Nederlandse gevechtsvliegtuigen, die deelnemen aan het gevecht tegen IS, zijn beschoten en geraakt boven Iraaks grondgebied. De straaljagers konden doorvliegen en terugkeren.
Het lot van de Jordaanse piloot Moaz al-Kasasbeh, die eenmaal in handen van IS levend werd verbrand, heeft er niet toe geleid dat de de noodprocedures voor Nederlandse gevechtspiloten zijn bijgesteld. Volgens de generaal zijn de procedures goed. ‘Hier is op de training al veel op geoefend’, aldus Middendorp, die ook wijst op de ervaring die is opgedaan in Afghanistan. “Als je in Talibanhanden terechtkomt, kan eenzelfde lot je te wachten staan.” Middendorp heeft ‘alle vertrouwen’ in de afspraken die met de Amerikanen zijn gemaakt over de redding van neergeschoten piloten.
Middendorp erkent dat de dood van de Jordaanse piloot impact heeft op de vliegers, maar dat het hen sterkt in het uitvoeren van hun taak. Op de vraag of een Nederlandse piloot zelfmoord mag plegen mocht hij in handen van IS dreigen te vallen zegt hij dat de vlieger ‘die afweging zelf moet maken’.