Nu de ramp die Brexit heet een feit is, is de verleiding groot om de moed op te geven en de droom van een democratische, progressieve hervorming van Europa te laten varen. Toch is doorzetten en opnieuw durven hopen de enige optie, want de opkomst van nationaal egoïsme en xenofobie leidt Europa recht naar de afgrond. Dat schrijft de Franse ‘rockstar economist’ Thomas Piketty , die werelberoemd werd met de bestseller Kapitaal in de 21ste eeuw, in de Franse krant Le Monde.
Volgens Piketty is de Brexit meer een afwijzing van immigratie en globalisering dan een afwijzing van de EU als dusdanig, maar ook een reactie tegen het feit dat de Europese instellingen de ongelijkheid die de globalisering al decennia schept, hebben vergroot. Door het uitblijven van een democratische en progressieve respons noemt Piketty het ‘geen wonder’ dat arbeiders en middenklasse uiteindelijk hun heil zoeken bij xenofobe krachten. Bovendien zijn rechtspopulistische partijen als UKIP of het Front National niet de enige politieke krachten zijn die de afgelopen jaren aan het nationale egoïsme en de collectieve irrationaliteit hebben toegegeven. Kortzichtige zelfzucht en de opkomst van ‘ieder voor zich’ zien we ook terug in het rampzalige beheer van de financiële crisis door de landen van de eurozone sinds 2008, aldus Piketty.
Wat moet er dan wel gebeuren:
"Ten eerste moet men duidelijk maken dat de EU meer hoort te zijn dan een uitgestrekte zone met vrij verkeer van goederen, diensten en kapitaal maar zonder fiscale, sociale of andere regulering. Een duurzame economische groei vraagt openbare diensten, infrastructuur, onderwijs, ziekteverzekering, een gelijktrekking van regio’s, gelijke kansen… Dat alles heeft een prijs. Het is de hoogste tijd om de Britten eraan te herinneren dat ze ervoor zullen moeten betalen. Als de Franse en Duitse regeringen hen daar vroeger hadden op gewezen, in alle transparantie, had dat de gang van zaken kunnen veranderen."
Ook zouden volgens Piketty oneerlijke constructies als het Zwitserse bankgeheim en de belastingparadijzen onder de Britse kroon aangepakt moeten worden:
"Los van de kwestie van de begrotingsbijdragen van de landen die buiten de Unie staan maar wel van de eenheidsmarkt willen profiteren, is het tijd om over sancties te praten tegen landen die het niet te nauw nemen met de reglementen en vooral geen strenge regels toepassen inzake de financiële transparantie en de strijd tegen fiscale optimalisatie. Zolang men niet bereid is om dergelijke sancties toe te passen, is het normaal dat landen ervoor kiezen om buiten de EU te blijven. Als je van de eenheidsmarkt kunt genieten en tegelijkertijd de fiscale basis van de buren kunt aftappen, waarom dan niet?"
Die route leidt ons volgens Piketty niet alleen ‘recht naar nieuwe Brexits’, maar draagt ook bij aan de opkomst van rechtspopulisme en nationalisme, van het Verenigd Koninkrijk tot Polen en Hongarije:
"Die dreiging is gevaarlijker voor Europa dan de uitdaging van radicaal links, dat eigenlijk alleen maar het gezond verstand laat spreken: de herstructurering van de Europese overheidsschulden is onvermijdelijk en moet zo snel mogelijk worden georganiseerd. Men had beter Syriza, Podemos, de PSOE en alle partijen van al dan niet radicaal links gesteund, die anders dan de rechtse populisten de verdienste hebben dat ze fundamenteel pro-Europees zijn."
Ook zouden Europese leiders de ‘volslagen onzinnige eis’ dat Griekenland in de volgende decennia een primair begrotingsoverschot van 3,5 procent van het bbp bereikt moeten loslaten en zou er een moratorium op de Europese schulden moeten komen, zolang de eurozone niet terugkeert naar een gezonde groei.
"De geschiedenis leert ons dat je in dergelijke omstandigheden de overheidsschuld nooit kunt terugdringen. Als de schuld zo hoog is dat de volgende generaties ze onmogelijk kunnen afbetalen, breng je beter de moed op om ze duidelijk te herstructureren. Geld drukken en nieuwe zeepbellen scheppen zal het probleem niet in de plaats van de regeringen oplossen, integendeel."
Volgens Piketty zal er echter nooit vooruitgang komen als het institutionele debat niet wordt aangepakt. Drastische hervorming is nodig en een mogelijke oplossing zou zijn om een nieuw Europees tweekamerstelsel te bedenken, met aan de ene kant het (rechtstreeks door de burgers verkozen) Europees Parlement en aan de andere een nieuwe parlementaire Kamer, samengesteld uit vertegenwoordigers van de nationale parlementen, naar verhouding van zowel het bevolkingstal als de politieke samenstelling van een land.
Een plaats van een Europese parlementaire soevereiniteit die de nationale parlementen omzeilt, lijkt het Piketty verstandiger om de nationale wetgevers geleidelijk in Europese gezamenlijke wetgevers te veranderen en hen te verplichten om rekening te houden met het Europese algemene belang, in plaats van Europa als zondebok te gebruiken:
"Hoe dan ook is het debat over de Europese instellingen fundamenteel en mogen we het niet aan de juristen en de grondwetspecialisten overlaten. Net als het debat over de belastingen of de schuld gaat het alle burgers aan. We hebben te lang anderen laten beslissen, met de resultaten die we kennen. Het is tijd dat de Europese burgers hun toekomst zelf in handen nemen."
Wat betreft een meer sociale en rechtvaardige Europse Unie, krijgt Piketty bijval van Paul de Grauwe, professor aan de London School of Economics and Political Science en gewoon hoogleraar emeritus aan de Katholieke Universiteit Leuven, die schrijft: ‘ De EU zou de kant van de verliezers van globalisatie moeten kiezen ‘.