Politiek, oligarchen en criminaliteit blijven nauw met elkaar verweven
Op 25 mei worden er in Oekraïne vervroegde presidentsverkiezingen gehouden. Daartoe had het Oekraïens Parlement op 22 februari met grote meerderheid besloten toen bleek dat president Yanukovich spoorloos verdwenen was, zonder enige uitleg. De dag daarvoor had hij samen met Oekraïense oppositie-leiders en de Duitse en Franse ministers van Buitenlandse Zaken een memorandum ondertekend voor een oplossing van de zware politieke crisis in zijn land. Pas later zou blijken dat hij zijn vlucht lang had voorbereid.
De presidentsverkiezingen bieden daadwerkelijk uitzicht op een hoognodige trendbreuk in Oekraïnes ontwikkeling. Na de zgn. Oranje-‘revolutie’ van 2004 had de verkiezing van Viktor Yushenko tot president hoge verwachtingen gewekt. Oekraïners hoopten op een einde aan de jarenlange corruptie, de administratieve willekeur en de onvoorstelbare elfverrijking door politici en oligarchen. Door het geruzie tussen Yushenko en zijn premier Yulia Tymoshenko is er van hervormingen echter nauwelijks iets terecht gekomen. Hun jarenlange tweestrijd leidde uiteindelijk tot de terugkeer van de door de Oranje-‘revolutie’ afgeserveerde Yanukovich, nu zelfs als president.
De 36,5 miljoen kiesgerechtigde Oekraïners kunnen kiezen uit 21 kandidaten. De meest serieuze en momenteel het best scorend in de opiniepeilingen zijn Petro Poroshenko, Yulia Tymoshenko en Sergei Tigipko. Zij zijn de enige kandidaten met ruime regeringservaring. De eerste is miljardair, de twee anderen zijn multimiljonair, Poroshenko en Tigipko hebben nog altijd actieve zakelijke belangen. Tigipko is nog maar zeer onlangs uit Yanukovichs Partij van de Regio’s gestapt, terwijl de presidentskandidaten Mikhail Dobkin en Yuri Boyko, beiden afkomstig uit Oost-Oekraïne, lid zijn gebleven van die partij. Kandidaten die de laatste maanden ook de buitenlandse pers hebben gehaald zijn Olga Bohomolets, een arts die heldinnen-status verwierf tijdens de Maidandemonstraties, Oleg Tiahnybok, leider van de nationalistische partij ‘Svoboda’, Dimitri Yarosh, leider van de ultra-rechtse partij Pravy Sektor’ en Inna Shevchenko, oprichtster van de blote-borsten protestbeweging ‘Femen’.
Na president Yanukovich’ vlucht gaven opiniepeilingen al snel aanzienlijke steun voor Poroshenko als Presidentskandidaat aan. Sinds zijn kandidaatstelling ligt hij voortdurend ver op kop in de peilingen. Momenteel zou zo’n 45 procent van de ondervraagden voor hem stemmen, tegen 13 procent voor Tymoshenko and 8 percent voor Tigipko. Algemeen wordt daarom aangenomen dat Poroshenko de verkiezingen zal winnen, wellicht zelfs in de eerste ronde.
De 48-jarige president-in-spé is eigenaar van ‘Roshen’, Oekraïnes grootste fabrikant van zoetwaren en chocolade en van autobedrijven, een scheepswerf en de televisiezender ‘Kanal 5’. Hij is politiek actief sinds 1998, als parlementslid, minister van Buitenlandse Zaken en minister van Handel en Economie, dat laatste onder president Yanukovich. In West-Europa zou het onmogelijk zijn voor een miljardair-eigenaar van een bedrijven-conglomeraat om president te worden. In Oekraïne is zoiets echter nog steeds gebruikelijk.
Sterker nog, politiek, oligarchen en criminaliteit blijven nauw met elkaar verweven. De gouverneurs, die door de overgangsregering in Kiev zijn aangesteld om in Oost-Oekraïne en Odessa orde op zaken te stellen, zijn de (super)rijke zakenlieden Igor Kolomoyskyi , Sergei Taruta en Igor Palytsia. De rijkste man van Oekraïne, Rinat Akhmetov, laat sinds een week zijn arbeiders samen met de politie de straten van de stad Mariupol patrouilleren om de orde te handhaven. Ook was er een serieus gerucht dat afgelopen maart voormalig presidentskandidaat Viktor Klitschko en Poroshenko met Dmytro Firtash in Wenen spraken. Firtash is een invloedrijke Oekraïense oligarch met goede contacten in Rusland die Oostenrijk op verzoek van de Verenigde Staten heeft gearresteerd op verdenking van corruptie.
Helaas gaat het er bij verkiezingen in de Oekraïne dus nog steeds om het kleinste van verschillende kwaden te kiezen. Tegenstanders noemen Poroshenko een kameleon omdat hij zo vaak van partij heeft gewisseld en onder verschillende premiers minister is geweest. De meeste serieuze waarnemers zijn het er echter rover eens dat Poroshenko desondanks een goede president kan zijn voor Oekraïne. Hij heeft zich altijd nadrukkelijk uitgesproken voor een Westerse koers, ooit voor een Oekraïens Navo-lidmaatschap. Vanaf het begin heeft hij meermaals de Maidandemonstranten toegesproken. Zijn televisiezender is de enige geweest die open over de demonstraties berichtte. Afgelopen december riep hij tijdens het Davos World Economic Forum riep openlijk op tot sancties tegen het Yanukovich-regime. Hij is voor een Oekraïense eenheidsstaat, maar met vergaande decentralisatie voor de regio’s. Zoals hij onlangs zelf zei; het feit dat Putin mijn fabriekenin Rusland heeft geconfisqueerd toont aan dat ik blijkbaar iets goed doe.
Centraal in het memorandum dat president Yanukovich en oppositieleiders op 21 februari ondertekenden, stond de terugkeer naar de grondwet van 2004. Die legt de belangrijkste bevoegdheden bij de Eerste Minister, niet langer bij de president. Poroshenko zal dus alleen maar succes kunnen hebben wanneer er een Eerste Minister komt die zijn politieke visie deelt. En daarvoor zijn vervroegde parlementsverkiezingen nodig. Het huidige parlement werd in 2012 verkozen in verkiezingen die niet geheel ‘vrij en eerlijk’ waren en weerspiegelt geenszins de sterk veranderde meningen van de bevolking. Het is onbegrijpelijk dat Oekraïne nog altijd niet besloten heeft om zulke vervroegde verkiezingen te houden. Het lijkt geen prioriteit te zijn in het nationale politieke debat en is daarom zeker iets waarop de Europese Unie moet aandringen.
Zelfs als Poroshenko en een nieuwe regering met volle kracht politieke en economische hervormingen willen doorvoeren, zal het een uiterst zware strijd worden. Er zullen zich sterke binnenlandse en buitenlandse tegenkrachten manifesteren. Het is in haar eigen belang dat de Europese Unie Oekraïne de komende jaren actief steunt, zij heeft er baat bij omringd te zijn door democratisch functionerende landen. Zwaartepunt van de Europese steun moet zijn de Oekraïners te helpen om hervormingen door te voeren die er toe leiden dat hun land zich onomkeerbaar ontwikkelt richting democratische rechtstaat. Dat is ook wat de Oekraïners zelf willen. Daartoe zal de EU haar hulp moeten koppelen aan strenge oorwaarden, zoals een effectieve corruptiebestrijding (openbare aanbestedingen), het onafhankelijk maken van het justitieapparaat en de rechterlijke macht, transparantie van overheidsbeslissingen, vrije en eerlijke verkiezingen op alle niveaus en het versterken van civil-society. Tegelijkertijd is het van belang dat Europa Oekraïne niet het ‘Westerse kamp’ in trekt of lokt. Dat is aan de Oekraïners zelf om te beslissen. En dat is pas mogelijk wanneer hun land, met Europa’s kritische ondersteuning, een samenleving is geworden waar besluiten die het nationale belang aangaan op democratische wijze genomen worden.