Het vertrouwen van ouders in het Nederlandse onderwijs is de afgelopen drie jaar dramatisch gedaald van 58 naar 34 procent. Dat is een ongekende verschuiving. De lat moet volgens hun flink omhoog (strengere leerkrachten, hardere exameneisen, betere feitenkennis, minder zelfontplooiing), maar de prestatiedruk mag niet verder toenemen. Nu al vindt meer dan de helft die te hoog.
Dit blijkt uit een onderzoek onder 600 ouders van kinderen tussen de 4 en 16 jaar, uitgevoerd in opdracht van het maandblad J/M voor Ouders. Het aantal ouders dat het onderwijs ronduit slecht vindt, is bijna verdubbeld: van 17 procent naar 31 procent. Vooral ouders van kinderen in het voortgezet onderwijs zijn teleurgesteld. Ondanks de kritiek op het onderwijs in het algemeen, geven de ouders de school van hun kinderen nog wel gemiddeld een voldoende.
In een reactie in J/M voor ouders noemt minister Van Bijsterveldt van Onderwijs de uitkomsten ‘heel jammer’:
Ik wil dat ouders vertrouwen hebben in ons onderwijsstelsel. Dat is het ook waard. Onze resultaten op internationaal niveau verklaren die daling niet. Wij zijn niet enorm weggezakt, maar landen als China en Brazilië halen ons in.