Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Ontwikkeling van binnenuit

  •  
22-06-2023
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
724 keer bekeken
  •  
ontwikkelingvanbinnenuit

Ontwikkelingshulp had vanaf haar ontstaan een Januskop. In de jaren vijftig werd reeds door kerkelijke en sociaaldemocratische organisaties gepleit voor het geven van hulp aan arme landen, maar pas nadat in 1962 de beide werkgeversorganisaties de regering vroegen een fonds in te stellen ter financiering van exporten naar landen met weinig koopkracht, werd een begin gemaakt met de ‘hulp’. Want, zo schreven de werkgevers, “er bestaat een noodzaak voor de industrielanden om in dichtbevolkte ontwikkelingsgebieden grotere markten te vinden voor de afzet van hun producten.”

Vanaf dat moment bestond de hulp uit een humanitair en een commercieel deel. Afhankelijk van de politieke kleur van de minister werd de nadruk gelegd op het humanitaire dan wel het commerciële deel. Jan Pronk (PvdA), minister in 1973 en later in 1989, legde de nadruk op het humanitaire, Eegje Schoo (VVD), minister in 1982, legde de nadruk op het commerciële deel. De naamsverandering sinds het aantreden van het kabinet Rutte in 2012 in “Ministerie voor buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking” is duidelijk het resultaat van de invloed van de VVD.

Naast de Nederlandse hulp is er nog de hulp van de EU, van de Wereldbank en de leningen van het IMF, elk met hun eigen voorkeuren en doelstellingen. Door dit conglomeraat van hulpstromen raakt hulp nog al eens verstrikt in overlappingen en tegengestelde belangen. Het gevaar bestaat dat hulp ineffectief wordt en dat het vertrouwen in het positieve effect van hulp zowel in ‘arme’ landen als ‘rijke’ landen afneemt.

Voor Erik van der Sleen (1943), decennia lang ontwikkelingswerker en schrijver van het boek “Ontwikkeling van binnenuit”, is dit echter geen reden hulp af te schaffen. Integendeel. Handig manoeuvrerend tussen alle belangen in wist hij en met hem vele werkers zinvolle armoede bestrijdende projecten van de grond te krijgen.

Kritiek op het overheidsbeleid is zinnig, maar volgens hem zijn er twee soorten kritieken. Er is kritiek gericht op het verbeteren van de hulp en er bestaat kritiek gericht op het opheffen daarvan. De kritiek van Van der Sleen richt zich vooral op het feit dat de wijze waar op de hulp besteed moet worden veelal dankzij de kritiek in afnemende mate bepaald wordt door Westerse hulpgevers.

Van der Sleen kiest zelf niet voor het begrip “van onderop”, want ook dan kan het fout gaan; hij kiest voor het begrip “van binnen uit” en daarmee bedoelt hij dat je je aan moet sluiten bij een gloedvolle innerlijke behoefte tot samenwerking en emancipatie van de lokale bevolking. Ontwikkeling = emancipatie, schrijft hij ergens. Als ontwikkelingswerker op diverse gebieden heeft hij daar meer dan zijn halve leven aan gewerkt.

Thans in zijn pensioenjaren heeft hij de valkuilen van het ontwikkelingsbeleid, de successen, de tegenvallers en alle andere ervaringen plus zijn gerijpte visie op het beleid opgeschreven in het vuistdikke boek “Ontwikkeling van Binnenuit”. Een aanrader voor iedereen die nou echt het naadje van de kous wil weten en/of zich wil inzetten voor de emancipatie van de 2,5 miljard armen die nog steeds leven in onze rijke wereld.

Ontwikkeling van Binnenuit. Uitgever Aspekt, prijs: € 39,95

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.