Wie woorden als “asielplaag” gebruikt, is inhoudelijk bezig, angstig inhoudelijk
De Telegraaf heeft gereageerd op de massale kritiek die dit dagblad afgelopen weekend deelachtig werd omdat het in een kop de term “asielplaag” had gebruikt. Waarom ging het toch steeds weer over de tóón, klaagde een anonieme commentaarschrijver. Kon het ook eens over de inhoud gaan? Maandagavond gingen bij De Wereld Draait Door de cabaretier Dolf Jansen en de zakenvrouw Marianne Zwagerman elkaar over hetzelfde onderwerp te lijf.
Zwagerman verdedigde De Telegraaf met verve. De krant werd gepakt op een woord terwijl niemand zich druk maakte over de informatie in het artikel. Claudia de Breij, die op haar beurt zat te wachten, sloot zich bij haar aan en Matthijs van Nieuwkerk benadrukte wel tweemaal dat het zo’n geweldig stuk was onder een misschien wat ongelukkige kop.
Ze hadden het allemaal bij het verkeerde eind. Het ging niet om de tóón. Wie woorden als “asielplaag” gebruikt, is inhoudelijk bezig. Zeer inhoudelijk. Angstig inhoudelijk.
Het gebruik van metaforen is een vertrouwd middel om anderen duidelijk te maken wat je bedoelt… Je wekt associaties met dingen die je gesprekspartners zich goed kunnen voorstellen of die bepaalde gevoelens bij ze opwekken. Homeros, de eerste grote literator van de klassieke westerse beschaving was er al een meester in. Lees deze proeve maar:
Na deze overwegingen dook de goddelijke Odysseus op uit de struiken, en met zijn robuuste hand brak hij een tak uit het dichte bosje, vol bladeren, om zijn geslachtsdelen te bedekken. En hij liep als een leeuw, opgegroeid in de bergen, bewust van zijn kracht, die gaat door regen en wind, en zijn beide ogen fonkelen; en hij komt terecht tussen runderen of schapen of maakt jacht op wilde herten want zijn maag dwingt hem geiten aan te vallen en tot bij een stevig gebouwd huis te komen: zo stond Odysseus op het punt zich te begeven onder de meisjes
Odysseus is de hoofdpersoon van het verhaal. Homerus vergelijkt hem met een leeuw op jacht om niet alleen zijn kracht maar ook zijn viriliteit onder de aandacht te brengen. Daarmee geeft hij meteen extra cachet aan het licht erotische element in het verhaal: onze naakte held toont zich aan de prachtige prinses Nausikäa die met haar even prachtige vriendinnen en slavinnen naar het strand is gekomen om de was te doen. Ze hebben al bloot in de branding gedarteld maar ze zijn netjes aangekleed en aangenaam verrast als Odysseus in al zijn glorie voor hen verschijnt. Dat bracht drieduizend jaar geleden ook al de fantasie van het publiek op gang.
Sinds Homerus zijn vergelijkingen en metaforen beproefde stijlmiddelen om sfeer te scheppen. Je kunt ze niet alleen gebruiken om rond personen, groepen of toestanden prettige associaties op te roepen maar ook om ze in een kwaad daglicht te stellen. “Demoniseren” noemde Pim Fortuyn dat.
Wie metaforisch in de weer gaat is dan ook uiterst inhoudelijk bezig. Als De Telegraaf woorden gebruikt als “asielplaag”, dan associeert de redactie asielzoekers met een besmettelijke ziekte. Geert Wilders is verantwoordelijk voor het begrip tsunami in de context van vluchtelingen en immigranten. In het collectieve geheugen van de Nederlanders zit de angst voor het wassende water en brekende dijken ingebakken. Vergelijkingen die met overstromingen te maken hebben, scheppen dan ook zeer negatieve gevoelens. Laatst noemde iemand in het café de politieke islam “een kanker”.
In 1940 dwong Hitler op grote schaal de vertoning af van een documentaire, die zelfs zijn propagandachef dr. Goebbels te grof vond: Der ewige Jude. Daarin worden joden op één lijn gesteld met ratten. De commentator zegt: wat de ratten betekenen voor het dierenrijk, zijn de joden onder het mensengeslacht.
Zulke vergelijkingen zijn dus nooit onschuldig. Ze hebben niets met de tóón van het debat te maken maar alles met de inhoud. Ze geven weer hoe de auteur er zelf over denkt en wat hij op zijn publiek over wil brengen.
Wie iets leest, hoort en ziet, waarin kwaadaardige gezwellen, parasieten, ongedierte, besmettelijke ziektes, overstromingen of epidemieën als metafoor worden gebruikt om maatschappelijke problemen te beschrijven, heeft waarschijnlijk met haatpropaganda te maken. Heel Nederland wordt zo langzamerhand met het denken van Wilders en De Telegraaf geïnfecteerd.
Kijk: de cursieve zin, dat was nou haatpropaganda. Zo smokkelen propagandisten inhoud binnen net zoals je bij sommige gratis software allerlei ongewenste programma’s meekrijgt die rotzooi maken op je harde schijf.
Over de link: de beelden in deze documentaire zijn uit der Ewige Jude gelicht om in kort bestek aan het Nederlandse bioscooppubliek een antisemitische boodschap mee te geven. Als het Journaal of dit soort filmpjes vertoond werden, moesten de zaallichten aan blijven omdat er anders teveel protest uit de zaal kwam. Dat was uiteraard strafbaar.