Politieke jongerenorganisaties moeten Erasmus Programma redden
• 29-09-2014
• leestijd 2 minuten
Studenten met een internationale ervaring zijn succesvoller dan thuisblijvers. En bovendien, snijden in budget leidt tot minder Europese baby's
Terwijl in Nederland de studentenverenigingen in de discussie over het leenstelsel bezig zijn met hun ‘last stand’, ligt deze week in Europa het Erasmus Programma onder vuur. De Europese Raad wil snijden in het budget voor 2015 en dit zal vooral het populaire studentenprogramma Erasmus raken. Minder geld, minder studenten naar het buitenland. En dat is jammer, want Erasmus zorgt voor vaardigheden en een onvergetelijke ervaring. Politieke jongerenorganisaties (ISO, NJR en LSvB ) doe er wat aan!
Een uitwisselingsjaar in het buitenland loont. Volgens een studie uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie zijn studenten die op Erasmus uitwisseling geweest zijn succesvoller dan thuisblijvers. Ze hebben 50 procent minder kans op langdurige werkeloosheid en leren vaardigheden die aansluiten op de arbeidsmarkt. Maar de Commissie gaat nog verder; Volgens Brussel is het programma verantwoordelijk voor een miljoen ‘Europese baby’s’; Kinderen van ouders van verschillende Europese nationaliteiten. Het prijskaartje? 15 miljard voor de periode 2014-2020. Daarmee kunnen twee miljoen studenten naar het buitenland. De werkelijke reden waarom de Commissie het programma verdedigt, heeft trouwens niets met werkeloosheidscijfers te maken; Het programma creëert een generatie van voorstanders van Europese eenwording.
Want alcohol verbroedert. In 2000 ging ik een jaar studeren in Barcelona. De beurs die ik meekreeg was beperkt en uiteindelijk kocht ik er een optische camera voor, net een paar maanden voordat de digitale de markt overspoelde. Daarnaast kocht ik bier van het geld. Verder ging het precies eraan toe zoals jij je kan voorstellen. Drank, uitgaan en wedstrijden van FC Barcelona. Maar ik leerde ook een nieuwe taal en ontmoette mensen die vrienden voor het leven zouden worden. Europa werd mijn arbeidsmarkt; Ik heb daarna nog in drie andere Europese landen gewoond. En het is waar; het is moeilijk om tegen Europese eenwording te zijn, when you got friends in Rome.
Het is niet mijn strijd. Ik ben geen student meer en als lobbyist weet ik dat er anderen zijn die deze handschoen moeten oppikken. De politieke jongerenorganisaties en studentenverenigingen –ISO, NJR, LSvB- hebben hun handen vol aan het leenstelsel (ook al weer een dans die mijn generatie ontsprongen is), maar het zou jammer zijn als er minder Nederlandse studenten de gelegenheid krijgen om de vaardigheden van de toekomst te leren. Want in een globaliserende wereld is internationaal opereren een sine que non vaardigheid. Laten we daarom hopen dat er in de toekomst nog meer Europese koters geboren worden.
Milos Labovic is belangenbehartiger in Brussel en oprichter van EUKNOWHOW.eu