Wat opvalt uit eigen onderzoek onder jonge stedelingen is dat de groepen die op dit onderwerp keihard tegenover elkaar staan, op de beide polen van hun gelijk, in hun leven in de stad eigenlijk juist zeer vergelijkbaar zijn in zowel hun denken als hun handelen
Door Maurice Crul en Carl H.D. Steinmetz
Het gemoedelijke Hollandse poldermodel heeft de afgelopen jaren plaats gemaakt voor de adrenalinerush van de polarisatie. Het had eerst iets verfrissends, maar ondertussen maken we ons steeds meer zorgen.
Voor het poldermodel had je meerdere partijen nodig die bereid waren om via een vaak taai en stroperig proces tot een compromis te komen. Voor polarisatie heb je alleen maar twee groepen nodig die elkaar via wat klikken op de muis tot op het bot willen fileren.
Groepsnarcisme De Duitse filosofe Caroline Emcke benadrukt in haar nieuwe veelgeprezen boek Gegen den Hass dat het haten begint met de zekerheid over het gelijk van de eigen groep. Zij ziet daarin parallellen over de scheidslijnen van politiek ‘rechts’ en ‘links’ heen. Er wordt gehaat op buitenlanders door ‘rechts’, maar evenzeer op de politie of de VS door ‘links’. Het gelijk van de eigen groep wordt volgens Michael Ignatieff in zijn boek The Warrior’s Honor gemunt door kleine verschillen tussen groepen uit te vergroten. Die uitvergrootte verschillen worden agressief aan de man gebracht en zo wordt groepsnarcisme en nationalisme gecultiveerd.
Het episch centrum van de huidige polarisatie is het debat over de multiculturele samenleving. Wat opvalt uit eigen onderzoek onder jonge stedelingen is dat de groepen die op dit onderwerp lijnrecht tegenover elkaar staan, op de beide polen van hun gelijk, in hun leven in de stad eigenlijk juist zeer vergelijkbaar zijn in zowel hun denken als hun handelen. De lijn met beide polen is eigenlijk als een cirkel als je beter kijkt hoe zij in het leven staan. Zo valt op dat de jonge Rotterdamse PVV-stemmer de eigen groep vooropstelt, maar dat ook onder jonge Turkse Rotterdammers er een aanzienlijke groep is die het liefst alleen met mensen van de eigen etnische groep omgaat en het contact vermijdt met anderen.
Superieur Beide groepen vinden de waarden in hun eigen etnische groep superieur aan die van de ander. Zij wijten hun zelfverkozen opsluiting in de eigen groep beiden even vaak aan in hun ogen verwerpelijke gedragingen van de andere groep. Discriminatie door etnische Nederlanders en ‘omgekeerde discriminatie’ vanuit etnische minderheidsgroepen worden regelmatig als argument genoemd om niet met mensen van de andere etnische groep om te gaan. Daarom willen zij niet dat hun kinderen met elkaar naar school gaan of elkaar tegen komen op het voetbalveld of in het uitgaanscircuit. In hun partnerkeuze beperken deze mensen zich vanzelfsprekend tot de eigen groep. Opvallend is dat deze mensen zich ook allemaal beroepen op de noodzaak van bescherming van diepgewortelde waarden op basis van een gedeelde Nederlandse geschiedenis of van een gedeelde Turkse geschiedenis. ‘Zo doen wij het nu eenmaal hier in Nederland’ of ‘Zo gaat het nu eenmaal in onze gemeenschap’.
Door de onevenredige ruimte die de in zichzelf gekeerde groepen nu innemen in het publieke debat verliezen we de jonge stedelingen die wél over de grens van hun eigen etnische groepen kijken uit het oog. Mensen die al jarenlang, tegen de huidige sterke stroom van polarisatie in, nieuwe vormen van samenleven en samenwerken creëren. Eén groep loopt hierbij voorop: de creatievelingen. Een bonte verzameling mensen die vorm en inhoud geeft aan de nieuwe media, modeontwerpers, filmers, journalisten of jonge mensen die als kunstenaar of danser actief zijn in de internationale kunstensector. Deze creatievelingen, zowel van Nederlandse afkomst als met een migratieachtergrond, voelen zich vaak aangetrokken tot de grote steden omdat zij op zoek zijn naar een plek waar het bruist en waar mensen van verschillende culturen en achtergronden samenkomen. Zij starten vaak in relatief goedkope huizen in de rafelranden van grote steden. Als zij ouder worden raken zij vervlochten met het weefsel van de buurt, als ouders op de buurtschool, als buren en als klanten van de halal buurtslagerij en bezoeker van de lokale hippe koffieplek. Een ander deel van de jonge stedelingen is nu juist een product van de stad waar zij geboren en getogen zijn. Hun netwerk is vaak van jongs af aan etnisch gemengd en dat zet zich voort in hun professionele en volwassen leven. Diversiteit is voor hen normaal en niet de uitzondering.
Etnische identiteit Die dagelijkse werkelijkheid lijkt bijna volledig losgescheurd van het gepolariseerde debat te bestaan. In het huidige debat spreken mensen, met en zonder migratie-achtergrond, vooral vanuit hun huidskleur en etnische identiteit. Ook de bovengenoemde creatievelingen doen daar volop aan mee. Het vandaag de dag alom aanwezige racisme nodigt daar ook toe uit, maar tegelijkertijd verdwijnt daardoor de alledaagse praktijk van samenwerken, creëren en leven in de diverse stad uit beeld. En die praktijk, zo hebben we gezien door de Brexit en de overwinning van Trump, loopt wezenlijk gevaar als die niet actief wordt verdedigd.
De generatie die de gevolgen van de polarisatie nu zelf ondervind in het Londen van na de Brexit en in Silicon Valley na Trump is wakker geworden, hopelijk dringt het besef in Nederland op tijd door.
Maurice Crul is Hoogleraar Sociologie aan de Vrije Universiteit, de Erasmus Universiteit en verder directeur van het IMISCOE Netwerk van 40 Europese onderzoeksinstituten op het gebied van migratie en etnische studies. Dr Carl H.D. Steinmetz is psycholoog en managing director van Expats & Immigrants dat zich richt op een tolerante en rechtvaardige wereld.