Militaire missie in Mali vooral uit eigenbelang: onze internationale reputatie redden
Afgelopen vrijdag maakte het kabinet bekend deel te gaan nemen aan de VN-missie in Mali. Waar voorheen felle discussies werden gehouden over deelname aan missies, lijkt het nu relatief rustig te zijn besloten. Volgens defensiespecialist Rob de Wijk is dat om één belangrijke reden: Nederland wordt in het buitenland steeds minder serieus genomen en dus moeten we onze reputatie redden.
Dat zegt hij zondag in een interview met Nu.nl. De directeur van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies concludeert dat Nederland de voorkeur heeft gegeven aan de binnenlandse politiek in plaats van de internationale besluitvorming en daardoor een minder belangrijke rol op het internationale toneel is gaan spelen. De Wijk:
Je moet een loyale en een solidaire bondgenoot zijn die ook een bijdrage levert aan dit soort missies. Nederland was altijd een bruggenbouwer, maar op dit ogenblik zijn we juist een dwarsligger als het gaat om internationale betrekkingen.
Volgens De Wijk is de Nederlandse reputatie ‘geknakt’. Door deel te nemen aan de missie in Mali kan daar iets aan worden gedaan. De defensiedeskundige zegt hierover:
Dat minister Timmermans zich niet herkent in die reputatieschade kan ik wel begrijpen, dat had ik als minister ook gezegd. Maar ik merk het aan contacten in het buitenland: Nederland wordt steeds minder serieus genomen.
Tegelijk wijst De Wijk erop dat het ook uit economische klimaat van belang is mee te doen aan de missie:
Als daar de boel klapt dan hebben wij (Europa, red.) een probleem. We kunnen ons niet permitteren dat er in Afrika een totale dominantie van allerlei extremisten ontstaat waardoor onze economische belangen worden geschaad en steeds meer vluchtelingen onze kant op komen.
De Nederlandse militairen, ruim 360, zullen vooral inlichtingen gaan inwinnen om de VN-missie beter mogelijk te maken. Voormalig PvdA-minister van Ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders, die aan het hoofd van de missie staat, wil in totaal ongeveer 12.000 militairen gaan inzetten. Op dit moment zijn er al ongeveer vijfduizend aanwezig.
Meer uitleg
Oppositiepartijen SP en GroenLinks hebben twijfels over de Nederlandse bijdrage aan de militaire missie. Zaterdag zei SP-kamerlid Jasper van Dijk hierover in het radioprogramma Tros Kamerbreed:
De regering moet veel beter uitleggen waarom we daar naartoe moeten gaan. Het is onduidelijk tegen wie de militairen daar moeten gaan vechten. Je hebt Toearegs in het noorden van het land en jihadstrijders in onherbergzaam gebied. We moeten voorkomen dat het een uitzichtloze strijdt wordt, net als in Afghanistan.
Ontvoeringen
Gisteren werden in Mali twee Franse journalisten ontvoerd en op dezelfde dag nog vermoord. Een paar dagen eerder waren werden vier Fransen, die drie jaar door Al Qaeda in de Islamitische Maghreb (AQIM) werden vastgehouden, vrijgelaten. Frankrijk ontkent dat losgeld voor hun vrijlating is betaald, maar de Franse media twijfelen daaraan. De Nederlander Sjaak Rijke, die op 25 november 2011 werd ontvoerd door de AQIM, zit nog altijd vast. De Tweede Kamer moet nog instemmen met de missie in Mali, maar ook zonder een meerderheid kan het huidige plan doorgaan. Woensdag staat er in de kamer een overleg over Defensie gepland. Lees het interview met Rob de Wijk op Nu.nl.