Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Overheid moet orthodoxe gemeenschappen beter controleren

15-09-2022
  •  
leestijd 9 minuten
  •  
4117 keer bekeken
  •  
5919137600_42a82549ca_o

© cc-foto: Alex Proimos

De New York Times komt met een buitengewoon sterk portret van de chassidische, oftewel Joods-ultraorthodoxe gemeenschappen in New York en hoe daar seculier onderwijs buiten de deur wordt gehouden. Gesloten gemeenschappen die me meer dan bekend zijn, inclusief de toegepaste vormen van lichamelijke en geestelijke dwang, de misstanden waarbij eigen rechter wordt gespeeld in plaats van de civiele wet- en regelgeving haar werk te laten doen en de schendingen op het gebied van mensenrechten. Het gaat om gesloten gemeenschappen die over de hele wereld overeenkomsten met elkaar vertonen, ook in Nederland en die we wat mij betreft open moeten breken.

Als zestienjarige werd ik onder dwang naar zo’n New Yorkse wijk gestuurd door de Nederlandse schoolrabbijn en mijn familie. Een rabbijn die later ook nog vond dat het belang van de gemeenschap vóór mijn individueel belang geplaatst moest worden, waarover straks meer. 

In Crown Heights, zoals die ultraorthodoxe wijk in New York heet, moest ik dringend doch liefdevol op het ‘juiste pad’ gebracht worden en weer volledig volgens de regels van het gemeenschapsrad gaan leven. Met andere woorden, ik werd achtergelaten, zou daarmee mijn VWO niet afmaken, moest afscheid nemen van ‘die slechte, seculiere invloeden’ die mijn assimilatieproces – denken en handelen – versterkten, mijn beetje Westerse spullen en contacten verliezen, mijn vriendje kwijtraken en zou tot slot uitgehuwelijkt worden

Er werd in Crown Heights flink op me ingepraat en aangetoond waarom ik die wereld zou moeten willen, maar dat had allemaal geen zin. Niets kon me in die wurggreep houden (goh, het is niet zo verwonderlijk dat ik me vandaag de dag door niemand laat zeggen wat ik wel en niet moet doen en bijvoorbeeld niet aan samenwonen moet denken). Een week later was ik terug in Nederland. Een paar jaar later had ik, na thuis letterlijk een oorlog gevoerd te hebben, mijn VWO-diploma op zak. 

Het verhaal in de New York Times, waar overigens honderden mensen voor geïnterviewd zijn, werd zelfs in het Jiddisch gepubliceerd, zodat de gemeenschapsmensen die bewust geen Engels leren, toch kennis kunnen nemen van de inhoud als ze dat zouden willen. Jiddisch is hun gemeenschapstaal.

Het verhaal is ongelooflijk integer gemaakt en met veel zorg samengesteld door de betrokkenen. De hardnekkige gemeenschapsmensen zullen het anders zien, als een aanval op hen die nog volgens de oudste (in mijn ogen vaak verstikkende en irrelevante) tradities en de zogenoemde wil van God willen leven. Zij bestempelen de reportage tot een ‘chilul Hashem’, wat iets betekent als de naam van God vervuilen en Zijn groep te schande brengen. 

Scholen
Het artikel in de New York Times brengt me niet alleen terug naar de tijd van geschiedenissen uit de start van mijn leven, maar ook naar een aantal pijnlijke problemen die we op dit moment nog altijd gewoon in Nederland hebben. Problemen waar ik als kenner en activist niet van wegkijk en voor waarschuw. 

Problemen in alle soorten gesloten gemeenschappen. Want ondanks de uiterlijke verschillen die er onderling zijn, zijn de overeenkomsten tussen al die gesloten gemeenschappen onmiskenbaar. Ik kan het zeggen, want ik heb honderden geschiedenissen met alle ‘geuren en smaken’ bestudeerd, ook de christelijk-orthodoxe die veelal in de VS gevestigd zijn, zoals de mennonieten, Amish, mormonen en Scientology. Bovendien spreek ik op lezingen vaak vrouwen die zich uit al die ‘geuren en smaken’ ontworsteld hebben.

Laten we het centrale probleem uit het verhaal erbij halen. In het portret van New York Times wordt uitgelegd hoe minimaal het reguliere onderwijs is in dit soort chassidische milieu’s. Wel krijgen dit soort scholen vaak nog financiering, waarmee ze overeind, oftewel in stand gehouden worden. Ja, ook in Nederland. We weten ervan. We zien het. We horen het. We ervaren het. Maar wat gaan we ermee doen? 

Ondertussen zullen grote groepen uit dit soort gesloten gemeenschappen beweren dat het allemaal wel meevalt tegenwoordig, dat de verplichte lesstof steeds vaker wordt aangeboden en dat de religieuze leer alles in huis heeft om de kinderen voor te bereiden op een waardige toekomst – binnen (!) de gemeenschap. 

Lees het NYT-verhaal en oordeel zelf. Of bekijk de Netflix-productie One of Us, of mijn TED talken lees Exodus uit de vuurtoren. Laat me het vol activisme invullen en zeggen dat de realiteit anders is, namelijk dat die gemeenschappen een drassig moeras zijn van transgenerationele gemeenschapsraderen. Waar macht uitoefenen over anderen aan de orde van de dag is en in letterlijk ieder aspect van het bestaan in dit soort gesloten, ultraorthodoxe kernen is doorgedrongen. Sommigen houden ervan en ontlenen er juist een betekenisvol bestaan aan. Maar voor velen is dit anders.

Het systeem bepaalt voor jou wat je moet weten, doen, voelen en denken. Het gemeenschapsrad wordt gezien als een product van God (nee hoor, het is gemaakt door de mens; baard eigenlijk). De gemeenschapsmensen leven volgens hun eigen opvatting het enige juiste bestaan. En de leiders – heersers – van het gemeenschapsrad weten wat God van ons vraagt. Overigens leiders die in dit soort gemeenschappen bijna nooit een civiele opleiding gevolgd hebben, maar wel beslissen over de vele aspecten van individuele mensenlevens. Ik heb het alleen maar ervaren als controle en macht willen houden, ook wel religieus narcisme, met als je geluk hebt soms een dekmantel van liefde. Religieus trauma is een wezenlijk en bewezen verschijnsel.

In Nederland vraagt de Onderwijsinspectie religieuze scholen om de verplichte, civiele lesstof aan te bieden. Religieuze scholen zijn vooralsnog in de huidige vorm niet verboden en vallen onder vrijheid van godsdienst. Het zal nog lang niet de laatste keer zijn dat de leiders van dit soort scholen dubbele gezichten vertonen. Naar buiten toe beweren dat ze de civiele lesstof aanbieden en dat er geen problemen zijn. En naar binnen toe, iets anders doen, censuur toepassen en kinderen zelfs ontmoedigen om seculier onderwijs te volgen. Zeker meisjes, die klaargestoomd worden om moeder te zijn.

De censuur bestaat er uit dat grote stukken lesstof niet aan bod komen op deze scholen. Plaatjes, namen, feiten of religieuze symbolen van andere geloven worden doorgekrast. Maar ook allerlei soorten civiele media worden verboden. Jongens en meisjes en mannen en vrouwen worden in grote delen van het dagelijks leven uit elkaar gehouden. Heteroseksualiteit is de enige vorm van God’s verbond en mag pas na het huwelijk ervaren worden. Strenge regels, ook wat betreft kleding, financiën, medische en psychologische zorg bepalen het leven en de indeling van je week. En meer.

Hulp
Door het verhaal in de New York Times komen we iets te weten over de hevige armoede die onder een groot deel van de gemeenschapsmensen heerst als gevolg van een gebrek aan educatie. Natuurlijk is er een systeem waarmee arme gemeenschapsmensen soms door andere gemeenschapsmensen geholpen worden, bijvoorbeeld middels gratis kant-en-klare maaltijden of oppasrondes. 

Fijn is die gratis hulp niet altijd, want los van alles wat je je kunt bedenken over schaamte en andere emoties, of over hoe vrijgevig hulp soms nou echt is, zorgt het er ook voor dat je als gemeenschapsmens nog meer in de wurggreep van anderen terecht kunt komen. (Het is niet zo verwonderlijk dat ik tegenwoordig bijna nooit om hulp vraag en zoveel mogelijk zelf doe.) 

Ook komen we door de New York Times iets te weten over de hardhandige correcties die door docenten op de scholen, in de synagogen en waar dan ook, worden toegepast. Soms blijft het niet bij een harde tik, de mond met zeep uitspoelen, of nagellak eraf krabben, zoals ook in mijn jeugd op de enige Joods-orthodoxe school die we hebben in Nederland voorkwam.

Verder is corruptie aan de orde van de dag. Ouders die docenten een jaarlijkse fooi geven (dat herinner ik me ook van mijn tijd op de enige Joods-orthodoxe school die we hebben in Nederland) en hopen dat de ‘heersers’ dan wat vriendelijker optreden ten opzichte van hun kinderen. 

Dan zijn er de wedstrijdjes vromer dan vroom. In de beleving van de religie en het verrichten van handelingen op detailniveau schuilt het respect. Wie meer aanzien en macht heeft, ook middels wie met wie getrouwd is binnen ‘het web’, heeft meer ruimte en speling om gespaard te worden van mistanden en vervelende situaties, ook wel pesterijen. De combinatie wedstrijdjes vromer dan vroom zijn met aanzien en macht vormt een heftige cocktail van sociale controle.

Jongeren
Het web, zoals ik het noem, bestaat uit allemaal ‘poppetjes’ die op diverse plekken en in verschillende rollen in de gesloten gemeenschap terugkomen. Je hebt bijvoorbeeld de Joodse psychiater en die is weer familie van X, bezit 15% aandelen in de koosjere winkelketen en zit in het bestuur van drie Joodse scholen. Dat idee. Poppetjes die zaken in stand houden en elkaar middels vriendjespolitiek helpen. Voor de kenners: herkenbaar?

Voor wie eruit probeert te stappen, is het letterlijk de hel op aarde. Die hel gaat ieders voorstellingsvermogen in de civiele maatschappij te boven. Ieder minuscuul, normaal aspect dat mensen in de civiele maatschappij kennen, is in deze kringen niet vanzelfsprekend. 

Als je eruit wilt, heb je geen idee wat je niet weet. En je weet amper wat, want volwaardig seculier onderwijs heb je nooit gehad. Je hebt geen geld, geen mentoren, geen netwerk in de wereld buiten de gemeenschap, vaak geen verzekeringen of basiszorg en natuurlijk geen huisvesting. Soms beschik je zelfs niet over je eigen paspoort en vaak ook niet over je eigen bankpas. 

Bovendien wordt er aan je getrokken om te zorgen dat je blijft, soms letterlijk, tot tegenwerking en extreme vormen van lichamelijk en geestelijk geweld aan toe als gevolg van dat je eruit wilt. Je moet kortom als mens verdomd sterk in je schoenen staan. Tieners en jongeren die eruit stappen, hebben het voordeel dat ze nog veel tijd voor zich hebben liggen en nog enigszins vormbaar zijn. Dat hebben oudere mensen soms minder. Jongeren kunnen nog veel nieuwe kennis absorberen en wat van hun leven maken. 

Tegelijkertijd zijn jongeren geestelijk soms vatbaarder voor de methodes dan oudere mensen. In een tijd waarin ze eigenlijk aangemoedigd moeten worden in wat ze goed doen, leuk vinden en willen, worden ze geconfronteerd met een gat in zichzelf, omdat ze niet weten wie ze zijn zonder het ingekleurde plaatje van het gemeenschapsrad, met alles wat er niet is in hun leven en met die enorme berg die ze nog moeten gaan beklimmen. Het kan er uitzichtloos zijn. 

De interne pijn kan vernietigend worden. Daarom zie je dat sommigen van hen er niet in slagen te ontsnappen, aan de drugs raken of zelfs hun leven ontnemen. Soms worden ze zelfs min of meer aangemoedigd om dat laatste te doen door die dwangmatigen en machthebbenden uit de gemeenschap, die hen zeggen dat ze gefaald hebben volgens de ‘enige echte waarheid’, dat ze het leven niet waard zijn, of dat ze het buiten de gemeenschap toch niet zullen redden.

Algemeen onderwijs is een essentieel middel om als mens vooruit te komen in het leven. Het is een mensenrecht. Iets waar we strenger op zouden moeten handhaven, ook in Nederland. De gevolgen van geen seculier onderwijs zijn niet alleen voor één mensenleven, maar voor hele generaties die volgen. De gevolgen lijken vrij eenvoudig voor te stellen voor de weldenkende mensen onder ons, maar gaan nog veel verder dan de meesten van ons kunnen bevroeden.

Toetsen
Daarom vind ik het nogal bizar dat we geen verplichte toetsen hebben voor binnen gesloten gemeenschappen. We hebben wel inburgeringscursussen voor nieuwkomers, maar juist dit soort toetsen voor dergelijke gemeenschappen zouden een hoop leed, achterstand en ongelijkheid kunnen voorkomen. We kunnen er alleen maar progressie mee maken als de overheid dat soort toetsingen serieus gaat samenstellen en invoeren. 

Met die toetsen breken we de gesloten gemeenschappen een beetje open. We geven kinderen nieuwe kansen, ook al lag hun wieg in een gesloten gemeenschap. We houden een voet tussen de deur om met betrokkenheid en rechtvaardigheid vanuit mensenrechtelijk, strafrechtelijk en familierechtelijk kader (zie ook het werk van hoogleraar Janine Janssen) iets te betekenen voor onze medemensen. 

Die schoolrabbijn van mij? Hij schreef dus een brief aan Jeugdzorg waarin stond dat het belang van de gemeenschap vóór mijn belang ging, oftewel de situatie waar ik in zat sussen, terwijl ik hulp nodig had en uit huis geplaatst had moeten worden. En dat ik in die gemeenschap hoorde – een keuze die hij wilde bepalen, terwijl het alleen aan mij was om die te maken. De man in kwestie heeft een hoop misstanden veroorzaakt, of zo je wilt misstappen begaan, maar is nooit berecht. Rechtvaardigheid bestaat er in die kring uit dat ‘pipo’s’, zoals ik die helpers noem, binnen de gesloten gemeenschap hem doodleuk tegenwoordig weer andere betaalde functies toereiken. Daar voelde ik recent nog hevige woede over. 

Het web, de poppetjes en de eindeloze aaneenschakeling van herhalingen. We willen het nog altijd niet begrijpen, lijkt het. Controle en macht binnen gesloten gemeenschappen vinden nog altijd plaats. Met als lichtpuntje dat er van tijd tot tijd mensen zijn die uit het drabbige moeras nog iets goeds weten te halen. Van binnen. Met lef en tegenspraak. Of van buiten. Met lef en voorlichting. Algemeen onderwijs is daarbij een voorwaarde. Ik hoop dat we naar ze luisteren en van hen leren.

cc-foto: Alex Proimos 

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.