Neckermann beschermt commerciële belangen met flitsfaillissement van 5 kwartier ... Slechts 15 werknemers mochten daarna blijven
Postorderbedrijf Neckermann ging dinsdag 24 juni failliet. Via een zogenoemde ‘flitsfaillissementsprocedure’ kon het faillissement beperkt worden, wat tijd betreft, niet wat betreft de gevolgen voor bijvoorbeeld het personeel of crediteuren. Na vijf kwartier maakte het bedrijf namelijk alweer een doorstart. Van de 230 medewerkers waren er nu nog maar 15 over.
Eigenlijk zijn flitsfaillissementen bedoeld om zoveel mogelijk banen te redden en leveranciers af te schrikken, schrijft de Volkskrant. Wettelijk zijn ze nog niet geregeld in Nederland (ze zijn uit de VS en Groot-Brittannië komen overwaaien), maar kunnen tot stand komen doordat de rechter-commissaris ermee instemt. Minister Opstelten heeft al aangekondigd met een wettelijke regeling te willen komen. Dat er in ieder geval regels nodig zijn, blijkt wel uit de doorstart van Neckermann.
De Volkskrant zet een aantal van die nadelen op een rijtje. Zo voelt de leverancier Big Fashionbrands zich bekocht. Omdat het niet zo goed ging met Neckermann was een betalingsregeling voor de producten van Big Fashionbrands afgesproken. Het bedrijf kreeg alleen nog spullen als een eigendomsvoorbehoud werd getekend. Na het faillissement wilde Big Fashionbrands de spullen terughalen, maar blijkt niet meer te kunnen volgens de curator. “En nu staan de spullen van ons weer gewoon online bij het nieuwe Neckermann, zonder dat ervoor is betaald.
De vakbonden voelen zich buitenspel gezet door Neckermann. Zij zijn van mening dat er eigenlijk geen faillissement heeft plaatsgevonden, maar dat de onderneming gewoon is voortgezet. Dat houdt in dat het met de meer dan 200 werknemers zou moeten gebeuren. Bondsbestuurder Niels Suijker hoorde dinsdagmiddag pas van het faillissement, toen hij door een journalist van het FD werd gebeld voor een reactie.
Suijker:
Woensdag heb ik telefonisch een afspraak kunnen maken voor een bijeenkomst de volgende dag met de OR, de directie en de curator.” Ook de OR bleek dinsdag pas te zijn ingelicht over het faillissement. “Op mijn vraag og er niet een andere bieding zou kunnen worden gedaan door iemand die meer oog had voor behoud van banen was het antwoord van de curator: nee, het is deze doorstart onder de huidige investeerder of het is volledig failliet met leegverkoop. Ik ga niet zo hard te keer als mijn Belgische collega’s die in de media spraken over faillissementsfraude. Daarvoor heb ik geen bewijzen. Ik heb wel aangedrongen op een onderzoek.”
Volgens de directie was dit de enige manier om toch nog 15 banen te kunnen redden en de commerciële schade te beperken.