Joop

Over jezelf

  •    •  
12-12-2011
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
Menig hoogleraar, Kamerlid en andere VIP laat zich voorstaan op zijn of haar nederige afkomst
Mijn ene grootvader was diamantair. Op zijn zestiende kreeg hij een eigen fabriek van zijn vader. Hij bouwde gestaag een imperium uit en bezat op zijn veertigste kloverijen in Amsterdam, Antwerpen en Kaapstad. Na zijn pensioen onderhield hij vanuit zijn huis aan de Gironde een groot aantal kunstenaars, maar hij gaf ook geld aan rebellen in Zuid-Amerika, terwijl hij tegelijkertijd een aantal Ministers van Buitenlandse Zaken adviseerde over het bestrijden van deze opstandelingen.
Mijn andere grootvader was een nazaat van bootleggers die vanuit Canada geld hadden verdiend aan de drooglegging in de Verenigde Staten. Hij was Hoogleraar Indisch Recht aan de Universiteit van Leiden. Tegen zijn emeritaat trouwde hij een mooie maar rijke en jonge adelijke weduwe en kocht een aantal bakkerijen. Vlak voor de oorlog verplaatste hij de industrie naar Noord-Afrika, Zwitserland en Oezbekistan (!) en vergaarde verder kapitaal door onder zeer moeilijke omstandigheden maar tegen een schappelijke prijs verpakt brood te verkopen aan de geallieerden. Hij heeft er later de Four Freedoms Award voor gekregen en als enige niet-soldaat ooit, de Militaire Willemsorde.
Het bovenstaande is allemaal onwaar, maar het zijn wel mooie verhalen. Als ik het zo teruglees, ziet het er allemaal opschepperig uit. Immers: als het al waar zou zijn, zou het vergaarde kapitaal en bijdragen aan de maatschappij niet mijn verdienste zijn, maar van hen. Niets op me voor te laten staan, dus. Gelukkig wordt ook niet zo heel veel opgeschept in Nederland, althans, niet over voorouders met geld, macht en status. En zeker niet op iets wat op “elite” lijkt, want daar zijn we tegen.
Het omgekeerde gebeurt vaker. Menig hoogleraar, Kamerlid en andere VIP laat zich voorstaan op zijn of haar nederige afkomst. Ouders en grootouders zijn ziek, vluchteling, anaflabeet of timmerman.  Maar eerlijk, proper en hardwerkend. Als ze al in de grote stad woonden, dan in een wijk die vroeger een gezellige arbeidersbuurt was, en nu volstrekt verpauperd is.
Ik vind het vaak lachwekkende en soms beschamende vertoningen die me nog het meest doet denken aan de 4 Yorkshiremen die beroemd zijn gemaakt door Monty Python en opscheppen over de armoe die ze in hun jeugd gekend hebben:
I had to get up in the morning at ten o’clock at night, half an hour before I went to bed, eat a lump of cold poison, work twenty-nine hours a day down mill, and pay mill owner for permission to come to work, and when we got home, our Dad would kill us, and dance about on our graves singing “Hallelujah.
De originele uitvoering is trouwens niet van Monty Python maar van Tim Brooke-Taylor, John Cleese, Graham Chapman en Marty Feldman.
Neem een gemiddelde groep doctorandussen en vraag ze naar hun grootouders. De kans is groot dat de meesten van hen een ambachtelijk beroep hadden of in de industrie werkten, op het platteland woonden of in een kleine stad, of in  een arbeidersbuurt in de grote stad. Ze hadden alleen lagere school en eventueel een vervolgopleiding op een ambachtsschool, hadden het niet breed thuis, moesten hard werken, en hadden geen toegang tot politieke macht, maar waren wel sociaal betrokken.
Niet heel moeilijk, want rond de Tweede Wereldoorlog hadden de meeste Nederlanders een ambachtelijk beroep of werkten in de industrie woonden op het platteland of in een kleine stad, of in een arbeidersbuurt in de grote stad, hadden alleen lagere school en eventueel een vervolgopleiding op een ambachtsschool en het niet breed, en moesten hard werken en hadden geen toegang tot politieke macht, maar waren wel sociaal betrokken.
Vanaf de jaren ´60 kwam de trek naar de stad op gang, verdween de industrie en de ambacht, en was er voor veel meer mensen de mogelijkheid om Hoger Onderwijs te volgen.
Het is dan ook niet een verworvenheid van de mensen die zich erop laten voorstaan, maar vooral een gevolg van de ideeën van de PvdA die door bijna iedereen zijn overgenomen, en nog steeds actueel zijn: namelijk dat toegang tot kennis, geld en macht voor iedereen evenredig beschikbaar moet zijn. Aan het begin van deze eeuw nog een absurde gedachte.
Van mij mogen mensen best de achtergrond van hun ouders en grootouders vermelden. Maar het is eerlijker en relevanter om dat in breder perspectief te plaatsen: dat van de veranderde ideeën over de mogelijkheden die mensen moeten hebben, en de mogelijkheden die mensen moeten hebben. Kortom: persoonlijke geschiedenis is vaak politieke geschiedenis.

Meer over:

opinie, leven
Delen:

Praat mee

Heb je een vraag, suggestie of wil je gewoon iets kwijt? Dat kan hier. Lees onze spelregels.

avatar

Reacties (11)

Stuijt
Stuijt12 dec. 2011 - 23:08

Dat het persoonlijke vaak, eigenlijk als regel, politiek wordt, heb ik geleerd op de sociale academie in Rotterdam. |In 1960 Je hebt nu eenmaal "een geschiedenis" en je wordt betrokken in geschiedenissen. Hierin een standpunt innemen, een houding aannemen is dan zowel poltiek als persoonlijk. 't Ergste vind ik, in persoonlijk en dus politiek, handelen, om je ergens over te willen schamen dat met de familie te maken heeft en dat beslissend te laten zijn voor het persoonlijke handelen. Een vader die zich schaamt voor zijn zoon, kwam rond 1960 vaak voor. Een dochter die walgde van beiede ouders ook. Gerlukkig dus maar dat ongeacht de afkomst elk mens liegen zo gemakkelijk afgaat. Want de fantastische verhalen over een afkomst kunnen leiden tot prachtige levens!

pietdevries2
pietdevries212 dec. 2011 - 23:08

Er zit natuurlijk wel iets in op eigen kracht z'n maatschappelijke positie verbeterd te hebben. De overgrootvader waar ik een missschien romantische bewondering voor heb leerde eind 19e eeuw lezen en schrijven in de gevangenis. Hij stroopte, uit pure armoede. Begin 20e eeuw had hij z'n positie zo ver verbeterd dat hij een boerderij liet bouwen. Een andere overgrootvader was in 1860 behoorlijk rijk, in 1890 ging hij failliet, net als vele boeren in Europa toen.

msj_meijerink
msj_meijerink12 dec. 2011 - 23:08

De enige voorouders van personen die heel veel invloed op het doen en laten hebben vaan personen zijn de eigen ouders, in veel mindere mate de grootouders. Maar de manier hoe de generaties met elkaar omgaan zijn volgens mij wel mede bepalend of je al dan niet oog hebt op de belangen van de groep waarin je verkeert. Als je het eigenbelang in een groter verband projecteert, merk je dat de verbetering van het eigen welzijn een kwestie van geven en nemen is. Helaas is het 'geven' bij veel mensen minder ontwikkeld. Zou dat komen omdat hun (recente) voorouders nog moesten 'vechten' voor een menswaardig, sociaal evenwichtig bestaan? Of wil men altijd (ten koste van anderen) goedschiks of kwaadschiks een hoger aanzien in de roedel verwerven, met als ultieme doel: het alfa-mannetje of -vrouwtje?

Waterbeer
Waterbeer12 dec. 2011 - 23:08

Geschiedenis is belangrijk , dus ook je persoonlijke afkomst. Er is niks mis mee te weten wie je voorvaderen waren. Nederig of niet . Ik stam zelf af van Jezus, Caesar, Mohammed, Rock de Braziliaan, Rodrigo de Jerez, een dom viswijf uit Metslawier, Koning Arthur, Pericles, Koning Athaulf, Atilla de Hun, Dik Trom en de George Baker Selection.

Oortwijn
Oortwijn12 dec. 2011 - 23:08

Sinds ik begonnen ben met werken is de vraag 'wat je ouders doen' bijna een standaard vraag bij sollicitatiegesprekken. Ik vind dat een gebrek. Het geeft aan dat de gesprekspartner zelf niet veel meer gegroeid is dan wat vanuit ouderlijk huis is aangereikt. Immers, de achtergrond is 'wat iemand is' lijkt telkens weer de gedachte. Jammer, want voor veel mensen is dat een erg saai gespreksonderwerp, waar ze al 20 jaar overheen gegroeid zijn. Ik geef de schuld aan de psychologisering van de maatschappij. Die zorgt ervoor dat de verwachtingen voor de burger weer gevormd worden door daar waar het wiegje heeft gestaan. Talent en kracht wordt zo alleen maar teniet gedaan, hoewel vaak leuk verpakt in 'diversiteitsmanagement'. Kortom, de mensen uit de 'zielige gezinnen' krijgen heus wel dezelfde kans als het 'verwende jongetje', maar dan moeten ze wel de hele tijd vertellen hoe de zieligheid hen nog steeds een zielig gevoel geeft en de rijkdom hen nog steeds verrijkt. Zelden een boeiend gesprek. Vergeet deze vooroordelen en laat iedereen gewoon zelf bepalen wat ie denkt dat hem/haar gevormd heeft.

1 Reactie
pietdevries2
pietdevries212 dec. 2011 - 23:08

Kan me niet herinneren dat er bij mij ooit naar gevraagd is. De vele keren dat ik aan de andere kant van de tafel zat vroeg ik er ook nooit naar. Wat me interesseerde is of ze begrepen, of leken te begrijpen, wat ik van hen verwachtte. De ene sollicitatiebrief waarin iemand uitlegde wat z'n schoonvader deed herinner ik me nog wel. Ik heb de man niet opgeroepen.

[verwijderd]
[verwijderd]12 dec. 2011 - 23:08

Vroeger... toen de smid nog tot de notabelen behoorde...

2 Reacties
msj_meijerink
msj_meijerink12 dec. 2011 - 23:08

Beetje "wishfull thinking" om de eigen stamboom op te leuken, Aert? In het dorp waren de burgemeester, de notaris, de advocaat, de fabrikant (indien aanwezig), de dominee/pastoor en het hoofd der school de notabelen. Met op de tweede rij de boeren met (veel) eigen land en de middenstanders en de andere neringdoenden (smid, timmerman/meubelmaker met eigen werkplaats). De eersten konden gegarandeerd lezen, de tweeden niet allemaal even goed.

Opinius
Opinius12 dec. 2011 - 23:08

u bedoeld natuurlijk de goudsmid.

ANRandy
ANRandy12 dec. 2011 - 23:08

Menig hoogleraar, Kamerlid, en andere VIP is er vanuit politieke overtuigingen van overtuigd dat veel mensen die niet slagen in het leven dit vaak mede danken aan hun nederige afkomst. Als dat waar is dan is het nog niet zo gek dat de weinigen die zich desondanks daaraan weten te ontworstelen daar iets tegenover willen stellen. Dat die achtergrond dus geen beletsel hoeft te zijn, maar juist een motivator. Dit wordt hen dan door beroepsslachtoffers, meestal uit dezelfde kringen, meestal niet in dank afgenomen. Maar ik ben het er mee eens dat de meesten die dit beweren vooral doen om zichzelf meer te doen glanzen. Dan dus een bewijs dat ze die nederige afkomst, en bijbehorende minderwaardigheidscomplex, nog niet geheel kwijt zijn. Ik zal voor de lieve vrede in het midden laten onder welke politieke vleugels dit gedrag meer voorkomt.

1 Reactie
Opinius
Opinius12 dec. 2011 - 23:08

ach wat ,.ieder krijgt toch wat ie verdient,en krijgt ie het niet dan helpt "men "een handje. toch? volgens mij werkt het nog steeds zo ,in de donkere onverlichte kringen. de politieke en andere "vloeren" die net zo hun politiek spelen. wat nou afkomst? lachen