Eindigheid hoort bij groei en zo ook de acceptatie van eindigheid aan groei
Wiebe Draijer, voorzitter van de SER, riep een paar maanden geleden op tot een nationaal groeidebat. Groeien met de riemen die je hebt, blijkbaar. Maar zoveel riemen hebben we niet meer. Waar komt dat hardnekkige geloof toch vandaan, dat alsmaar door kunnen groeien een reële optie is?
De wortels van het geloof in oneindige groei zitten blijkbaar diep in ons verankerd. Zo diep, dat het moeilijk is om dat geloof te temperen, afstand te nemen en het nog eens te heroverwegen. Want groei en het leven horen bij elkaar. Dat is ook zo. Vanaf onze geboorte leren we dat groei goed is. Als kind moet je groeien en bij die groei hoort ontwikkeling. Als we een boom planten gaat deze groeien. Zelden dringt het besef door, dat aan elke groei een einde komt, meestal met de dood. De boom wordt ziek, sterft en valt om. Net als wij.
Eindigheid hoort bij groei en zo ook de acceptatie van eindigheid aan groei. Eigenlijk zijn we ons leven lang bezig met groeien en laten groeien. Ons gezin, onze kennis, ons inkomen, ons pensioen, ons huis, onze auto en dus onze welvaart. Het grenzeloze geloof in oneindige groei en de verbinding tussen groei en het beleven van welvaart sluiten de ogen voor een andere realiteit, namelijk dat een stapje terug weliswaar enige aanpassing vraagt, maar niet onoverkomelijk is. Uiteindelijk pas je je aan aan deze nieuwe realiteit en vaak blijkt dat je dan niet eens minder gelukkig hoeft te zijn.
Dit verschil tussen de emotie geluk en het genoegen welvaart is in onze westerse samenleving volledig vervaagt, hoewel de Nederlandse bankier Sander Tideman in 2004 een dappere poging waagde om het door koning Jigme Singye Wangchuk van Bhutan opgebrachte begrip Bruto Nationaal Geluk met Bruto Nationaal Product in balans te brengen. Dapper, maar niet houdbaar.
Want als we iets meer afstand nemen, zouden we kunnen zien dat continue groei niet alleen onrealistisch, maar uiteindelijk zelfs destructief is. De alsmaar continuerende wereldbevolkingsgroei in combinatie met het streven van al deze mensen naar net zo op de pof te kunnen leven als Amerikanen en als wij, put de grondstoffen van onze planeet uit en vernielt de menselijke biotoop. De groei van de wereldbevolking verstikt als onkruid onze planeet en is onhoudbaar.
Er zijn oplossingen om dit tij te keren. De eerste is delen. Dat betekent ook: weggeven aan anderen die minder hebben. Als we zouden delen met volkeren die vooral groeien om existentiële redenen, zoals zorg bij ouderdom, gebrek aan fatsoenlijke geboortepreventie, ondermaatse positie en ontwikkeling van vrouwen, armoede en kindersterfte, zou daar de behoefte aan bevolkingsgroei afnemen en zou de wereldbevolking beheerst kunnen krimpen. Hoewel veel mensen in het Westen zich op de christelijke of morele borst slaan, is het begrip delen ook bij hen toch helaas ernstig verwaterd. Wellicht is het tijd voor een ethisch reveil en vooral voor introspectie.
Een tweede oplossing is beperking en leven met welvaartskrimp. We zullen moeten zoeken naar andere vormen van tevredenheid en geluk dan behaag- en pronkzucht. Als we dit nu inzetten, kan het nog beheerst en dus geleidelijk verlopen. Maar als we wachten, komt er een moment dat het plotseling en volledig gebeurt. Domweg omdat we wel kunnen denken dat we zaken nog even vooruit kunnen schuiven, maar dan volgt er onvermijdelijk een harde correctie, al tijdens ons leven of tijdens dat van onze kinderen of kleinkinderen.
Dat kan een milieu- of klimaatramp zijn, of een oorlog om grondstoffen en water. Zeker leidt ook dat tot krimp, maar ook tot onnoemelijk lijden. Of je daar op wilt wachten is een optie. Maar één ding staat als een paal boven water: eindigheid hoort bij groei. Dus het is linksom of rechtsom. Aan u de beslissing.