Er mag wel wat minder redactioneel aandacht gegeven worden aan de capitulatie-statements van de pro-Pieten die hun rouw verwerken
Quinsy Gario heeft genoeg van framing van de Zwarte Pieten-discussie in de media. De stemmen van voorstanders van een inclusief-feest -een Sinterklaasfeest waar racisme geen onderdeel van uitmaakt- worden gedempt zodat de witte gevestigde orde alleen zichzelf hoort. En dan geven ze zichzelf ook nog schouderklopjes.
We hebben het punt bereikt dat witte mensen zichzelf schouderklopjes geven over de voortgang van de Zwarte Piet-discussie. Wanneer structureel ruimte gegund wordt in het publieke debat aan verontwaardigde witte mannen die het recht claimen om feiten te blijven bevragen is de ongelijkwaardigheid tussen de deelnemers aan het debat aangetoond. De stemmen van de voorstanders van een inclusief-feest worden gedempt zodat de witte gevestigde orde alleen zichzelf hoort. Daardoor zie je ook meer stukken waarin men zichzelf een schouderklopje geeft voor de inzichten die zogenaamd vanuit een neutrale afstand zijn voortgekomen. Hierbij wordt het werk van zwarte mensen en anderen systematisch gewist. De weigering van dit stuk door de Volkskrant is daar een mooi voorbeeld van.
Tinkebell en Burgemeester Van der Laan als white saviours
Een ander voorbeeld is dat een keer tijdens een discussie over mijn toon in het Zwarte Piet-debat door kunstenaar Katinka Simonse, Tinkebell, zonder ironie werd gevraagd wat ik ooit had gedaan voor mijn zwarte medemens. Zij meende dat haar eigen vrijwilligerswerk haar het recht gaf om aan te geven wie wel en niet juist handelden voor hulpbehoevenden. Dat het werk dat ze bekritiseerde juist gaat over de emancipatie van voormalige koloniale subjecten in de Nederlandse context was haar dus ontgaan. Of misschien had zij er een probleem mee om het feit dat men zich niet meer als hulpbehoevende opstelde en haar dus niet nodig had in de discussie. Van de week kreeg ik te horen dat Tinkebell nu bezig is met een werk waarvoor ze botten van de in Bangladesh omgekomen kledingfabriekswerkers gebruikt. Tijdens de Peerke Donders lezing gaat ze het daarover hebben. Weer een witte held die even komt laten zien hoe zij zichzelf in het middelpunt van de misère van een ander plaatst om daarvan te kunnen profiteren.
Zo ook verscheen er recentlijk een artikel in het Parool over hoe ver we zijn gekomen in de Zwarte Piet-discussie dat er inmiddels schoolbesturen zijn die hun scholen de optie geven om af te wijken van Zwarte Piet. Dit is nog lang niet het resultaat waar veel mensen voor vechten, maar het werd gebracht als een gift waar de strijd van de voorstanders van een inclusief-feest niks mee te maken had. Het leek alsof het door ingrijpen van de burgemeester kwam die nog tegen de bestuursrechters in Amsterdam en tegen de Raad van State zei dat hij inhoudelijk geen beslissingen over de Sinterklaasviering in de stad kan nemen. Heeft hij dan gelogen of wordt er tegen de scholen in Amsterdam wat anders verteld dan tegen de bestuursrechters en de Raad van State? Ouders die hier tegen vechten, zoals de moeder die in Utrecht de school van haar kind voor het College voor de Rechten van de Mens sleepte omwille van Zwarte Piet, werden niet genoemd. Hun bijdrage aan het geheel wordt terzijde schoven en er wordt gedaan alsof het een barmhartige daad was vanuit de burgemeester, de NTR en het schoolbestuur zelf.
De agressie achter interpretatie
Het deze week verschenen artikel in de Groene Amsterdammer van Matthijs Kuipers doet een soortgelijke truc als het Parool-artikel. De discussie die hij uiteenzet in het artikel is er een tussen witte schrijvers Rob Wijnberg en Eddy Terstall en hun interpretatie van mijn werk. In het artikel wordt bepleit dat mijn werk zich focust op het behoud van raciale identiteiten en dat ik strategic essentialism toepas. Als Kuipers vorige week nog naar Het Grote Racisme Debat was gekomen of überhaupt mijn stukken had gelezen had hij geweten hoe ver naast mijn punt zij en hij werkelijk zaten. Mijn werk gaat over de gevolgen vandaag de dag van het tijdens het kolonialisme geproduceerde denkpatroon van witte kennisproductie en de reductie van het koloniaal subject tot zijn of haar lichaam. Het gaat mij om het aanzwengelen van het intercultureel dialoog in alle lagen van de samenleving. Als men mij daardoor nu als een drammerigenarcist wil neerzetten, soit. Ik wil dat men ongemakkelijke gesprekken over wat ons als een natie bindt niet meer vermijdt zoals Willem de Zwijger dat deed om Nederland überhaupt tot land te smeden, zoals mij op een donderdagavond werd verteld.
Daar komt ook nog eens bij dat ons Zwarte Piet-debat nog steeds geen werkelijk debat, discussie, dialoog of gesprek is. Wanneer het mogelijk gemaakt wordt om feiten over de figuur te negeren, voortgebracht door kunstgeschiedenis, door onder andere Esther Schreuder en Elmer Kolfin , of door landelijke anti-racisme-instituten, door het College voor de Rechten van de Mens en landelijk anti-discriminatiebureau Artikel 1 , omwille van nostalgische gevoelens is er nog steeds geen balans tussen de deelnemers aan het maatschappelijk debat. Veel mensen vergeten dan ook dat het anti-racisme van na de Tweede Wereldoorlog pas echt opgepakt werd nadat de 15-jarige Kerwin Duinmeijer , neergestoken door een neo-Nazi, doodbloedde op de Dam. Laten we zorgen dat de oproep voor een dode om het debat te stoppen van Joost -‘het is genetisch bepaald dat zwarten gewelddadig zijn’ – Niemöller ontmaskerd kan worden als de razernij van een racist. Ook nu het verhaal van de bedreigde Sinterklazen en Zwarte Piet ontmaskerd is als een hoax moeten we inzien waarom de media zo gretig het verhaal oppikten.
De hoge en de lage klassen verenigd
Er verschijnt nu een raamwerk waarbij hoogopgeleide witte mannen en vrouwen zich boven de schermutselingen plaatsen en redelijkheid van beide ‘partijen’ eisen. Het is een retorische truc die PowNed en GeenStijl al vorig jaar uitprobeerden door de weerstand tegen verandering te classificeren als iets van de lagere sociale klasse. Termen als ‘Tokkies’en ‘domrechts’ vliegen over en weer. Maar we verduisteren daarbij dat hier hoog en laag door elkaar gaan en juist de mensen uit de hogere klassen het gevaarlijkst zijn door de invloedssferen waar zij zich in bevinden.
Men vergeet dat het de directeur van het Rijksmuseum, Wim Pijbes, was die in een interview aan de NOS losliet dat je mensen in Afrika ‘negers’ noemt en dat men Zwarte Piet als herinnering aan slavernij moest koesteren. Het was de voormalige docent maatschappijleer Joram van Klaveren die op het Malieveld, tegen de wil van de makers van de Pietitie in, twee miljoen likes in ontvangst nam voordat Tilly Kaisiëpo belaagd werd door de deelnemers van die betoging. Toen Rutger van PowNed in Groningen verhaal ging halen over de intocht was het een vooraanstaande zakenman die de klemtoon verkeerd zette in het woord negeren waardoor het ‘neger-en’ werd. Ook een Rob Wijnberg met zijn bagatelliserende stukken waarin hij zichzelf kleurenblind waant doet mee aan het verdoezelen van wat al gezegd is in nationale en internationale sfeer over de figuur en racisme.
Samen komen we eruit
De vele oproepen om het debat rondom Zwarte Piet te stoppen zijn slechts snelle oplossingen voor een veel omvangrijker probleem. Inhoudelijk niet verder komen dan ‘het is geen racisme’ en ‘als het je niet bevalt moet je oprotten’ zijn capitulatie-statements van mensen die rouw verwerken. Daar kan redactioneel wat minder aandacht aan gegeven worden als je het mij vraagt. De strijd voor een inclusief-feest is al een poos geleden een strijd geworden voor de geest van Nederland en het koesteren van een veilig leefklimaat voor iedereen. Nu is het tijd voor een debat over hoe culturele overeenkomsten tot culturele samenwerkingen kunnen leiden. We wanen ons in een land waar iedereen zich kan ontplooien, laten we dan ook spreken over hoe we dat mogelijk gaan maken.
Dit artikel staat ook op de website van Quinsy Gario.