We lijken gewend te raken aan het behalen van deadlines, targets, hoge rendementen. En lijden massaal aan een opgedrongen Calimero-complex
Sinds de Olympische Spelen in Rio de Janeiro ben ik officieus een ‘loser’. Net als u, beste lezer, naar alle waarschijnlijkheid. En met ons zijn vele andere miljoenen Nederlanders indirect ‘losers’, zélfs al hebben ze ooit meegedaan aan de Olympische Spelen. Want wie kan er nu zeggen dat hij of zij een medaille van Olympisch kaliber heeft veroverd in het verleden?
Maurits Hendriks heeft als chef de mission van de Olympische equipe een flinke knauw gegeven aan de Nederlandse sporters die dit jaar mochten deelnemen aan het meest prestigieuze sportevenement ter wereld. Hij gaf aan teleurgesteld te zijn over de prestaties van onze huidige sportelite.
Het merendeel van deze Olympische sporters én sportminnende medelanders gaf daarentegen aan dat ze teleurgesteld waren over het beleid van Hendriks. Dit begon al in de eerste week met het wegsturen van Yuri van Gelder. Hij werd na zijn nachtelijke uitstapje op staande voet ontslagen uit het NL-team en met de ziel onder de indrukwekkende armen op het vliegtuig naar huis gezet. Hij zou nooit de officiële ‘Lord of the Olympic Rings’ mogen worden.
Vervolgens werd de beledigende en volledig misplaatste term ‘losersvlucht’ in het leven geroepen. Sporters die geen medaille hadden weten te bemachtigen werden, binnen 48 uur nadat hun sportdiscipline was afgesloten, vriendelijk uitgezwaaid naar huis. Een potentieel hemelse prestatie eindigde rechtstreeks in een hemelse deceptie. “Bedankt voor de moeite en tot ziens in Tokyo!”, moet het hebben geklonken voordat de ‘losers’ hun vervroegde enkeltje Rio de JanAiro – Amsterdam overhandigd kregen.
Een (sport)mensonterend tafereel. Juist waar helden met eerdere mondiale medailles als bijvoorbeeld Femke Heemskerk, Henk Grol, Kim Polling en Bas Verwijlen empathie en nazorg van de ploeg zouden moeten ontvangen, om ze te behoeden voor een definitieve stop van hun prachtige carrière, kregen ze een ticket naar het land waar hun imposante sportcarrière ooit begon.
Toch kunnen we deze negatieve kwestie omdraaien en hier een positieve benadering aan proberen te geven. Hendriks’ autoritaire optreden is namelijk het resultaat van een cumulatief maatschappelijk probleem dat zijn oorsprong heeft in de sport. De prestatiemaatschappij floreert als nooit te voren. We lijken gewend te raken aan het behalen van deadlines, targets, hoge rendementen en excellerende resultaten. We prefereren cum laude boven de zesjescultuur. En lijden massaal aan een opgedrongen Calimero-complex. Een en ander brengt met zich mee dat we te hoge verwachtingen creëren voor onszelf en voor anderen. Hoge verwachtingen leiden onherroepelijk tot een bepaalde druk en kunnen verlammend werken.
Laat deze organisatorische miskleun dan ook een begin worden van een ontspannen benadering richting Tokyo 2020. Geef alle ervaren en onderlegde trainers en coaches hun vertrouwen en alle (potentiële) Olympiagangers hun waardigheid terug. Laat de diverse media niet nu al spreken van verwachtingen richting 2020. Creëer ontspanning en luwte.
Schenk sporters hun faciliteiten en beknibbel niet op NOC*NSF-gelden die vaak pas vergeven worden na het binnenhalen van een wereldprestatie, maar wees ze voor. Dat stimuleert en motiveert. En geef de van oudsher bekende Olympische gedachte een nieuwe kans. Want wanneer de insteek weer zal worden dat ‘meedoen belangrijker is dan winnen’, komen de prestaties uiteindelijk vanzelf.