Terwijl het bestand in Gaza weer is gebroken en opnieuw gevechten zijn uitgebroken doet de Israëlische Ruth Reznik een opvallende oproep.
Ik werd lid van de Irgun, een rechtse zionistische militie, in de zomervakantie na de achtste klas, nadat ik had gezegd dat ik me bij Irgun of de Lehi wilde aansluiten. Ik was toen nog geen veertien. (…) Mijn vastberadenheid om me bij het verzet tegen de Britten aan te sluiten werd sterker en sterker naarmate meer leden van het verzet de doodstraf kregen opgelegd en de grenzen van het land werden gesloten voor Joodse vluchtelingen uit Europa. Ik besloot dat het tijd was om onderdeel te worden van het gevecht tegen de Britse bezetter.
Ook al was ik een tiener, het gevaar weerhield me niet. Ik sleepte me door nachten vol met verzetstheorie. Avonden lang werden gevuld met het leren kennen van lichte vuurwapens, als Stens en Brens. We leerden hoe we in het donker vuurwapens van verschillend kaliber konden herkennen, net als verschillende soorten granaten en explosieven. (…) In mei 1948 verklaarde Israël zich onafhankelijk en werd de Irgun opgeheven. Met vijftien en een half was ik een gepensioneerde verzetsstrijder.
Tot op de dag van vandaag begrijp ik de noodzaak van een bezet volk om hun bezetter te weerstaan en ondergrondse verzetsbewegingen te beginnen totdat ze hun soevereiniteit kunnen vestigen.
Reznik ziet dan ook helemaal geen heil in de huidige koers van de Israëlische regering:
We kunnen de haat tegen de bezetters niet uitwissen. Stel dat we er in slagen Gaza opnieuw te bezetten, om het jaren later opnieuw te evacueren? Hebben we dan niet zelf de volgende generatie terroristen gecreëerd?
Reznik vindt dat de huidige Israëlische regering een voorbeeld kan nemen aan wijlen Anwar Sadat, die een jaar voor zijn reis naar Israël zei:
Een wijze en moedige man neemt dappere beslissingen en laat zich niet demoraliseren door heethoofden.