Heb je een vraag, suggestie of wil je gewoon iets kwijt? Dat kan hier. Lees onze spelregels.
Dat het persoonlijke vaak, eigenlijk als regel, politiek wordt, heb ik geleerd op de sociale academie in Rotterdam. |In 1960 Je hebt nu eenmaal "een geschiedenis" en je wordt betrokken in geschiedenissen. Hierin een standpunt innemen, een houding aannemen is dan zowel poltiek als persoonlijk. 't Ergste vind ik, in persoonlijk en dus politiek, handelen, om je ergens over te willen schamen dat met de familie te maken heeft en dat beslissend te laten zijn voor het persoonlijke handelen. Een vader die zich schaamt voor zijn zoon, kwam rond 1960 vaak voor. Een dochter die walgde van beiede ouders ook. Gerlukkig dus maar dat ongeacht de afkomst elk mens liegen zo gemakkelijk afgaat. Want de fantastische verhalen over een afkomst kunnen leiden tot prachtige levens!
Er zit natuurlijk wel iets in op eigen kracht z'n maatschappelijke positie verbeterd te hebben. De overgrootvader waar ik een missschien romantische bewondering voor heb leerde eind 19e eeuw lezen en schrijven in de gevangenis. Hij stroopte, uit pure armoede. Begin 20e eeuw had hij z'n positie zo ver verbeterd dat hij een boerderij liet bouwen. Een andere overgrootvader was in 1860 behoorlijk rijk, in 1890 ging hij failliet, net als vele boeren in Europa toen.
De enige voorouders van personen die heel veel invloed op het doen en laten hebben vaan personen zijn de eigen ouders, in veel mindere mate de grootouders. Maar de manier hoe de generaties met elkaar omgaan zijn volgens mij wel mede bepalend of je al dan niet oog hebt op de belangen van de groep waarin je verkeert. Als je het eigenbelang in een groter verband projecteert, merk je dat de verbetering van het eigen welzijn een kwestie van geven en nemen is. Helaas is het 'geven' bij veel mensen minder ontwikkeld. Zou dat komen omdat hun (recente) voorouders nog moesten 'vechten' voor een menswaardig, sociaal evenwichtig bestaan? Of wil men altijd (ten koste van anderen) goedschiks of kwaadschiks een hoger aanzien in de roedel verwerven, met als ultieme doel: het alfa-mannetje of -vrouwtje?
Geschiedenis is belangrijk , dus ook je persoonlijke afkomst. Er is niks mis mee te weten wie je voorvaderen waren. Nederig of niet . Ik stam zelf af van Jezus, Caesar, Mohammed, Rock de Braziliaan, Rodrigo de Jerez, een dom viswijf uit Metslawier, Koning Arthur, Pericles, Koning Athaulf, Atilla de Hun, Dik Trom en de George Baker Selection.
Sinds ik begonnen ben met werken is de vraag 'wat je ouders doen' bijna een standaard vraag bij sollicitatiegesprekken. Ik vind dat een gebrek. Het geeft aan dat de gesprekspartner zelf niet veel meer gegroeid is dan wat vanuit ouderlijk huis is aangereikt. Immers, de achtergrond is 'wat iemand is' lijkt telkens weer de gedachte. Jammer, want voor veel mensen is dat een erg saai gespreksonderwerp, waar ze al 20 jaar overheen gegroeid zijn. Ik geef de schuld aan de psychologisering van de maatschappij. Die zorgt ervoor dat de verwachtingen voor de burger weer gevormd worden door daar waar het wiegje heeft gestaan. Talent en kracht wordt zo alleen maar teniet gedaan, hoewel vaak leuk verpakt in 'diversiteitsmanagement'. Kortom, de mensen uit de 'zielige gezinnen' krijgen heus wel dezelfde kans als het 'verwende jongetje', maar dan moeten ze wel de hele tijd vertellen hoe de zieligheid hen nog steeds een zielig gevoel geeft en de rijkdom hen nog steeds verrijkt. Zelden een boeiend gesprek. Vergeet deze vooroordelen en laat iedereen gewoon zelf bepalen wat ie denkt dat hem/haar gevormd heeft.
Kan me niet herinneren dat er bij mij ooit naar gevraagd is. De vele keren dat ik aan de andere kant van de tafel zat vroeg ik er ook nooit naar. Wat me interesseerde is of ze begrepen, of leken te begrijpen, wat ik van hen verwachtte. De ene sollicitatiebrief waarin iemand uitlegde wat z'n schoonvader deed herinner ik me nog wel. Ik heb de man niet opgeroepen.
Vroeger... toen de smid nog tot de notabelen behoorde...
Beetje "wishfull thinking" om de eigen stamboom op te leuken, Aert? In het dorp waren de burgemeester, de notaris, de advocaat, de fabrikant (indien aanwezig), de dominee/pastoor en het hoofd der school de notabelen. Met op de tweede rij de boeren met (veel) eigen land en de middenstanders en de andere neringdoenden (smid, timmerman/meubelmaker met eigen werkplaats). De eersten konden gegarandeerd lezen, de tweeden niet allemaal even goed.
Menig hoogleraar, Kamerlid, en andere VIP is er vanuit politieke overtuigingen van overtuigd dat veel mensen die niet slagen in het leven dit vaak mede danken aan hun nederige afkomst. Als dat waar is dan is het nog niet zo gek dat de weinigen die zich desondanks daaraan weten te ontworstelen daar iets tegenover willen stellen. Dat die achtergrond dus geen beletsel hoeft te zijn, maar juist een motivator. Dit wordt hen dan door beroepsslachtoffers, meestal uit dezelfde kringen, meestal niet in dank afgenomen. Maar ik ben het er mee eens dat de meesten die dit beweren vooral doen om zichzelf meer te doen glanzen. Dan dus een bewijs dat ze die nederige afkomst, en bijbehorende minderwaardigheidscomplex, nog niet geheel kwijt zijn. Ik zal voor de lieve vrede in het midden laten onder welke politieke vleugels dit gedrag meer voorkomt.
ach wat ,.ieder krijgt toch wat ie verdient,en krijgt ie het niet dan helpt "men "een handje. toch? volgens mij werkt het nog steeds zo ,in de donkere onverlichte kringen. de politieke en andere "vloeren" die net zo hun politiek spelen. wat nou afkomst? lachen