Pleidooi bestuursvoorzitter Dijkhuizen valt slecht, buiten én binnen zijn eigen Wageningen Universiteit
Zijn pleidooi voor meer intensieve landbouw wordt Aalt Dijkhuizen zowel buiten als binnen zijn eigen universiteit niet in dank afgenomen. Dat meldt Trouw dinsdag. De voorzitter van de raad van bestuur van de Wageningen Universiteit roemde bij de opening van het academische jaar de Nederlandse bio-industrie als model om honger te bestrijden. Maar “in Wageningen zijn ook andere geluiden over duurzaamheid te horen dan dat van Dijkhuizen”, zegt Paul Struik, hoogleraar gewasfysiologie aan Wageningen Universiteit.
“Ik, en vele collega’s met mij, zouden graag zien dat de voorzitter van een pluriforme universiteit zich genuanceerder uitdrukt”, zegt Struik dinsdag in Trouw. De uitspraken van Dijkhuizen een dag eerder doen het nodige stof opwaaien, ook in Wageningen zelf. Dijkhuizen hanteert wel een erg nauwe definitie van duurzaamheid, vinden medewerkers van de universiteit. Daarin is geen ruimte voor dierenwelzijn, biodiversiteit en de kwaliteit van de bodem en het water. Struik:
Hij kijkt alleen naar de efficiëntie per eenheid product. Hij vermeldt daarbij niet dat de intensieve landbouw de mest op een kleiner oppervlak concentreert. Om de mineralenbalans in evenwicht te houden moet die terug naar de bron van het voer, maar dat is ver weg. In Brazilië of Thailand.
Dat Dijkhuizen een verband legt met mogelijke voedseltekorten, noemt Struik bangmakerij.
Hij stelt nu: ‘Of je kiest voor intensieve landbouw of de groeiende wereldbevolking lijdt straks honger.’ Dat klopt niet. We kunnen ook met zijn allen eten als we op een andere manier landbouw bedrijven.
Jan Willem Erisman, directeur van het Louis Bolk Instituut, beaamt dit.
Er gaat nu wereldwijd dertig tot veertig procent aan voedsel verloren. Als je die voedselverspilling tegengaat, en de distributie beter organiseert is al een wereld te winnen. Minder vlees eten ligt ook voor de hand.”
Hij betwijfelt bovendien of de intensieve landbouw op termijn ook weerbaar is.
Het overmatig gebruik van antibiotica en het gebrek aan biodiversiteit – de Nederlandse veeteelt gebruikt nog maar enkele veerassen – komen de kwaliteit van het vee en het vlees niet ten goede.
Ook bijna alle politieke partijen hebben bezwaren tegen een verdere uitbreiding van de intensieve veehouderij, schrijft Trouw. Niet alleen de Partij voor de Dieren en GroenLinks, maar ook PvdA en SP willen een al dan niet voorlopige stop op megastallen. D66 en de ChristenUnie willen het vergroten van stallen ook beperken. Voor CDA en SGP is het gezinsbedrijf de gewenste maat, VVD en PVV noemen veehouderij nauwelijks in hun programma’s.