In 'Exodus: Gods and Kings' schuwt regisseur Ridley Scott de naargeestige kanten van de Bijbel niet. Een interessant idee, maar jammer dat de film wat onevenwichtig is
Met Exodus: Gods and Kings vertelt regisseur Ridley Scott een agnostische versie van het Mozes-verhaal. Wie het filmnieuws volgt, kan het niet zijn ontgaan dat er in de VS controverse is ontstaan rond de film die van Mozes een terrorist maakt.
De film wordt beschuldigd van racisme, omdat alle hoofdrollen worden gespeeld door blanke acteurs, terwijl zwarte spelers alleen te zien zijn als bediendes en bandieten. Hier valt weinig tegen in te brengen, behalve dat de vingerwijzing nogal arbitrair aanvoelt. Hetzelfde kan worden gezegd van tig andere Hollywoodfilms en je zou evengoed kunnen klagen over de ondankbare rollen die vrouwen krijgen toebedeeld.
Het is beter om de film als film te bespreken. Om te beginnen is Christian Bale, zoals altijd, intens en overtuigend in de rol van Mozes. Hij speelt hem als een Ché Guevara, die terreuracties niet schuwt in zijn strijd om de Hebreeuwse slaven van de Egyptenaren bevrijden. Ook wordt gesuggereerd dat Mozes schizofreen is en zijn gesprekken met God hallucinaties zijn; iets wat wel vaker wordt vermoed van overmoedige religieuze leiders.
Geen God van naastenliefde
De Tien Plagen en het droogleggen van de Rode Zee zijn evengoed te verklaren als natuurlijke verschijnselen, die voor wonderen worden aangezien. Maar wat echt verfrissend is, is de nadruk op fysiek verval en de wreedheid die mensen elkaar aandoen en vervolgens toeschrijven aan God. Nee, dit is geen God van naastenliefde en vergevingsgezindheid.
De ideeën van Exodus zijn sterk; de dramatische uitvoering minder. Los van Bale zijn de vertolkingen zwak, de karakters vlak en de dramatische lijnen tussen de personages slecht uitgewerkt. Sommige scènes, zoals die waarin Mozes’ afkomst wordt onthuld, zijn lachwekkend gebrekkig. Het is ook erg zonde om Ben Kingsley, Sigourney Weaver, John Turturro en Ben Mendelsohn te casten, om ze vervolgens niets interessants te laten doen.
Dit is een Ridley Scott-film, dus de beelden zijn schitterend. Er zijn enkele momenten die verwondering oproepen, maar even vaak slaat de overdaad aan special effects dood. Al met al is Exodus zeker geen slechte film, maar het moet worden gezegd: anderhalf decennium na Gladiator en Lord of the Rings hebben dit soort pseudo-historische spektakelfilms vol plechtstatig pratende mannen met rare baarden hun beste tijd wel gehad.
Nu met CGI effecten vrijwel alles mogelijk is op het witte doek, moeten special effects- films het meer dan ooit hebben van originaliteit en sterk drama. Dat bewijzen Gravity en Life of Pi.