Dat het er niet gezelliger en smaakvoller op wordt in Turkije is een tendens die al jaren zichtbaar is. Het gaat de laatste maanden echter steeds sneller bergafwaarts
Het islamitische offerfeest zit er weer op; uiteraard ook voor Turkije. Het op één na belangrijkste feest binnen de islamitische wereld zal ongetwijfeld ook dit jaar weer tot taferelen hebben geleid waar Marianne Thieme angststuipen van krijgt. Jaren geleden deed ik daar eens met tekst en foto’s verslag van, maar sindsdien grijp ik de kans om vakantie te vieren.
Dit jaar trok ik naar een Turks oord waar een verblijf, gezien de rust en schoonheid, nagenoeg perfect aansluit bij mijn beeld van een ideale vakantie. Op een kleinigheid na dan. Ik kwam er al vaker en zo wist ik dat er op deze locatie geen internet in de lucht zat. Nu opeens wel. Of de aanbieder van mobiele telefonie mijn smeekbeden heeft verhoord weet ik niet, maar er moet voor een extra mastje zijn gezorgd. Het betreffende gebied is in ieder geval nu ook in de vaart der volken opgenomen.
Korte broek Aldus hoefde ik ook tijdens mijn korte vakantie niet verstoken te blijven van wat zich in Turkije voltrok. Zo las ik op mijn Koreaanse stukje vernuft over een incident op 12 september in de Istanbulse wijk Maslak. Daar stapte een in een korte broek geklede jonge vrouw op een bus. Niet ongebruikelijk tijdens de zomer. Veel jonge Turkse vrouwen gaan zo gekleed tijdens de warmste zomermaanden. Seculiere vrouwen dan, want de combinatie van een hoofddoek en blote benen is uiteraard not done. Moet iedereen voor zich weten. Alleen kan niet iedere Turk het opbrengen om die keuzevrijheid te respecteren.
Eenmaal in de bus werd de mevrouw in kwestie aangevallen door een man die tot razernij werd gebracht door haar kleding. Deze Abdullah Cakiroglu mishandelde haar zwaar. Op een zeker moment schopte hij haar zelfs in het gezicht, waarbij hij haar uitschold voor ‘duivel.’
Schandalig natuurlijk, al was het niet veel minder schandalig dat geen van de andere passagiers zich geroepen voelde om in te grijpen.
Aanklager Cakiroglu werd door de politie aangehouden en tijdens een verhoor gaf hij zijn misdaad toe. Hij verklaarde impulsief gehandeld te hebben nadat hij constateerde dat de vrouw gekleed was in strijd met zijn tradities. Verder zei hij behandeld te worden voor een psychische stoornis.
Wel, gek is hij zeker, daar zal ieder zinnig mens het over eens zijn. Hij is echter niet de enige gek van deze categorie in Turkije, want het is niet voor het eerst dat vrouwen hier vanwege hun kleding worden aangevallen.
Bij justitie in Turkije bestaat kennelijk begrip voor dit soort idioten, want Cakiroglu werd een paar dagen later vrijgelaten. De dienstdoende aanklager meende dat het ‘toebrengen van lichamelijk schade’ geen vergrijp is dat arrestatie rechtvaardigt.
Tja, om zonder publieke druk voor arrestatie in aanmerking te komen in Turkije anno 2016 moet je een kritisch artikel schrijven, pleiten voor vrede, met de Gülen-beweging geassocieerd worden – bijvoorbeeld omdat de zuster van je buurman een volgeling is van imam Fethullah Gülen – of socialist zijn.
‘Linkse terroristen’ Cakiroglu kwam dus vrij. Echter, niet voor lang, want nadat justitie via de sociale media een golf kritiek over zich had gekregen werd hij voor de tweede keer aangehouden. Alleen nog steeds niet wegens mishandeling, maar voor ‘het veroorzaken van vijandigheid tussen groepen binnen de samenleving’.
Wat opvalt is het verschil tussen Cakiroglus verklaringen. Tegenover de politie kon hij dan over een psychische stoornis gesproken hebben, maar voordat hij naar de rechtbank werd gebracht zei hij tegen journalisten dat hij was aangevallen door een groep ‘linkse terroristen’. Die bewering werd nergens door onderbouwd, zoals gesteld zelfs niet door zijn verklaring op het politiebureau. Zo te zien meende Cakiroglu op sympathie van het publiek te kunnen rekenen door links de schuld te geven.
Anti-links klimaat De reactie van Cakiroglu is tekenend voor de anti-linkse sfeer in Turkije. Na de mislukte staatsgreep van 15 juli jl. lijkt die nog meer afgetekend dan in voorgaande jaren. Zoals bekend geeft de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) de Gülen-beweging de schuld van de couppoging. Daarbij hanteert de AKP echter een bizarre redenering: omdat de coupplegers tegen de regering waren, stond iedere andere tegenstander als vanzelfsprekend ook achter de coup.
Uiteraard valt hier niets voor te zeggen. Het komt er uiteraard op neer dat president Erdogan en trawanten de situatie aangrijpen om ook met andere tegenstanders dan alleen die van de Gülen-beweging af te rekenen. Dit benadrukt hoe goed die mislukte staatsgreep hen uitkomt (waarmee overigens nog niet is gezegd dat ze er de hand in hadden).
Onder de noodtoestand worden socialisten zo nog meer dan voorheen doelwit van de AKP. De conservatieve en vaak uiterst rechtse AKP-meute stemt daar even braaf mee in als de regeringsgezinde media. Daar ziet men maar al te graag over het hoofd dat de Gülen-beweging nog minder met socialisme te maken heeft dan met boeddhisme.
Tarik Akan In het kader van dit nieuwe hoofdstuk binnen het aloude anti-linkse klimaat in Turkije viel me kort na het offerfeest de berichtgeving op rond het overlijden van Tarik Akan, een populaire acteur die met name tijdens zijn hoogtijdagen in de jaren zeventig menig vrouwenhart beroerde.
Akan stond ook bekend vanwege zijn politieke opvattingen. Na de staatsgreep van 1980 zat hij een paar maanden gevangen omdat hij een herdenking had bezocht van de wereldberoemde, in 1963 overleden, communistische dichter Nazim Hikmet. Daarnaast werd Akan destijds verweten dat hij zich aansloot bij een vredesinitiatief.
Gezipark Het politieke establishment veranderde in Turkije, maar Akan bleef zich kritisch opstellen ten aanzien van de regering. In 2013 schaarde hij zich achter het (vreedzame) protest tegen de afbraak van het Gezipark in Istanbul. Daardoor haat de AKP-achterban hem nu even zeer als de militaire junta in 1980.
Een niet gering aantal volgelingen van president Erdogan vindt dan ook dat Akan de hel verdient omdat hij pleitte voor het behoud van het laatste stukje groen in Istanbuls centrum. Daar herinnerden zij bij zijn dood op een misselijkmakende manier aan.
Dat het er niet gezelliger en smaakvoller op wordt in Turkije is een tendens die al jaren zichtbaar is. Het gaat de laatste maanden echter steeds sneller bergafwaarts. Niet alleen met de mensenrechten, maar ook met de mentaliteit onder een groot deel van de bevolking.