De huisarts die mij 'vaag' noemt, terwijl ik niet bij hem kwam om het
over mijn vermeende vaagheid te hebben, heeft een teer punt geraakt
Ik word heel mijn leven al ‘vaag’ genoemd of ‘raar.’ Ik ben die benaming meer dan spuugzat. Je zou – voor de grap – de mensen eens moeten zien die mij zo aanduiden.
Het is nu al een week geleden dat ik hem zag, en op stille momenten vertel ik de huisarts nog steeds ‘de waarheid’. Elke dag wordt het betoog in mijn hoofd scherper. Maar het eindigt altijd met dezelfde vraag: ‘DUS meneer, WIE is er hier nou eigenlijk VAAG?!’
Hij weet nooit iets terug te zeggen. Hij kan niet anders dan zijn hoofd buigen. Zich excuseren.
De huisarts wordt mijn nieuwe muze. Als ik een drijfveer mis, zal ik bij hem langsgaan met een vage klacht. Voorin mijn volgende boek komt te staan: voor de huisarts die mijn motortje altijd draaiend wist te houden.
Gisteren stond hij op mijn antwoordapparaat: ‘Ik bel je al een paar dagen voor de uitslag van het bloedonderzoek. Maar ik krijg je niet te pakken. Einde bericht.’
Mijn muze zegt einde bericht als hij zijn zegje gedaan heeft. Dat is niet vaag. Dat is dubbelop.
Dit artikel verscheen eerder op de weblog van Elke Geurts