Aspirant-leden van studentencorps Vindicat hebben deze zomer allemaal een contract moeten tekenen waarin zij verklaren niets over de ontgroening naar buiten te brengen. Bij het schenden van het contract zouden de aspirant-leden een direct opeisbare boete van 25.000 euro betalen. Het contract is in handen van de NOS.
Behalve de strikte zwijgplicht, vrijwaart het contract Vindicat van alle mogelijke schade tijdens die ontgroening. Het contract zou nu al zeker drie jaar aan nieuwe leden worden voorgelegd. Vindicat is niet het enige corps dat nieuwe leden een contract voorlegd, maar een rondgang langs andere studentenverenigingen leert dat zij lang zo streng niet zijn. Zo vragen de corpsen in Amsterdam en Leiden bijvoorbeeld wel om geheimhouding, maar stellen daar geen boete tegenover.
Rector Stijn Derksen van Vindicat houdt vol dat de zwijgplicht niet betekent dat aspirant-leden niet met de pers mogen praten. ‘Ik snap dat je het zo leest, maar heb mijzelf nooit beperkt gevoeld.’ Volgens Derksen is het contract toch vooral bedoeld om te voorkomen dat journalisten undercover aan een ontgroening meedoen. De rector zegt te overwegen een volgende versie van het contract anders te formuleren.
Vindicat kwam de afgelopen dagen meermaals slecht in het nieuws. Vorige week omdat de leden van het corps een zogenaamde “ bangalijst ” hadden verspreid met namen en telefoonnummers van nieuwe vrouwelijke leden die aan de hand van een sterrensysteem op hun seksuele prestaties werden beoordeeld. Deze week werd bekend dat een aspirant-lid tijdens de ontgroening zo hard op zijn hoofd is geslagen, dat hij met hersenletsel in het ziekenhuis moest worden opgenomen.
De misdragingen van Vindicat kunnen nu ook nog gevolgen hebben voor de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Minister Jet Bussemaker is hevig ontstemd over de reactie die de universiteit heeft gegeven naar aanleiding van de gebeurtenissen. Een woordvoerder van het college van bestuur noemde het woensdag in NRC ‘een interne kwestie voor studentenvereniging Vindicat. Ze moeten het zelf afhandelen en oplossen.’
Die reactie kan op weinig sympathie van de minister rekenen. Bussemaker noemt de reactie van de RUG ‘volstrekt onvoldoende’ en eist opheldering van de universiteit. Daarnaast dringt de minister er bij de universiteit op aan stappen tegen de studentenvereniging te ondernemen. Bussemaker: ‘Een universiteit kan zowel dit verwerpelijke gedrag tegenover vrouwen als welke vorm van geweld dan ook niet accepteren.’