De leiders van Europees-extreemrechtse partijen zijn zaterdag in Koblenz bijeen gekomen. Ze zouden er hebben gepleit voor ‘minder macht voor Brussel’ en meer nationalisme, een beetje zoals de Amerikaanse president Donald Trump tijdens zijn inauguratie deed: een ongegeneerd pleidooi houden voor het ‘eigen volk’, wat dat ‘eigen volk’ ook moge zijn. In Koblenz deden onder meer Front National, Alternative für Deutschland en de PVV mee aan de bijeenkomst. Daarmee toonde Geert Wilders nog eens aan dat hij er geen moeite mee heeft tegen het nazisme aan te schuren. AfD-kopstuk Björn Höcke kwam onlangs nog in opspraak doordat hij de holocaust bagatelliseerde en pleitte voor een herschrijving van de geschiedenis. Josef Schuster, voorzitter van de Centrale Raad voor Joden in Duitsland noemde Höckes uitspraken antisemitisch en onverantwoordelijk. Het AfD laat wat hem betreft hiermee haar ware gezicht zien.
“Dat een Duitse politicus 70 jaar na de Shoah dergelijke uitspraken zou doen, had ik niet voor mogelijk gehouden”, aldus Schuster.
Wilders beweerde in Koblenz onder meer dat het een ‘patriottische lente’ in Europa wordt. Hij gelooft dat zijn vrienden van de andere populistische en extreemrechtse, zo niet nazistische, partijen dit jaar de macht in Europa zullen overnemen. Er zijn dit jaar immers behalve in Nederland ook verkiezingen in Frankrijk en Duitsland. Zelfs de Telegraaf vindt de keuze van Wilders om geen afstand te nemen van de AfD, maar ze juist te omarmen, moeilijk te verkroppen. De krant keert zich dan ook tegen het extremisme van Geert Wilders.