Nederland wil opheldering van Turkije over geweld in Syrië
• 14-02-2018
• leestijd 2 minuten
Nederland eist een verklaring van Turkije over het ‘Olijftak’-offensief in de Syrische provincie Afrin. Minister Ank Bijleveld van Defensie (CDA) heeft zowel bij de vergadering van de anti-IS-landen in Rome als vandaag bij de NAVO-bijeenkomst van de ministers van Defensie namens Nederland haar grote zorgen uitgesproken. Turkije begon op 20 januari een militaire operatie tegen de Koerdische strijders (YPG) in de Noord-Syrische provincie. Turkse troepen werken daarbij samen met rebellen van het Vrije Syrische Leger. Turkije beschouwt de YPG als een terroristische organisatie, vanwege de samenwerking met de Turks-Koerdische beweging PKK. Tegelijkertijd spelen de YPG een belangrijke rol in de militaire strijd tegen IS en worden zij gesteund door de Amerikanen.
Turkije wil met het geweld voorkomen dat de Koerden langs de negenhonderd kilometer lange grens met Turkije een eigen staat creëren. De Amerikaanse beslissing om een grenspolitiemacht, met een belangrijke rol voor militanten van YPG, voor het gebied te gaan trainen was dan ook de aanleiding voor de Turkse president Recep Tayyip Erdogan aan om Afrin aan te vallen. Bij het offensief zouden volgens Syrisch-Koerdische bronnen al
meer dan zestig burgerslachtoffers gevallen zijn en honderden mensen gewond zijn geraakt.
Hij begon in ieder geval steeds harder te praten om zijn argumenten kracht bij te zetten. We hebben formeel gevraagd om een toelichting en die gaan de Turken morgen geven.
Op zondag demonstreerden duizenden Koerden in Afrin tegen de oorlog:
Cc-foto: Nato