soennieten onder elkaar?
Je zou kunnen zeggen dat ISIS daar iets anders over denkt. Dat de AKP daar als een stel westerse ongelovigen wordt beschouwd. Al is het maar omdat Erdogan vrouwen een hand geeft, een stropdas draagt en geen baard heeft. Staat tegenover dat de baardmansen van ISIS nogal praktisch zijn ingesteld. Als ze willen voetballen en ze hebben geen bal, dan nemen ze gewoon een afgehakt hoofd. Dus wie weet komen de gijzelaars wel kort voor de presidentsverkiezingen in Turkije vrij, zodat Erdogan alle eer naar zich toe kan trekken. Zou hem goed uitkomen. Als we de geruchtenmolen mogen geloven kan hij namelijk wel een opsteker gebruiken.
Stemmenverlies Een tijdje geleden kwam uit opiniepeilingen al naar voren dat onder AKP-stemmers twijfels bestaan over het Syrië-beleid van de regering. Dat had vooralsnog geen consequenties, maar boze tongen beweren dat Erdogan recentelijk peilingen uit liet voeren waaruit bleek dat de AKP naar 33 procent van de stemmen is gedaald. Dat wil zeggen, tien procent minder dan bij de laatste verkiezingen op 30 maart.
Met dat vermeende stemmenverlies werd een poging gedaan om te verklaren waarom Erdogan zich nog altijd niet officieel kandidaat heeft gesteld voor de presidentsverkiezingen. Of dat de werkelijke reden is staat niet vast. Het is ook mogelijk dat hij wacht omdat binnen zijn AKP een machtsstrijd gaande is over zijn opvolging als premier.
Laten we er voor het gemak van uitgaan dat de AKP nog altijd op 43 procent staat. Dat is dan sowieso niet genoeg voor Erdogan om in de eerste verkiezingsronde het presidentschap naar zich toe te slepen. Daarvoor heeft hij 51 procent nodig. Het voorkomen van een tweede verkiezingsronde is belangrijk voor hem, omdat zo de basis gelegd kan worden voor een sterk presidentschap waarbij hij alle middelen kan inzetten die de grondwet hem toestaan.
Ihsanoglu Om een tweede ronde te vermijden heeft Erdogan steun nodig van een van de oppositiepartijen. Van de fel tegen hem gekante Republikeinse Volkspartij (CHP) en de Partij van de nationale beweging (MHP) hoeft hij die uiteraard niet te verwachten. Die partijen besloten onlangs tot een gemeenschappelijke kandidaat.
De keuze van de CHP en de MHP viel op de niet-partijgebonden Ekmeleddin Ihsanoglu, de voormalige secretaris-generaal van de Organisatie voor islamitische samenwerking (OIC). Bij zijn benoeming tot die positie in 2004 werd Ihsanoglu gesteund door de AKP. Vorig jaar keerde de AKP zich tegen hem toen de OIC niet overging tot een veroordeling van de machtsovername in Egypte, waarmee een einde kwam aan de regering van Mohamed Morsi, die evenals Erdogan aan de Moslim Broederschap is verbonden.
Het vertrek van Morsi maakte een einde aan Erdogans droom over een Syrië onder de Moslim Broederschap. AKP-gezinde journalisten benadrukken dat het hoofdkwartier van de OIC is gevestigd in Saoedi Arabië, dat de machtsovername in Egypte evenmin veroordeelde. Dan handelt die Ihsanoglu natuurlijk al snel in opdracht van de Saoedi’s voor hen.
Kemalisme Binnen de CHP werd menigeen onaangenaam verrast door de keuze voor Ihsanoglu. De linker vleugel van de partij had liever een socialistische georiënteerde kandidaat gezien, want dat is de conservatieve Ihsanoglu zeker niet. De hardcore kemalisten binnen de CHP betwijfelen daarnaast of hij de opvattingen van Mustafa Kemal Atatürk – de oprichter van de Turkse Republiek – wel deelt.
Een saillant detail bij dat laatste is dat Ihsanoglus vader – een sheik naar verluidt- door Atatürk werd verbannen en daardoor in Caïro terechtkwam. Ihsanoglu groeide daar op. Dergelijke aspecten plaatsen hem voor fanatieke kemalisten te dicht in de buurt van het islamisme. Alleen draagt zijn echtgenote geen hoofddoek, wat weinig typerend is voor een islamist. Verder zei Ihsanoglu dat hij Atatürk zeker respecteert.
Maar een link met de islam is er via de OIC natuurlijk hoe dan ook bij Ihsanoglu. Daar bevindt zich ook de reden waarom CHP-leider Kilicdaroglu en MHP-leider Bahceli voor hem gaan. Het spreekt voor zich dat zij via zijn religieuze trekjes conservatieve stemmen aan de AKP willen ontfutselen.
Kilicdaroglu en Bahceli vinden overduidelijk dat iedereen beter is als president dan Erdogan. Kritiek vanuit de linkse en kemalistische fracties van de partij neemt Kilicdaroglu daarbij voor lief. Ook als die komt van voormalig partijleider Deniz Baykal. Die wilde als tweede kandidaat namens de CHP aan de verkiezingen deelnemen, maar daar stak Kilicdaroglu een stokje voor. Binnen de MHP is overigens geen kritiek hoorbaar op de keuze voor Ihsanoglu, maar in die partij is het woord van de leider traditiegetrouw wet.
De grote vraag is natuurlijk of Ihsanoglu kans maakt tegenover Erdogan. Een nadeel is zijn relatieve onbekendheid in Turkije en dat hij maar weinig tijd heeft om daar verandering in te brengen. De laatste week werden veel grapjes gemaakt over zijn in Turkije ongebruikelijke voornaam. Het valt voor Ihsanoglu te hopen dat zijn potentiële stemmers die uit kunnen spreken tegen de tijd van de verkiezingen…
BDP/HDP Toen bekend werd dat de CHP en de MHP de krachten zullen bundelen bij de presidentsverkiezingen, zei Selahattin Demirtas namens de Koerdisch georiënteerde Partij voor vrede en democratie (BDP), en de daaraan verbonden Democratische volkspartij (HDP), dat hij overwoog zich daarbij aan te sluiten. Als hij tenminste kon leven met de opvattingen van de gezamenlijke kandidaat.
Voordat de naam van Ihsanoglu viel keerde Demirtas al op zijn schreden terug. Hij kon niet akkoord gaan met een kandidaat die door de zeer anti-Koerdische MHP wordt goedgekeurd. Niet zo vreemd, gezien de uitspraak van MHP-leider Bahceli dat de Koerdische jongeling die onlangs een Turkse vlag naar beneden haalde een ‘kogel door het voorhoofd’ verdiende. Tja, reken dan nog maar eens op Koerdische instemming. Zonder steun van de BDP lijken de kansen van Ihsanoglu niet al te groot, al zou hij voor conservatieve Koerden niet eens zo’n gekke keuze zijn.
Zo lag de weg weer open voor steun van de BDP aan Erdogan, waar sinds het begin van het door de AKP geïnitieerde vredesproces met de Koerden druk over gespeculeerd wordt. Daarom kwam het als een verrassing dat BDP en HDP vervolgens zelf iemand als potentiële kandidaat noemden: Riza Türmen, een voormalige rechter van het Europees hof voor de mensenrechten. Een verrassende manoeuvre, aangezien Türmen parlementslid is van de CHP, een partij die op z’n zachtst gezegd weinig enthousiast is over Koerdische wensen als autonomie. Türmen zei vereerd te zijn door het voorstel, maar wees het van de hand. Daarmee ontstond opnieuw de vraag wat de Koerdische politici zullen doen. Dat zij de sleutel van de presidentsverkiezingen in handen hebben is echter nu al duidelijk.
Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (Uitgeverij EPO, Antwerpen, 2012). Volg Peter Edel ook
op Twitter.