Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Nederland steunt op de burn-out generatie, maar wie ondersteunt hen?

  •  
21-11-2017
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
234 keer bekeken
  •  
7548029082_94a0bd03b9_z

© cc-foto: Sodanie Chea

De generatie die de Nederlandse economie moet gaan dragen raakt opgebrand voordat ze goed en wel begonnen zijn
Door: Abel Hemmelder en Aida Kidane
‘Jongeren worden te veel gepamperd’ en ‘de realiteit is harder dan ze zich voorgesteld hadden’. Dit zijn hardnekkig terugkerende (non-)argumenten wanneer er weer eens uit onderzoek naar voren komt dat jongeren oververtegenwoordigd zijn in burn-out klachten. Zo ook Wilmar Schaufeli in de Volkskrant (15 november jl.). Dit soort uitspraken zijn echter niet alleen onjuist, maar ook gevaarlijk.
Het feit dat jongeren te kampen hebben met burn-out klachten is juist een alarmerend symptoom. Onderzoek suggereert dat de burn-outs gekoppeld zijn aan de toenemende flexibilisering van de arbeidsmarkt. Mensen in een vast dienstverband lopen minder risico op een burn-out. Laat het nou zo zijn dat juist de jongeren in Nederland steeds meer in een flexibel contract zitten: 55 procent van de 23-jarigen had tien jaar geleden een flexibel contract, nu is dat maar liefst 72 procent.
Typerend voor flexwerkers is dat zij ingrijpende levensbeslissingen op de lange baan schuiven en ze amper ruimte krijgen om na te denken over de verre toekomst. Zo beginnen flexwerkers later aan kinderen, bouwen ze moeilijk pensioen op en kunnen ze ook geen huis kopen. Dit komt doordat sociale zekerheden gekoppeld zijn aan het vaste arbeidscontract. Op dit moment worden pleisters op de wonden geplakt doordat uitzendbureaus perspectiefverklaringen uitdelen aan hun kansrijke uitzendkrachten zodat zij alsnog een hypotheek kunnen afsluiten. Kanttekening: De zekerheid dat je deze ook daadwerkelijk af kan lossen is er echter niet.
Naast verminderde toegang tot sociale zekerheden, verkeren flexwerkers in een zwakke onderhandelingspositie en kunnen weinig invloed uitoefenen op de invulling en randvoorwaarden die gesteld worden aan hun werk. Immers: “Voor jou tien anderen”. De stress die dit creëert draagt bij aan het ontstaan van een burn-out. In 2015 zaten honderdduizend jonge werknemers  met een burn-out thuis. De generatie die de Nederlandse economie moet gaan dragen raakt opgebrand voordat ze goed en wel begonnen zijn.
Het is onverstandig dit verschijnsel te zien door een sociaal-darwinistische bril, waarin zij die niet meekomen, worden achtergelaten. Het is tijd voor een ander perspectief: Er moet gekeken worden naar de wortel van het probleem van de burn-out generatie: namelijk het verouderde sociaal-zekerheidsstelsel.
Voor werkenden in een flexibel contract, zijn sociale zekerheden veelal onbereikbaar. Met de toenemende flexibilisering komen flexers 1-0 achter te staan. Er is sprake van een perverse financiële prikkel voor de werkgever, waarbij het goedkoper is om een flexwerker aan te nemen. Voor hen hoeven namelijk geen sociale zekerheden ingekocht te worden. Dit kan leiden tot  de exploitatie van flexwerkers wat serieuze consequenties kan hebben voor hun gezondheid. Hiermee worden de jongeren het hardst getroffen. Zekerheden moeten voor iedereen, ongeacht contractvorm, gelijk bereikbaar zijn.
Het groeiende aantal jongeren met een burn-out is daarin niet het resultaat van een vertroettel-samenleving, maar juist een ouderdomsklacht van een hopeloos verouderd sociaal stelsel.
Dit artikel werd geschreven door Abel Hemmelder en Aida Kidane, deelnemers aan de Nationale DenkTank 2017 ‘Iedereen Perspectief op Werk’
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.