Politiek-NL kán iets doen tegen IS, maar weigert
• 03-07-2016
• leestijd 3 minuten
Hoe zit het nu echt met onze eigen effort in de EU en in Nederland als het gaat om het tegengaan van internationaal erkende terreurorganisaties?
Je beseft de daadwerkelijke impact van een terroristische aanslag pas echt op het moment dat het dichtbij komt. Helemaal wanneer 40 familieleden en vrienden aangeven veilig te zijn via Facebook.
Sinds begin dit jaar zijn er bijna 20 aanslagen gepleegd in Turkije, door verschillende terroristische organisaties als Daesh (IS), PKK en Tak. In totaal zijn er bijna 200 doden gevallen en nog veel meer gewonden. Bij de meest recente aanslag door Daesh, op het vliegveld van Istanbul, vielen ruim 40 doden en 240 gewonden.
In de dagen na de aanslag las ik in verschillende (inter-)nationale media de eerste analyses en opinieartikelen. Iedereen lijkt redelijk eensgezind. De schuld van alle aanslagen (zowel die van Daesh als PKK/TAK) kan afgeschoven worden op de Turkse president Erdogan en de Turkse regering. Een te simplistische en eenzijdige benadering van een ingewikkelde werkelijkheid, waarbij er aan de ene kant openlijk sympathie voor terreurorganisaties als Daesh, PKK en TAK wordt uitgesproken, en aan de andere kant een overheid die de interpretatie van antiterreurwetgeving maximaal oprekt waarvan de EU wil dat Turkije deze versoepelt.
Een voorbeeld is de uitzichtloze en desastreuze situatie in het Zuidoosten van Turkije, waarbij niet alleen (Koerdisch-)Turkse burgers, militairen en politieagenten slachtoffer zijn van terroristische aanslagen. Ook (Koerdisch-)Turkse burgers zijn slachtoffer van de antiterreurwetgeving en handelingen door de Turkse overheid.
Dat de mislukte koerswijziging van de afgelopen jaren in het buitenland- en binnenlandbeleid olie op het terroristische vuur is geweest, is een gegeven feit. Echter; hoe zit het dan met onze eigen effort in de EU en in Nederland als het gaat om het tegengaan van internationaal erkende terreurorganisaties?
In verschillende EU-landen, waaronder België en Nederland zien we dat een terreurorganisatie als PKK, die onder andere hun geld verdienen met drugshandel, afpersing, mensensmokkel en wapenhandel ruimte krijgen voor hun politieke- en criminele activiteiten. En dan heb ik nog niet eens de positieve manier waarop er in de (West-Europese) media over ze geschreven wordt.
De Turken verklaren dit als een geopolitiek complot om de positie van Turkije zwakker te maken. Een ouderwetse verdeel-en-heerstactiek. Anderen verklaren het vanwege de sympathie die de PKK en eraan gelieerde organisaties als een YPG en PYD hebben gekregen vanwege hun strijd tegen Daesh in Syrië en Irak. Ze zien het als kiezen voor de mindere van de vele kwade wespen in een o zo goddeloze oorlog en wespennest.
Dan zou je verwachten dat we in ieder geval in Nederland er alles aan doen om het allerergste kwaad, genaamd Daesh, te bestrijden. Niets is echter minder waar.
Op 16 juni heeft dhr. Wassenberg (Partij voor de Dieren) een motie ter stemming ingebracht bij de Tweede Kamer om in goed overleg met de Nederlandse olie- en overslagbedrijven de samenstelling te onderzoeken van de aardoliën die in bezit zijn van Nederlandse bedrijven. De achterliggende gedachte is dat je zo het gebruik van aardolie afkomstig uit olievelden die worden beheerd door Daesh uit kunt sluiten, en de kamer over de uitkomsten hiervan kunt informeren, om tevens deze aanpak in Europees verband uit te dragen en zo te voorkomen dat de EU ongewenst bijdraagt aan de financiering van Daesh.
Kennelijk verschilt de chemische samenstelling van aardoliën met betrekking tot dichtheid en gehaltes aan zwavel, vanadium en nikkel per olieveld en levert deze chemische samenstelling als het ware een ‘vingerafdruk’ op van het veld waar deze gewonnen is. Met behulp van deze unieke olie-‘vingerafdruk’ kan worden nagegaan of olie afkomstig is uit velden die door IS worden beheerd.
Voor de gewone burger lijkt dit een prachtige motie om de financieringsbronnen van Daesh af te snijden, aangezien de handel in olie een belangrijke financieringsbron is voor aanslagen zoals in Parijs, Brussel en Istanbul. Voor sommige politiek partijen blijkbaar niet. Waar de PvdD, GroenLinks, D66, Denk, ChristenUnie, 50Plus en Klein vóór de motie stemden, stemden SP, PvdA, VVD, CDA, PVV, SGP, VanVliet en GrBvK tot mijn grote verbazing tegen waardoor de motie verworpen werd.
Partijen die de mond vol hebben over een harde en daadkrachtige aanpak om op alle mogelijke manieren terrorisme te bestrijden, maar in de praktijk zich er niet naar gedragen. Ik vraag me hardop af of deze partijen nu moreel gezien medeverantwoordelijk worden voor toekomstige afgrijselijke daden van Daesh. Of is deze conclusie een te simplistische en eenzijdige benadering van een ingewikkelde werkelijkheid?