De politie schendt de privacy van zo’n negen miljoen mensen. Gegevens over bijvoorbeeld verhuizingen, huwelijken en geboortes komen automatisch binnen en worden opgeslagen. Intern zijn er al jarenlang zorgen over de ‘datahonger’ van de politie, maar daar wordt niets mee gedaan. Dat blijkt uit een interne memo in handen van Trouw.
Wanneer de politie informatie nodig heeft over onder andere verdachten, slachtoffers, getuigen, of mensen die ooit een aangifte gedaan hebben, wordt een beroep gedaan op de gemeentelijke basisregistratie. In het geval van bijvoorbeeld een groot dna-onderzoek kunnen de gegevens van alle mensen binnen een bepaald postcodegebied worden opgevraagd. De politie neemt dan een zogenoemde ‘afnemersindicatie’ af wat neerkomt op ‘een abonnement op personen’: alle veranderingen in de leefsituatie van mensen blijven binnenstromen bij de politie, ook wanneer daar al lang geen enkele reden toe meer is.
Volgens de memo is de stroom aan informatie eindeloos. Privacywaakhonden, zoals bijvoorbeeld Bits of Freedom, spreken van een zorgwekkende situatie: ‘Uit een onderzoek uit 2019 bleek bijvoorbeeld dat de beveiliging van de 36 belangrijkste politiesystemen niet op orde was. Daardoor is er een onnodig risico op datalekken.’ De politie zelf zou vooral vrezen voor imagoschade en een sterk oplopende werklast.
Al in 2015 wilde de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens weten of het wel nodig was om al deze gegevens op te slaan, maar daar had de politie geen antwoord op. De korpsleiding ontkent tegenover de krant dat de wet wordt overtreden door volstrekt onnodig de persoonsgegevens van ruim 9 miljoen mensen in onbetrouwbare systemen op te slaan.