Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Musea, laat mensen uit Bimre, Kanaleneiland of Feijenoord ook een keus uit het depot maken

  •  
20-02-2022
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
219 keer bekeken
  •  
15850_salon-des-refuses kleur

© Le Salon de 1824, door François-Joseph Heim.

Kunst heeft wel een herkomst maar geen kleur. Kunst is het erfgoed van de hele mensheid.
Je kunt wel blijven lullen over Oekraïne of de inflatie maar dan speel je net als ieder ander een versleten repertoire. Laten we het eens over kunst hebben. Weet U wat een museum is? Een museum is een veilige haven voor hoogopgeleid, wit en ouder publiek. Daar moet verandering in komen. Deze steen is in de vijver van de Museumvereniging geworpen door de politicoloog Kiza Magendane , die daar een lezing mocht geven. Een uitgebreide samenvatting staat in de NRC.
Aanvankelijk werd ik heel boos. We zien de laatste jaren ook in Nederland de neiging maatschappelijke tegenstellingen te racialiseren. Klassenstrijd maakt plaats voor rassenstrijd. Dat is precies waar types als Geert Wilders, Thierry Baudet en Joost Eerdmans op wachten. Zij baseren al twintig jaar hun politiek verdienmodel op de stelling dat de blanken in Nederland bedreigd worden en zich daarom moeten verenigen. Nu wordt ze ook nog voor gehouden dat zij – van zwerver tot miljardair – allemaal hetzelfde white privilege genieten.
’t Is een beetje de serie van Sander Schimmelpenninck maar dan met huidskleur als de bepalende factor voor al het onrecht in Nederland. Zo drijf je de blanken inderdaad op één hoop. Je doet dat aan de andere kant net zo goed met iedereen die zich niet als zodanig definieert. Dat zijn dan de mensen van kleur. Degenen die zich opwerpen als woordvoerders van de mensen van kleur, vinden dat blanken niet blank zijn maar wit. Onder meer omdat blank kleurloos zou betekenen. Je zou zeggen prima dan: aan de ene kant heb je de kleurlozen aan de andere kant de mensen van kleur, de verdoemden der aarde – die – van zwerver tot miljardair- allemaal even ontrecht zijn en daarom gezamenlijk dezelfde strijd dienen te voeren.
Kiza Magendane scheert een beetje langs deze ideologie. Hij vraagt er in zijn lezing een bepaald begrip voor. Hij lijkt er ook door geïnspireerd. Toch is zijn boodschap anders. Bovendien kunnen er vanuit abjecte uitgangspunten toch waarheden worden verkondigd. Is het juist dat musea veilige havens zijn voor hoogopgeleid, wit en ouder publiek? Wie openingen afloopt, krijgt zeker die indruk. De aanwezigen lijken erg op de bezoekers van concerten en lezingen in de boekwinkel: oudere personen, echtparen die zeker op de tandem zouden zijn gearriveerd als dit vervoermiddel nog in de mode was, hippies op leeftijd en deftige mensen met een portefeuille, dik genoeg om kunstwerken aan te kunnen schaffen.
Ze hebben het museumbezoek en de liefde voor de klassieke muziek van huis uit meegekregen. Ze dragen de zeven vinkjes van Joris Luyendijk als een vaandel voor zich uit. Inderdaad: ze zijn bijna allemaal blank. Ze converseren op gedempte toon. Gepaste vrolijkheid mag. Uitbundigheid gaat te ver. Kunstenaars die dronken en stoned arriveren pour épater le bourgeois , zijn zo goed als uitgestorven.
Magendane constateert dat musea maar een beperkte categorie Nederlanders binnen hun poorten weten te lokken. Ze slagen er niet in op grote schaal andere publieksgroepen te trekken dan hun vertrouwd publiek. Nu is dat geen wonder want Nederland heeft al lang afscheid genomen van de gedachte dat kunst voor iedereen is, zodat een behoorlijk museum gratis toegankelijk hoort te zijn. In plaats daarvan worden de directies gedwongen van hun collecties een verdienmodel te maken. De entree tot het Rijksmuseum bedraagt twintig euro. Dat is een rib uit het lijf van de gemiddelde pa en ma, ook al mogen kinderen tot hun achttiende gratis mee.
De entreehefferij maakt musea in de praktijk culturele speelplaatsen voor de middenklasse. Het land wemelt van de barbaren die volhouden dat het gewone volk liever naar een concert in de Ziggodome gaat en dat de liefhebbers van museale kunst net zo goed als de kosten van een tentoonstelling uit hun eigen portemonnee dienen te betalen. Gordon wordt ook niet door de belastingbetaler gefinancierd.
Laat ze blaten, die barbaren. Ze doen dat al een dikke eeuw. Gelukkig wordt hun schril geluid overstemd door beschaafde stemmen die zeggen dat kunst behoort tot het erfgoed van de mensheid en dat doekoe geen belemmering mag zijn om een museum binnen te komen.
Met gratis entree of symbolische toegangsprijzen ben je er niet. Kiza Magendane houdt een heel verhaal over gemarginaliseerde groeperingen die zich in een museum ook op hun gemak moeten voelen. Tenminste daar komt zijn betoog op neer. Hij zegt uitdrukkelijk niet dat dan de collecties aangepast moeten worden. Het gaat om de toon, om de sfeer, de overdreven heiligheid van de hallen. Dat is een zinnige gedachte die de ondersteuning verdient van elke kunstliefhebber.
De vraag is hoe je het voor elkaar krijgt. Magendane komt dan met de vlijmscherpe observatie dat musea ’s avonds gesloten zijn. Inderdaad: ze gaan open als de meeste mensen net op hun werk aankomen en ze doen de deur dicht als ze weer naar huis gaan. Het betekent daarnaast een versterking van de samenwerking met scholen. In een beschaafd land horen kinderen al op jonge leeftijd kennis te maken met musea en wel op manieren die hen aanspreken. Daar is genoeg ervaring mee.
Magendane bezocht met een vriend het Haagse Kunstmuseum (vroeger het Gemeentemuseum) waar exposities aan de gang waren over de Haagse School en De Stijl. Daaraan knoopt hij een betoog vast over de noodzakelijke ‘dekolonisatie’ van musea. Ze zouden ruimte moeten bieden aan discussie over maatschappelijke problemen maar tegelijkertijd een plek blijven waar je tot rust kunt komen en onthaasten – typisch een observatie overigens die je van oudere blanke mannen zoals ik verwacht. Gelukkig weet ik beter. Een goed museum verontrust. Een goed museum brengt je af van je eigen geijkte manier van kijken.
Je zou eens mensen van buiten de kunstbubbel kunnen uitnodigen in het depot. Daar laat je ze een selectie maken van wat hen treft. Inwoners van Moerwijk, Duindorp en het Laakkwartier bijvoorbeeld. Hoe selecteer je die? De schrijver David Van Reybrouck heeft daar een uitstekende methode voor aangereikt. Hij gebruikte loting om burgers bij elkaar te brengen voor discussies over politiek en maatschappij. Zo kun je ook een comité samenstellen dat het depot ingaat. Het is haalbaar. Het is geen probleem als je maar wilt. Als je maar durft. Dan heb je nog kans dat uitsluitend blanke hoog opgeleide echtparen van middelbare leeftijd komen kijken naar de Keuze van Moerwijk maar dat is vooral een kwestie van gewiekste etno marketing. Ook op dat gebied is genoeg vakmanschap beschikbaar.
Een ding dient daarbij als een paal boven water te staan: kunst is het erfgoed van de hele mensheid, door wie en waar de werken ook tot stand worden gebracht. Er bestaat wel kunst uit Afrika. Er bestaat geen zwarte kunst. Er bestaat wel kunst uit Europa. Er bestaat geen witte kunst. Er bestaan ook eigenaren van kunst. Daarom moet roofkunst worden teruggegeven aan de rechtmatige bezitters. Laat daar geen twijfel over bestaan.
Ja, laat mensen uit Bimre, Kanaleneiland of Feijenoord ook een keuze uit het museumdepot maken. Om te beginnen.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Beluister Het Geheugenpaleis, de podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis.
Herbert von Karajan dirigeert de Schilderijententoonstelling van Modest Moessorgski:

Meer over:

cultuur, opinie, kunst, musea
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.