Niet te meten en normenloos
• 17-08-2012
• leestijd 3 minuten
'Een kip is zo'n ding dat bij de slager in de vitrine ligt.'
‘De varkentjes zijn een beetje bang’, zeg ik tegen de twee zusjes, die een beetje bang zijn. ‘Maar je kunt ze aaien. Kijk maar’. Ik kriebel Arthur achter zijn oor. De meisjes kijken veilig vanachter het hek naar de slobberende beesten. Niet zo lang geleden stonden ze nog in de file bij Parijs.
‘Zullen we de koeien buiten zetten?’, vraag ik ze. ‘Ze doen niets hoor, het zijn allebei hele brave koeien’. Terwijl de brave beesten de stal uit wandelen schuilt het tweetal bij hun vader. Elk achter een bil en dan om het hoekje kijken. ‘ALLEZ les filles!’, roep ik tegen de tanende koeien. ‘ALLEZ en ik geef er één een tik op de kont. Niet te hard natuurlijk, want dat is zielig. De twee zusjes huppelen mee, je ziet al hoe hun vakantie gaat verlopen. ‘Ik ben inspectrice voor het basisonderwijs’, zegt de vrouw. Ze heeft een streepje voor, want ze is gek is op mijn varkentjes. ‘Wat inspecteer je?’, vraag ik haar. De kwaliteit. We doen aan kwaliteitsbewaking’.
Ik probeer ook kwaliteit te leveren.
‘Weet je, Alex’, zegt het kleine hummeltje. Ze kijkt even om zich heen, maar er is niemand in de buurt. ‘Weet je’, fluistert ze, ‘volgens mij zitten er kabouters in onze achtertuin’. ‘Oh ja joh?’, zeg ik. ‘Ja, ik heb rode puntmutsjes zien bewegen in de struiken’. Ze heeft bolle wangetjes, een vechtje in het haar en een klein wipneusje, ze is zelf een beetje een kabouter. Met drie oudere broers is het meiske een beetje op zichzelf aangewezen. En op haar eigen fantasie.‘Nou, dat zou best eens kunnen’, zeg ik. ‘Je kunt wat brood neerleggen waar je het zag bewegen. En dan morgenochtend kijken of het er nog ligt’.
‘Ja hoor, Alex, ze zitten er’, fluistert ze de volgende ochtend. ‘Het brood is weg, foetsie’. Met de armpjes wijd maakt ze het foetsie-gebaar.Ze lacht tevreden en ik ook. ‘Waarom fluister je eigenlijk?’, vraag ik zachtjes.‘Nou’, zegt ze en ze kijkt nog even om, ‘pappa en mamma, die hébben het niet zo op kabouters’. ‘We controleren alleen wat we kunnen meten’, zegt de inspectrice van het basisonderwijs. Ze duwt haar dochtertje aan de kant en aait Arthur, haar favoriete varkentje. ‘Onze normen zijn kwantitatief’, zegt ze ostentatief..
Hoeveel punten is dat waard, een hummel die de aangekleede kip ontdekt?
Een jong gezinnetje, ze zijn net aangekomen. Ik maak een praatje op het erf met pappa en mamma. Een jochie van een jaar of zes zwerft een beetje uit. ‘Alleen bij Parijs hadden we even file’, zegt de pappa. Dan komt het jochie teruggerend vanuit een uithoek van het erf. Met van die grote, verbaasde kinderogen. ‘Mamma, mamma,’, roept hij, ‘mamma, mamma, daar loopt een aangekleede kip. Kijk, DAAR!!’. Inderdaad loopt bij het hek een kip. Maar zo kent dit jongetje kippen niet. Een kip is zo’n ding dat bij de slager in de vitrine ligt. Geplukt en al.
‘Inderdaad, dat komt voor’, zegt de inspectrice van het basisonderwijs. ‘Dus soms leren kinderen méér op een kleine school dan op een andere, grotere school, maar omdat hij te klein is moet zo’n school de deuren sluiten?’ ‘Ja, dat is gebeurd’. ‘Waar dan?’.
‘Het zijn echt leuke varkentjes’, zegt ze.
De twee zusjes blijven nog een weekje langer in het ene huis. In het andere huis zijn wel nieuwe gasten aangekomen. Er is een jongetje bij, hij past gemakkelijk achter twee grote-mensen benen. ‘Ze zijn een beetje bang, de varkentjes’, zegt het ene zusje. ‘Maar je kunt ze wel aaien hoor’, zegt de andere. ‘Kijk maar’. Ze kriebelt Arthur achter zijn oor. Het jongetje kijkt veilig vanachter het hek naar de slobberende beesten. In Parijs heeft het gezin langzaam rijdend verkeer gehad. ‘En nu gaan de koeien naar buiten’, zegt de een. ‘Kijk maar’, zegt de ander. Ze openen elk een staldeur. ‘Ze doen niets hoor. ‘Het zijn hele brave koeien’. ‘ALLEZ les filles !’, roepen ze samen, ‘ALLEZ’ en ze slaan allebei een koe op de kont. Al moet je het eigenlijk aaien noemen. Het nieuwe jongetje huppelt mee, die pakt morgen ook een stok. Je kunt het bij ons niet meten en een norm is er ook niet. Als het hier een school was waren we nooit open gegaan en zelfs als boerderijtje moeten we eigenlijk dicht.