Mirjam Vriend en Bram Bakker corresponderen over de geestelijke gezondheid. Zie hier eerdere afleveringen.
Beste Bram,
Ik las je stuk in Trouw, over het gevaar van het gebruik van labels. Mijn eerste gedachte; oeps… Ik label namelijk ook. Mezelf, en anderen. En vrienden en kennissen van mij labelen ook van tijd tot tijd, zichzelf, en anderen. Ik snapte jouw onderbouwing van de gevaren ervan heel goed. Toch piepte er ook een stemmetje ja-maar.
Je besprak twee gebieden waar het labelen plaatsvindt: in de professionele omgeving enerzijds, onder leken anderzijds. Op dat laatste wil ik focussen; dat is mijn habitat.
Ik label mezelf soms hoog-sensitief. Een ander kan dat label misbruiken. Door mij bijvoorbeeld te afficheren als een overgevoelige jankerd. Of door me minder serieus te nemen, me klein te maken, omdat ik 'te teer' zou zijn voor allerlei dingen.
Het label kan ook leiden tot er aan vast geknoopte, associatieve conclusies, gebaseerd op onbewust cliché-denken. In dit geval associëren mensen hoog-sensitiviteit volgens mij nogal eens met zaken als hoogbegaafdheid, een sterk spirituele instelling of zelfs paranormale vermogens, creativiteit, depressiviteit, diverse vormen van geestelijke instabiliteit. Dit baseer ik overigens op ervaring, niet op giswerk.
Ook ikzelf kan dit label misbruiken. Bijvoorbeeld om mezelf in te dekken. Door er de impliciete boodschap mee af te geven dat er vanwege mijn gevoeligheid heel voorzichtig met me moet worden omgegaan, waardoor ik mensen de mogelijkheid ontneem -of op zijn minst ontmoedig- om kritiek te geven op mijn gedrag of prestaties. Ik dwing dan immuniteit af.
In al deze gevallen doet iemand iets met het label dat geen zuivere koffie is. Stigmatiseren en manipuleren. Dat zijn twee essentiële pijlers waarop verkeerd gebruik van labels rust, lijkt mij. En misschien zijn er nog meer pijlers. 'Kleineren' is er wellicht ook een, zoals jij al schreef. Maar….stigmatiseren, manipuleren en/of kleineren kan net zo goed zonder labels. Wat is erger….
Ik heb mijn jeugd deels doorgebracht met een volwassen vrouw die zeer onberekenbaar en vals gedrag naar mij en anderen liet zien, wat echter vergoelijkt werd doordat zij ons goed had ingeprent dat zij “een heel nare jeugd had gehad”. En het werkte. Mensen fluisterden meewarig “ach, je weet wie het zegt, ze weet niet beter”, en pikten van haar wat ze van iemand anders beslist niet zouden pikken. Geen label te zien, maar dezelfde truc lukt hier ook heel goed zonder.
Ik ken twee moeders die hun kind 'autistisch' labelen. Voor mij klopt het dat zij dat doen, en dat heeft alles te maken met context. Die context zijn de vrouwen zelf, voor mij. Ik weet dat zij over een heel aardige portie intelligentie beschikken, en dan vooral emotionele intelligentie (EQ). Ik weet dat zij hun kind niet beschouwen als uitsluitend een autist; niet voor niets spreken ze van “hij heeft” en niet van “hij is”.
Ik weet dat zij zich helemaal suf geresearcht hebben om uit te vinden wat er aan de moeilijkheden die hun kinderen ondervonden ten grondslag lag, waarmee ik wil zeggen dat zij dit label niet zo slordig hanteren als door anderen nogal eens gebeurt. Essentieel in dit verhaal is vooral dat hun kinderen in hun ogen zoveel meer zijn dan “dat ene”. Ze hadden het label wel nodig, de moeders, tegen wil en dank. Om het kind; om mogelijkheden en steun te krijgen. Maar ook voor henzelf, om soms zonder een heel lange en complexe uitleg toch aan te kunnen geven wat er speelde bij hun kind.
Ik herinner me een jongen waar mijn zoon op de lagere school slapeloze nachten door had. Die jongen liet heel akelig gedrag zien, specifiek naar mijn zoon (omdat het zo lekker vat op hem had, vermoed ik) en maakte hem bang en verdrietig. Pas jaren later zei de juf dat die jongen asperger had. Ze voegde eraan toe dat de moeder erop had gestaan dat zij (de juf) dit label nooit in de mond zou nemen.
Ik denk dat mijn zoon erbij gebaat was geweest als hij dit destijds wel had gehoord. Het had dit gedrag in een ander perspectief geplaatst, mijn zoon had zich mogelijk minder persoonlijk afgekeurd gevoeld. Ik sluit zelfs niet uit dat mijn zoon dan begrip voor die jongen had kunnen opbrengen.
Ook als we geen label gebruiken vatten we iemand weleens samen in stigmatiserende algemeniteiten. Iemand is een driftkikker, oppervlakkig, een people-pleaser….enzovoort. Ook zonder die officiële labels weten we elkaar wel in een krap hokje te duwen, toch? Ik kan ook niet per definitie zeggen dat ik labelen neerbuigend vind. Dat hangt ook weer van context en spreker af. Stelt die zich superieur op en beschouwt zichzelf als perfect en boven kritiek verheven, of accepteert die zelf ook pittige kritiek?
Ik vind het een lastige, Bram. Labelen kan zo beroerd uitpakken, maar ook functioneel zijn. Dat is mijn beeld ervan, in de “lekenwereld”. Zuiver labelen is precisiewerk. Maar zijn de labels het probleem, of het slordige gebruik…..
Warme groet,
Mirjam
Ha Mirjam,
Goed onderwerp om nog even op te kauwen, denk ik. Mijn behoefte is om toch even terug te gaan naar de plaats van herkomst van die labels: ze werden uitgevonden als diagnose, als de benaming van een stoornis. Je bent het niet, maar je hebt het wel… En het is niet normaal, een ziektelabel. Dat variaties in menselijk gedrag zich zouden lenen voor een dichotome benadering wel versus niet normaal is een discutabele opvatting. Even goed kun je beargumenteren dat gedrag zich altijd ergens binnen een spectrum bevindt, dat er geen zwart of wit is, maar dat er vooral veel verschillende grijstinten zijn. En niet alleen in gedrag, ook in gevoel, emoties…
Met de nog immer toenemende populariteit van de labels ontstaat ook het probleem dat mensen zichzelf een diagnose gaan toe-eigenen als een bijzondere kwaliteit. Wat dat betreft is ‘hoog sensitief’ wel een goed voorbeeld.
En wat gebeurt er in de professionele kringen met: ‘U heeft een depressie’? Je wordt ‘evidence based’ behandeld. Je bent het niet nee, maar het gaat nog verder: wie je bent is niet relevant. Dat werkt bij gebroken benen, waar het voor de behandeling niet veel uitmaakt of je een jongeman van 19 of een bejaarde dame van 83 bent. Maar het werkt niet in een wereld van enkel grijstinten.
Dan kleeft er nog een groot psychologisch probleem aan het labelen van mensen: als een deskundige vaststelt dat jij aan een stoornis lijdt word je beperkt in je autonomie: ook al ben je geen autist, het ‘feit’ dat je autisme als diagnose hebt gekregen zal je beperken. Je bent niet langer normaal, je hebt een vastgestelde handicap waar je maar mee hebt te dealen. Je moet een behandeling ondergaan, er zijn deskundigen nodig om je bij te staan, et cetera. Je kunt je een label toe-eigenen, maar je kunt er ook het slachtoffer van worden. Dat vrouwtje met dysthymie, of zo. En voor je het weet wordt er meer op je rugzak gelet dan op jou, de mens die de last zo dapper probeert te dragen.
Er wordt gediscrimineerd aan de hand van labels, denk ook even aan de toeslagenaffaire, waar de niet-Hollandse achternamen als label werden gebruikt… Niemand wil gediscrimineerd worden, toch? Maar ga je dan akkoord met digitale bestanden waarin je wordt geoormerkt? Ik bestelde een tijdje terug iets voor mijn racefiets, online. De weken daarna werd ik via sociale media bestookt met aanbiedingen voor wielerliefhebbers. De computersystemen hadden me duidelijk gelabeld als fietser. Is het een grote sprong om te bedenken wat er allemaal kan gebeuren met alle psychiatrische etiketjes die we elkaar opplakken? Wat doen de ziektekostenverzekeraars, hypotheekverstrekkers en uitkeringsinstanties met onze depressiestickers? We moeten vertrouwen dat er geen misbruik plaatsvindt, zegt de overheid. Dezelfde overheid die verantwoordelijk is voor die toeslagenaffaire en die de problemen rond ‘asielzoekers’ (ook een label) niet weet op te lossen…
Ik ben voor zo min mogelijk labels, dat zal je duidelijk zijn. Dat er in het dagelijkse taalgebruik ook typeringen worden gebruikt vind ik echt iets heel anders. ‘Driftkikker’ is een prachtig woord, en het beeld dat het oproept is bij jou en mij vrij zeker verschillend. Daar kunnen we vervolgens over in gesprek gaan: ‘Wat bedoel je precies met dat woord, wat roept het bij je op?’ of ‘Wat vind jij eigenlijk van driftkikkers? Ik moet eigenlijk vooral om ze lachen, ook al begrijp ik dat anderen het soms behoorlijk irritant vinden.’
Nog even mijn allergrootste bezwaar: we gaan er zo gemakkelijk vanuit dat het wel duidelijk is wat er wordt bedoeld als we iemand kwalificeren als ‘narcist’, maar dat is natuurlijk totale onzin. Iedereen heeft er zijn eigen beeld bij, het ontstaat door eigen ervaringen, dat beeld, en het is nooit gemiddeld. Als we dan toch met labels willen werken, ook in ons dagelijks leven, laten we elkaar er dan eens wat meer op gaan bevragen, net als bij die ‘driftkikker’.
Een denkbeeldige dialoog: ‘Okay, jouw ex is dus een borderliner? Wat bedoel je daar precies mee? Enne: is dat niet een beetje oordelend? Jullie hebben drie kinderen, dus ooit dacht je er waarschijnlijk toch iets anders over? Ik stel voor dat je even je tanden gaat poetsen en dat we dan opnieuw beginnen: welke emoties heeft de scheiding bij je losgemaakt? Waar zit de pijn die door je ex-geliefde werd getriggerd? Wat is je verlangen in haar richting?’ Tussen de vragen mag je zelf de denkbeeldige antwoorden invullen…
Doe mij een lol, en praat nog eens indringend met die vrouwen met ‘een kind met autisme’. Ik ken een psycholoog die ook dat label kreeg en er nu een boek over schrijft. Zijn conclusie, in mijn woorden: het autismespectrum bestaat niet, het spectrum heet ‘menszijn’.
Ik groet je vanuit mijn hart,
BB
Heb je een vraag, suggestie of wil je gewoon iets kwijt? Dat kan hier. Lees onze spelregels.
Ik heb zelf een label (PDD-NOS/HFA) en werk op een cluster-4 school waar we het hele alfabet zo’n beetje hebben aan labels. Persoonlijk vind ik labels nuttig: Als je weet waar je gedrag vandaan komt kun je een wijze vinden om ermee om te gaan. Soms is dat een weg eromheen of een andere aanpak dan bij anderen, soms is dat erkennen dat je iets niet kan. Iemand die een rolstoel gebruikt kan ook soms ergens niet naar binnen omdat er een trap is. En dat kan knap confronterend zijn en een gevoel van buitensluiting opleveren. Wel zet ik altijd een kanttekening bij dit soort labels: Mijn ca. 300 leerlingen zijn allemaal anders en vereisen allemaal een andere aanpak, ondanks dat velen hetzelfde label delen.
Tot slot wordt het hoog tijd voor de revival van psychedelica in de hulpverlening, daar zouden veel mensen enorm veel baat bij hebben.
Het vervelende van labels is dat ze te pas en te onpas worden ingezet om mensen in een systematiek van methodieken te passen. Dat zal vaak prima werken, maar vaak de plank misslaan. En voor de laatste groep lijkt nergens een plekje, want de verzekering keert dat niet uit. Terwijl dat juist de mensen zijn met echt problemen en hulphonger. Aan de andere kant is de behoefte aan hulp zo groot dat je ook wel 'iets' moet systematiseren om de vraag aan te kunnen. Daarnaast lijkt de trend om alles te voorzien van een label. Onnodige problematisering, die de vraag naar hulp vergroot Het huis- tuin- en keuken gebruik van labels heeft een functie. Stoom afblazen, maar ook om te begrijpen wat er is gebeurd in de interactie met een ander. Ik denk bijv aan mensen die in een relatie met een niet gediagnosticeerde narcist hebben gezeten. Ook zonder de diagnose van de ex is het toch een belangrijk hulpmiddel voor de opkrabbelaar om deze zelf of met een hulpverlener zo te benoemen. Want het is verder onbegrijpelijk gedrag. Tot slot zijn er de genderlabels. Deze veroorzaken soms wellicht meer ellende dan dat ze opleveren. Als we niet zo opgefokt zouden doen over mannelijk en vrouwelijk, met bijbehorende do's en don'ts en over wie met wie in bed zou horen liggen (kinderen uitgezonderd), dan denk ik dat het veel zoeken en leed zou kunnen besparen. Sekse en seksuele voorkeuren, hopelijk krijgen ze een marginale rol in zoeken naar identiteit, want: mens is mens en zoekt mens om van te houwen.
Eén van onze kinderen kreeg als volwassene de diagnose ADHD. Hij is ons nog altijd dankbaar dat we dat nooit eerder hebben laten onderzoeken en dat hij op school en thuis net zo behandeld is als iedereen. De psycholoog die de diagnose stelde bevestigde dat; voor verreweg de meeste kinderen is het stellen van dit soort diagnoses geen zegen, maar een vloek. Want wat is 'normaal'? Tenzij het om een ernstige stoornis gaat natuurlijk.
(2/2) De keerzijde van de medaille is echter, dat een label zoals dat van mij, ook door anderen erkend moet worden. Bepaalde eigenschappen hebben direct te maken met autisme hebben, en het is vaak behoorlijk frustrerend dat sommige anderen die niet willen of kunnen zien in het licht ván autisme. Ik snap heel goed dat autisme voor een neurotypisch iemand een ongrijpbaar iets is, maar in gevallen waar dat autisme wel een belangrijke rol lijkt te spelen, is het mijns inziens een goed idee om aan te nemen ván de 'gelabelde' dat de dingen die nou eenmaal bij een label horen, heel goed dingen kunnen zijn die er wel degelijk echt toe doen...
Nou, ik ben maar wát blij met mijn label: vóór mijn diagnose was ik vooral een 'beetje apart', op diverse gebieden (misschien wel meer dan 'een beetje'...). Dat is in zoverre een nadeel, dat ik weinig kon veranderen aan mezelf om soms iets minder apart te zijn of te doen, eigenlijk omdat ik geen gereedschappen had om veranderingen in mijzelf aan te brengen. Om het anders te zeggen: ik wist nooit precies ergens een vinger op te leggen. Zonder label bleef ik maar wat 'aankloten' en daar kwam zelden iets nuttigs uit. Ná mijn diagnose, PDD-NOS (zoals dat toen nog heette), kreeg ik, door die diagnose, wel veel meer inzicht in mijn 'beetje-apart-zijn' en daardoor meer grip op dingen die ik effectief kon (en kan) aanwenden om op sommige gebieden mijzelf 'minder apart' te maken. En, misschien nog wel het belangrijkste, de wetenschap dat ik sommige andere dingen gewoonweg niet kan of hoef te veranderen omdat dat simpelweg vanuit mijn autisme niet gaat lukken. (1/2)
Ik denk dat het hele labelen berust op onzin en slechts een houding in de samenleving aangeeft. Een houding die je best kan volhouden als je het een naam geeft. Het rotte bij mensen is dat we altijd de context van een gebeurtenis weergeven, we geven nooit weer wat er echt feitelijk gebeurd is, want dat is saai en niet spannend, te subjectief. Dan kom je op een punt wat wel gebeurd maar waarover je niet mag oordelen.
Ik vraag me af na lezing of ik nog wel normaal ben. Mij werd mijn hele jeugd lang ingeprent dat er normale, gewone, ordinaire (patiet frat vretende) mensen waren, en getalenteerde, asociale, intellectuele, minder populaire waar je maar beter wel bij kon horen. Is dat nu ineens anders?
Ik zie het nut van labeling in een professionele omgeving. Het is nuttig en geeft houvast. Althans je te maken hebt met een vastomlijnde context. Toch is labeling een min of meer gemankeerde kijk op zaken. Je verdicht of verengt zaken zodat ze passen in dat hanteerbare kader. De meeste professionals weten dat, hun verdichting zal niet snel een eigen leven gaan leiden. Dat doen labels in leken handen wel. Dat doen ze vrijwel uitsluitend. Narcisme, wokisme om maar wat te noemen zijn moderne manieren waarmee we mensen of opvattingen categoriseren. Alsof daarmee alles gezegd is. En juist bedoelt om een eigen leven te gaan leiden. Om iets te suggereren dat er wellicht helemaal niet is. Weet je wel. Know what I'm saying. Catch my drift. Etc. Wat self labeling betreft, toen ik jong was en probeerde iets van de wereld te begrijpen, deed ik niet anders. Want er is een constante wisselwerking tussen beide entiteiten. Als je ouder wordt laat je dat los. Dan kan het je niet langer schelen hoe je bent of wat de wereld met je doet. Dan ben je gewoon. Net als alle anderen. Klinkt misschien wat Zen achtig of boedistisch. Maar zo pakte het voor mij wel uit. Blijkbaar toch iets opgestoken van of overgehouden aan het lezen van dat soort boeken uit mijn middelbare schooltijd.
Tja, mijn kleinzoon had de labels " stout", "ongehoorzaam" "onhandelbaar" nu heeft hij het label ADHD en krijgt hij ondersteuning ipv straf. Het blijft een heikele kwestie, waarbij allerlei voor en nadelen moeilijk af te wegen zijn.
(2) Na nog een jaar reguliere psychologische zorg kwamen we tot de conclusie dat er ook PTSS onder lag (lang verhaal), en toen kreeg ik een behandeling (na een half jaar wachtlijst natuurlijk). En dát heeft me uiteindelijk geholpen, ook omdat mijn psycholoog de verschillende trauma's niet op een hoop gooide en zowel EMDR toepaste, als een meer zweverig maar wel effectieve methode waarbij we een safe space creëerden waar ik naar mezelf als kind, puber en volwassene ging kijken en en leren begrijpen -dat poetst natuurlijk niets weg, je "geneest" niet, maar het helpt je wel, het brengt rust in je hoofd en je leert te dealen. Onze hersenen zijn een soepzootje, waarmee je heel veel wonderlijke dingen kunt ervaren en maken. Er is niets mis met labeling, zolang je maar onhoudt dat we we allemaal tientallen labeltjes hebben en die soms ook tegenstrijdig zijn. It's Life Jim!
(1) Er zitten voor- en nadelen aan labeling. Ten eerste is het de ingebakken gewoonte om mensen in hokjes te plaatsen, dat is de manier van onze hersenen om te ordenen en mensen (op het eerste gezicht) te plaatsen. Het is als het ware een reflex waar we weing controle over hebben. Het wordt problematisch als je mensen uitsluitend in dat ene hokje plaatst; je moet iemand beter leren kennen om te begrijpen dat die persoon niet alléén in dat hokje past en veronderstelt dat zijn gedrag daar volledig op terug te voeren is. Anderzijds is het voor mensen, met name in de GGZ maar ook in de reguliere zorg, vaak een enorme opluchting als ze na een lange zoektocht (en vaak verkeerde diagnoses) eindelijk een oorzaak voor hun problemen kunnen benoemen. Dan kun je er mee dealen, eventueel met behulp van professionele hulp. Al kan ook dat weer een lange zoektocht zijn naar de juiste behandeling/begeleiding. Ik heb een eetstoornis, dat wist ik zelf ook wel maar het duurde lang voor ik dat voor mezelf erkende omdat het problematisch werd. Maar, ik val niet binnen de DSM-standaard en kreeg de diagnose Anorexia NAO (niet anders omschreven). Ik ben niet gefocust op afvallen en übergezond leven, maar kwam wel terecht in een kliniek die een standaard behandeling hanteerde voor zowel boulimia als anorexia. Totaal ongeschikt voor mij, ik ben er dan ook mee gestopt.
Interessant probleem. In onze complexe wereld, waar succes een eis is, zijn labels op verschillende manieren nuttig. Indelingen en rangschikkingen verlagen de complexiteit en verhogen onze grip op de wereld. Daarnaast helpt het ons ons falen te accepteren. We weten dat ons kind sociaal gedrag moet vertonen, maar het lukt hem/haar niet een 'klik' te krijgen met andere kinderen, dus we stellen de diagnose "autistische trekjes' of 'hoogsensitief'. En dat heb je niet, dat ben je, dus we hebben er vrede mee. Ons eigen kind noemen we opvallend genoeg zelden narcistisch, volgens mij. Dat is weer een andere discussie. Het labelen is logisch, maar ook erg gevaarlijk, want het gebeurt niet zelden verkeerd. Casus: student X wordt voor depressieve klachten behandeld, wat haar leven op de kop zet en niet helpt. Twee jaar later luidt de diagnose door een andere professionele behandelaar: stoornis in het autistisch spectrum. Weer haar wereld op z'n kop. Maar klopt de diagnose nu wel. Ik bekijk het van een afstandje en herken het in elk geval niet.
Natuurlijk snap ik de bezwaren van labelen. Maar het gaat in de discussie hierboven niet echt over de voordelen. Het probleem erkennen is denk ik een belangrijk voordeel. Ik heb een familielid die al al lang psychologische klachten heeft. Ze heeft nooit hulp gezocht, uit angst voor een label te krijgen, de angst dat anderen haar als een "gek" gingen zien. Nu gaat ze richting de 60 jaar en is ze hier wel mee bezig (nadat het nog eens verkeerd liep). Ze ziet een documentaire van mensen met dezelfde klachten, die zijn niet "gek", maar hebben dezelfde problemen. Eerst zag ze een groot deel van haar problemen niet, nu wel. Een diagnose kan helpen lotgenoten te vinden en je problemen voor jezelf te erkennen (en wanneer ze zich opnieuw voordoen, sneller te herkennen).
We hebben allemaal een lengte, ergens tussen 1,40 meter en 2,20 laten we zeggen. Dus passen we allemaal op een continuum. Dat neemt niet weg dat we allemaal donders goed weten dat iemand van 2,20 'lang' is. Dat zit hem ten eerste in hoe de mensen hem zien, en ook in zijn matras dat maar 1.80 lang en is en deuren waar hij bij elke gelegenheid voor moet bukken. Je kunt dus ook depressie en autisme als een soort menselijke eigenschap op een continuum beschrijven, maar we weten dondersgoed wanneer er sprake is van een afwijking die maakt dat zo iemand een duidelijk probleem heeft. Dat de grens wanneer je daarvan spreekt arbitrair is, maakt niet dat het probleem niet kunt benoemen.
Het indelen van mensen is volledig geïnstitutionaliseerd. Het doel is sinister, namelijk het volledig afhankelijk maken van mensen aan de overheid teneinde deze mens volledig te kunnen controleren. Een paar voorbeelden: De prestaties van een kind in groep 6 (10 jaar!) bepalen voor een groot deel naar welke middelbare school het gaat. Indelen in hokjes waar het kind de rest van zijn leven gevolgen van draagt. Waarom zo vroeg? Nou dat is simpel, basis scholen worden afgerekend op het geven van een zo laag mogelijk advies omdat middelbare scholen niet "opgezadeld" willen worden aan kinderen die wel eens meer moeite zouden kunnen hebben het niveau te halen dat ze aankunnen. Waarom dat? Nou omdat middelbare scholen een boete krijgen als ze deze kinderen niet op het niveau houden waarop ze instromen. Ze hebben dus liever kinderen die ze makkelijk op het niveau kunnen houden, met als gevolg dit perverse hokjesbeleid. Het uiteindelijke doel is uiteraard financieel. De verdeling rijk, arm en middenklasse. Ons belastingstelsel is volledig ingericht op deze drie groepen en bijpassende schalen en regeltjes. Dit werkt door tot op detail niveau met huurtoeslagen, kinder-toeslagen etc, waarbij elke burger een accountant nodig heeft om zich een weg te banen in het regeltjes bos dat de overheid gecreëerd heeft. Op deze manier lijkt het op papier volledig eerlijk, in de praktijk niet. Wederom is het motief financieel.