De mooiste herinneringen bewaar ik aan mijn gesprekken met hem bij
Vermeijden, de delicatessenwinkel bij mij om de hoek. Daar kwam hij vaak
broodjes halen. Ik ook
Ik heb hem een paar keer mogen interviewen, maar van de inhoud kan ik me niks meer herinneren. Coen was niet een man van prikkelende uitspraken. Je deed het om dat hij bij Feyenoord hoorde. En bij de stad. Ook ik was wel eens in zijn winkel geweest. Of in de sponsorbox van Willem van ’t Wout.
Maar de mooiste herinneringen bewaar ik aan mijn gesprekken met hem bij Vermeijden, de delicatessenwinkel bij mij om de hoek. Daar kwam hij vaak broodjes halen. Ik ook. Want Vermeijden heeft de lekkerste broodjes van Rotterdam. Daar kwam zelfs Coen voor van zijn herenmodezaak op Zuid. En dan stonden we in de rij, groeten elkaar beleefd, en maakten een praatje. Meestal ging het nergens over, maar nietszeggendheid kan betekenisvol zijn, kan in je geheugen blijven hangen. Meneer Moulijn. Keurig gekleed. Vriendelijk. Met broodjes.
Zaterdag is de begrafenis. Ik twijfel of ik naar de Coolsingel zal gaan. Enigszins bang dat het toch weer uit de hand zal lopen. Maar Mieke, die niet ver van Coen’s Bloklandstraat is opgegroeid, gaat wel. Het is echt Rotterdams weer: fris en winderig. Het is al behoorlijk druk op de Coolsingel. Veel bekende gezichten. Het Rotterdamgevoel. Harde koppen, gewone kleding, stoere taal. We bellen Wilfried. Die zegt dat hij bij het beeld van Oldenbarnevelt staat. Ik zie Jan Oudenaarden. Net zo bescheiden als Coen. Hij heeft een prachtig gedicht over het stadion geschreven. ‘Onze Kuip der Kuipen, ja wordt het Kuipst van allemaal’. Ik hoor het hem nog voorlezen op de laatste avond in de oude Kuip. Onze neef Mitch was een toonaangevend lid van de harde kern van de Feyenoord-aanhang. Hij trouwde hier op het stadhuis en kwam in een ruim van een schip in de haven om het leven. Ook hij werd herdacht tijdens een heel bijzondere bijeenkomst in het Maasgebouw, onderdeel van de Kuip. Op het moment dat ik aan hem terugdenk wordt ineens overal rood licht ontstoken en beginnen omstanders het Feyenoord repertoire te zingen. De kist van Coen. Licht. Rook. Lawaai. Respect. Rotterdammers onder elkaar. Daarna volgen de bussen met de VIP’s. Ik zie veel Gerard Cox-achtige hoofden. Mieke zegt: “Raar idee dat de onderklasse hier voor de bobo’s staat te klappen.” Voor het afscheid van Coen worden ze op afstand gehouden. Zo zijn de verhoudingen hier. We druipen af en stuiten op Tineke, die we uit het caféleven kennen. Ze vertelt dat bij de dood van haar moeder ook als laatste ‘You ‘ll never walk alone’ klonk. We doen een bakkie. Als ik terug naar huis fiets ligt de Coolsingel er weer bij alsof er niks gebeurd is. Ik vang nog wel een glimp op van de zwart wit foto van Coen, die op de voorkant van het stadhuis is geplakt. De wind heeft weer vrij spel.