De Australische zanger Nick Cave vindt dat een reeks optredens die hij gaf in Tel Aviv, eind vorig jaar, geen verkapte steunbetuiging is voor de Israëlische regering. Dit zegt hij in een e-mailwisseling met een andere grootheid uit de popmuziek, Brian Eno , onder andere bekend van de groep Roxy Music. Eno vroeg Cave af te zien van zijn optredens in Israël, omdat Eno een openlijk criticaster van de politiek van dat land is.
Eno ondertekende onlangs een open brief waarin werd opgeroepen het songfestival, dat voor 2019 gepland staat in Israël, niet daar te organiseren. Aanleiding voor de brief is volgens de schrijvers het schenden van mensenrechten tegen Palestijnen door het Israëlische leger.
Cave publiceerde zijn antwoord op The red hand files en gaat in op de verwijten. Hij houdt een pleidooi voor de vrijheid van muzikanten om te spelen waar ze willen als hij schrijft: “Ik vind dat de culturele boycot van Israël laf is en beschamend. Het is zelfs deels de reden waarom ik in Israël speel, niet als steun voor welke politieke entiteit dan ook, maar als principieel standpunt tegen hen die muzikanten willen schofferen, beschamen en het zwijgen op willen leggen.”
Op de vraag of hij hiermee niet de Israëlische regering in de kaart speelt, schrijft hij: “Ik steun de huidige regering in Israël niet en ik accepteer niet dat mijn beslissing om in het land te spelen wordt gezien als stilzwijgende steun voor de politiek van die regering.” Ten slotte wees hij op zijn werk voor Palestijnse kinderen via de Hoping Foundation, wat volgens Cave los staat van het feit dat hij zijn Israëlische fans niet in de steek wilde laten.