Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Object of abject?

  •  
27-01-2024
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
1250 keer bekeken
  •  
niod

In de verzamelaarswereld heerst veel grijs gebied, dat geldt zowel de verzamelingen alsook de wijze waarop e.e.a. wordt verkregen.                        

De essentie van het verzamelen is een collectie te completeren en het ligt aan de vasthoudendheid van de verzamelaar hoever daarin te gaan.                          

Zo worden in die community vaak grenzen van het onbetamelijke overschreden, wat geen doodzonde zou zijn als het handtekeningenjagers betreft of fanatiekelingen die het hemd van het lijf van hun pop-idolen scheuren.     

Anders wordt het echter wanneer het gaat om beladen stukken, museale zaken van internationale, cultuurhistorische waarde en belang. Kan een vermogende verzamelaar zaken aan het oog van historici onttrekken uitsluitend om zijn verzamelwoede te bevredigen? Nog altijd is het antwoord op deze vraag volmondig: Ja.

Waar houdt, bij de vondst van zaken die van historisch belang zijn, mijn verantwoordelijkheidsgevoel ten aanzien van de maatschappij op en begint het verzamelaarsbloed te stromen? Een afweging die wij in een democratie als de onze op basis van ethiek en moraal gelukkig zelf mogen maar ook móeten maken. Zo mogen allerlei oorlogs-insignia niet worden geëtaleerd of in het openbaar gedragen maar schijnbaar wel verhandeld en verzameld.                  

De opvallende onverschilligheid waarmee de meest uiteenlopende documenten, memorabilia en militaria wordt aangeboden is daarbij kenmerkend.               

Men biedt objecten en documenten als schijnbaar gewone handelswaar aan maar benadrukt daarbij tegelijk de unieke historische waarde: slechts toegankelijk voor die ene unieke verzamelaar. Adagium blijft dus ‘Handel is handel’.            

Niet alleen de exclusiviteit van een object geldt maar vooral ‘de lading’.      

Exact daar zit ‘m de kneep in de internationale verzamelaarswereld.               

De schoonheid en estethiek kan niet los worden gezien van die politieke lading. De ontegenzeggelijk aantrekkelijke ‘vormgeving van het Derde Rijk’ zal daardoor altijd zijn kracht blijven uitoefenen op die onverzadigbare verzamelaar.

De verzamelaarswereld kent overigens vele gedaanten.                                  

Degene die vergenoegd een haarlok van Napoleon tentoonstelt hoeft geen enkele kritiek te vrezen. Musea die Egyptische mummies en hun schatten tentoonstellen wordt zelden de vraag voorgelegd hoe zij eigenlijk tegenover het begrip ‘grafroof’ of ‘heiligschennis’ staan. Er heerst een duidelijke dubbele moraal waar het privé dan wel publiekstoegankelijke collecties betreft.                      

Ook speelt het permanente gebrek aan financiële middelen musea en openbare collecties parten, zodat veel belangrijke stukken bij de hoogst biedende terechtkomen. In 2020 versplinterde op die manier de collectie van Fernando de Soeten. Op het moment van zijn overlijden bezitter van de grootste particuliere collectie rond de N.S.B.                                                                         

Soeten en diens vader legden een omvangrijke collectie aan waarvan op z’n minst de platte zaken (collectioneursjargon voor alles van papier zoals documenten, poster, kranten, bladen etc.) naar het NIOD danwel het Nationaal archief hadden behoren te gaan. Door de jaren had Soeten een innige band met het NIOD en vulden de particulier en het instituut elkaars collectie aan. Het mocht niet zo zijn en zo verwisselden topstukken als het paspoort (!) van Anton Mussert voor 15.000 euro van, particuliere, eigenaar.                               

Het Belgische veilinghuis Aiolfi bood in april 2022 zogenaamde ‘last archives of the Führerbunker’ aan (een groot deel wordt toegeschreven aan het archief van Martin Bormann). Officiële stukken, telegrammen, foto’s etc. destijds door militairen uit de Führerbunker ‘meegenomen’ artefacten worden aangeboden voor zulke uiteenlopende richtprijzen als 50 euro voor wat losse foto’s tot enige duizenden euro’s voor een telegram met ‘Hitlers last military orders’.           

Twee maanden later wordt 1,1 miljoen dollar afgetikt voor een gouden horloge geveild met het intrigerende bijschrift; ‘Said to have belonged to Nazi leader Adolf Hitler’. Zogenaamde Hitleriana als hoogtepunt van deze veiling van nog veel meer Nazi-memorabilia. Op reguliere dagen kan de verzamelaar zijn hart ophalen met de aankoop van ‘geeëmailleerde tegels van de oven van Hitler’s Berghof’ en brokstukken marmer van diens Open Haard. Naar verluidt namen Amerikaanse militairen die brokstukken mee om ze daarna als asbakken (!) te verhandelen. Het aanbod is kortom onvoorstelbaar en overweldigend. Robert Harris die de vervalsingszaak rond de dagboeken van Hitler beschrijft in ‘Selling Hitler’ noemt in de zijlijn wat excessen. In Kansas drinkt een ambtenaar uit de punch bowl van Hitler, een huisarts in Chicago is de trotse eigenaar van Herman Wilhelm Göring’s met juwelen bezette jachtmes en in Arizona rijdt een handelaar in tweedehands auto’s rond in Eva Braun’s Mercedes. Onovertroffen echter is de Engelse superverzamelaar Kevin Wheatcroft die gedreven door een obsessieve verzamelzucht de grootste collectie van het Nazi-verleden ter wereld heeft opgebouwd. Eigenhandig rukte hij de stalen wijnrekken uit de Berghof en is hij in het bezit van Hitler’s uniformen, vele voertuigen, tanks en andere Nazi-unica. In man’s eigen woorden; “Ik wil dat de mensen deze spullen kunnen zien. Er is geen betere manier om zo de geschiedenis te begrijpen”. Een valide argument, maar of deze collectie in private handen dient te verkeren…en natuurlijk ook; Waar gaat fascinatie over in adoratie? Schrijnend voorval in deze was de diefstal van het smeedwerk boven de poort van Auschwitz. In 2010 sloopte een Zweed de beruchte woorden ‘Arbeit macht frei’ van de poort waarna het, in drie stukken gebroken, nog net door justitie werd teruggevonden alvorens het macabere ‘item’ in een collectie kon verdwijnen

Betreft het wansmaak of stellen deze verzamelaars historisch cultuurgoed veilig? Een vaak gehoord argument. In 2007 dook bij veilinghuis Bubb Kuyper te Haarlem een CABR-archief (Centraal archief bijzondere rechtspleging) op met 65 brieven en documenten aangaande collaboratie. Zeer persoonlijke en gevoelige stukken die destijds door een ambtenaar van het Directoraat-Generaal naar huis zijn genomen en blijkbaar niet geretourneerd liggen op straat. Het Nationaal Archief was er nog nét op tijd bij de stukken veilig te stellen. Dat was in 2003 helaas niet het geval toen hetzelfde veilinghuis een collectie documenten uit het NSB-archief (!) veilde.                                         

Men vraagt zich tenslotte af of de handel in al dit soort artefacten en documenten wettelijk wel mag? Zou je Nazi-memorabilia niet ‘onvervreemdbaar eigendom van de Duitse staat’ mogen noemen? De auteursrechten voor ‘Mein Kampf’ worden ook nog altijd geïncasseerd door de deelstaat Beieren. In ‘Selling Hitler’ rept Robert Harris over het feit dat de ‘Hitler-nalatenschap’ na een rechtzaak in 1948 werd geconfisceerd door de Staat Beieren. Hitler’s testament werd ongeldig verklaard maar die rechten betroffen alleen bekend, gepubliceerd materiaal. Waar ligt wat en wie mag eigenlijk (Internationale-) rechten claimen voor deze zaken?

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.