
We leren elkaar elke dag hoe we moeten praten, maar luisteren is weggestreept uit het lesprogramma
Soms lijkt Nederland op één groot klaslokaal. Een ruimte vol stemmen die elkaar proberen te overstemmen — jongeren, professionals, volwassenen van alle leeftijden — allemaal pratend, allemaal overtuigd van hun eigen gelijk.
Aan één kant van het lokaal zitten de jongeren. Ze spreken in hun eigen taal, vol krachttermen en beledigingen.
Een filmpje van een meisje dat ‘geëxposed’ is, gaat rond alsof het amusement is. Een jongen wordt in een rapclip belachelijk gemaakt vanwege iets wat buiten is voorgevallen — en iedereen lacht mee. En als je vraagt waarom, komt steevast het antwoord: “Iedereen praat en doet zo.”
Aan de andere kant zitten de professionals. Zij zuchten over het gedrag van jongeren, wijzen naar “de nieuwe generatie” of “die ene collega die altijd moeilijk doet”. Als iets misgaat, ligt het aan het management, aan beleid, aan systemen — maar zelden aan henzelf. En als er een opmerking gemaakt wordt die een grens overschrijdt, volgt de glimlach: “Je moet ertegen kunnen, het is maar een grapje.”
Vooraan in het lokaal zitten de mensen met het grootste bereik. De stemmen die we dagelijks horen op tv, in podcasts, talkshows en op sociale media. Zij lachen luid, spreken met overtuiging en zetten met hun woorden de toon van het gesprek. Soms met charme, soms met cynisme. En als er iets wordt gezegd dat kwetst, wordt het weggewuifd: “Ach, dit hoort bij de vrijheid van meningsuiting.”
Maar zo praten we inmiddels óveral. En zo wordt het stil in dat grote klaslokaal dat wij samenleving noemen. Iedereen wijst naar de ander, niemand naar zichzelf. Want waarom zouden jongeren hun taal veranderen, als ze overal om zich heen hetzelfde horen? Waarom zouden professionals verantwoordelijkheid nemen, als het de norm lijkt om de schuld buiten jezelf te leggen? Waarom zouden wij, als samenleving, anders spreken — als kwetsen wordt uitgelegd als humor en denigreren als eerlijkheid?
De vraag is niet alleen wat we zeggen, maar wat we elkaar leren door hoe we praten. Kinderen en jongeren luisteren niet naar onze woorden, maar naar onze toon. Ze horen hoe wij over elkaar praten — in de media, op het werk, in de politiek. Als wij steeds harder praten, steeds minder luisteren, steeds vaker vergoelijken, dan leren we één ding: dat respect zwakte is en empathie naïef.
Misschien is het tijd om het klaslokaal even stil te maken. Om niet alleen te praten, maar te luisteren — ook naar onszelf. Want de taal die we met elkaar spreken, vormt de samenleving waarin we leven.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.