De 'schuldige' van het conflict wordt gevonden door feiten weg te laten, of te verdraaien
Een van de grootste problemen in het sociaal-wetenschappelijk onderzoek is het bepalen van oorzaken en gevolgen, zowel bij het gedrag van mensen als van groepen en/of staten. Neem de verovering en bezetting van de Westoever en de Gazastrook door Israël in de zesdaagse oorlog van 1967. Was die oorlog en bezetting het gevolg van agressie door Arabische buurlanden en Palestijnse groepen, of was het juist omgekeerd de Israëlische agressie die de Arabische buurlanden er indertijd toe bracht hun troepen te mobiliseren?
Het antwoord op die vragen is nog steeds belangrijk omdat als de zesdaagse oorlog voor Israël een verdedigingsoorlog was, de bezetting van de Westoever te rechtvaardigen is op basis van internationaal recht. Wilders schrijft daarom in De Volkskrant van 14 december j.l. dat de Westoever bezet werd na een Jordaanse aanval. Dat is in zoverre niet juist dat Jordanië pas aanviel nadat Israël Egypte had aangevallen.
Wie Israël als schuldige in het conflict ziet beschouwt de zesdaagse oorlog als een daad van agressie door Israël. De Amerikaan Finkelstein, bijvoorbeeld probeert in zijn boek Image and reality of the Israel-Palestine conflict met onnavolgbare logica aan te tonen dat Egypte in 1967 helemaal niet van plan was Israël aan te vallen, ook al had de toenmalige president van Egypte, Nasser, zijn leger gemobiliseerd en had hij de VN troepen weggestuurd, die als buffer in de Sinaiwoestijn waren gelegerd. Dan zou Israël Egypte ten onrechte hebben aangevallen op de vroege morgen van 5 juni 1967.
Finkelstein doet een poging aan te tonen dat Israël dader en niet slachtoffer is in het Midden-Oostenconflict. Dries van Agt vindt dat niet eens nodig, hij neemt dat aan. Op zijn website zegt hij meermalen dat Israël de zesdaagse oorlog is begonnen en schrijft hij letterlijk: “al in 1967 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) in een resolutie uitgesproken dat de staat Israël de in dat jaar bezette gebieden dient terug te geven aan de Palestijnen.” Hij bedoelt waarschijnlijk resolutie 242, maar de tekst daarvan is totaal anders als Van Agt suggereert. De resolutie spreekt van de terugtrekking van het Israëlische leger uit bezette gebieden (niet “alle” en niet eens “de” bezette gebieden) in combinatie met een vredesregeling. Dit laatste aspect was een impliciete erkenning achteraf van Israëls recht om zich door een aanval tegen de Arabische buurlanden te verdedigen. Van Agt laat die eis van de vredesregeling graag weg als hij de bezetting van de Westoever door Israël vergelijkt met de bezetting van Nederland door de Nazi’s.
Oude koeien? Ja zeker, hele oude koeien van meer dan veertig jaar oud, maar mensen als Dries van Agt (en dus ook Wilders), weten die koeien tot op de dag van vandaag toch steeds weer op te frissen en van een vals vernislaagje te voorzien. Van Agt krijgt daarmee bij grote groepen niet geïnformeerde Nederlanders de handen op elkaar. Zelfs op mijn eigen universiteit wordt Dries van Agt als eregast ontvangen bij feestelijke gebeurtenissen. Iemand die de feiten zoveel geweld aandoet hoort niet thuis op een plaats waar het zoeken naar de waarheid over oorzaken en gevolgen centraal zou moeten staan.