De kern van het debat: zijn het medelanders of Nederlanders?
De eerste keer dat ik het “Suikerfeest is discriminatie voor diabetici” als argument in de Zwarte Pieten-discussie op Facebook las, begreep ik er werkelijk niets van. Wat was de verbindende factor tussen twee ogenschijnlijk verschillende onderwerpen? Hoe kon het gebeuren dat onderdelen van een religie werden gebruikt als argument in het verdedigen van een Nederlandse traditie? Intussen heb ik dezelfde zin honderden keren voorbij zien komen en is het mij nu duidelijk waarom.
Het Nederlandse straatbeeld is de laatste jaren ontzettend veranderd. Dat kan niemand ontkennen. De ‘standaard Nederlander’ is niet langer blank en heeft vaker een andere voor- en achternaam dan we van origine gewend zijn. Ze kan bijvoorbeeld een hoofddoek dragen of een donkere huid hebben. Ze kan hier geboren zijn, maar dat hoeft niet per se. Een Nederlands paspoort maakt haar bij wet volwaardig Nederlander. In de Zwarte Pieten-discussie is die volwaardigheid echter ver te zoeken.
In de veilige omgeving van social media verdwijnt de glans van tolerant Nederland en zijn racistische uitingen aan de orde van de dag. Vreemd genoeg wordt racisme gebruikt om aan te tonen dat de uiterlijke kenmerken van Zwarte Piet vooral niet racistisch bedoeld zijn. Van het vernielen van bont gekleurde Zwarte Pieten in drogisterijen tot het boycotten van grote supermarkten en het willen verbieden van het Kwaku festival en het offerfeest. Alles is geoorloofd om het cultureel erfgoed van Nederland te beschermen, maar waartegen eigenlijk?
De verbindende factor is het idee dat gekleurde Nederlanders, ofwel ‘Medelanders’, in Nederland enkel te gast zijn. Welkom zolang er niet wordt gesleuteld aan oer-Hollandse tradities, hoe kwetsend deze groep ze ook ervaart. ‘Het is niet zo bedoeld, dus het is niet zo’, is de gedachte. Dat moslims erbij betrokken worden, komt voort uit het simpele feit dat ook zij gezien worden als gasten. Welkom zolang zij zich gedeisd houden. Het Suikerfeest, offerfeest en het bouwen van moskeeën werd getolereerd. Zich uitspreken, bijvoorbeeld tegen de traditie van Zwarte Piet, is Medelanders echter niet toegestaan.
Het ogenschijnlijk tolerante land waar iedereen na het werk op de bank een joint mag opsteken veranderde vooral online in een boze en bijna onherkenbare liefde die overal genoeg van had. “Als je het er niet mee eens bent, dan ga je het land maar uit”, bleek de oplossende zin voor alle problemen van Medelanders. Die zin geeft aan dat je als niet-blanke Nederlander niet alleen geen recht van spreken hebt, maar vooral dat je te gast bent. Je kunt bijvoorbeeld niet zomaar bij je buurman binnen lopen, de koelkast opentrekken en een koud biertje pakken. Dat moet je vragen.
Zouden Nederlander en Medelander huisgenoten zijn, dan pak je twee biertjes en ga je waarschijnlijk samen naar hetzelfde televisieprogramma kijken. Je woont er, je bent niet te gast. Het is ook jouw koelkast, jouw bier, je hoeft niks te vragen, want de boodschappen doen jullie samen. Ook bestaat het idee dat Zwarte Piet geen probleem was, ‘totdat de buitenlanders kwamen’. Het feit is dat deze discussie alles behalve nieuw is, ze wordt al ruim 60 jaar gevoerd. Ontwikkelingen als sociale media en het internet hebben de discussie wel in een stroomversnelling gebracht. Daarnaast is de neutrale groep aan het verdwijnen. Je bent nu of voor, of tegen. Er ontstaat een gemeen spelletje ‘wij versus jullie’. Terwijl het toch zou moeten gaan over het vieren van een feest dat voor alle Nederlanders leuk is.
Het jaarlijkse toneelstukje dat door alle lagen van de bevolking wordt opgevoerd met de intentie om kinderen vooral blij te maken, zou geen enkel kind of volwassene mogen kwetsen. Toch zijn er voorbeelden te over die aantonen dat dit wel het geval is. Dit zou al voldoende reden moeten zijn om samen te kijken naar wat er anders kan. Maar in plaats van te zoeken naar een oplossing zijn er twee kampen ontstaan die steeds heftiger op elkaar reageren. Een 5-jarige zal geen vraagtekens zetten bij de herkomst van Zwarte Piet en gelooft je helemaal als je uitlegt dat het door de schoorsteen komt.
Ondertussen weten alle volwassenen, ook volwassenen die Zwarte Piet uit alle macht willen behouden, natuurlijk wel beter. Er is niet een persoon die met een stalen gezicht kan zeggen dat een schoorsteen naast een egale bruine huid zorgt voor rode lippen, gouden oorringen, kroeshaar en een overdreven Surinaams accent. Het feit dat Nederlandse expats die in het buitenland Sinterklaas vieren Zwarte Piet heel anders uitbeelden, of hem zelfs helemaal weglaten, zegt genoeg. Op onze internationale luchthaven is niet één Zwarte Piet te vinden. De flagship store van Hema in Londen kiest voor ‘Witte Piet’ met roetvegen.
Als je een 5-jarige vertelt dat de stoomboot onder de regenboog is doorgevaren en daarom als boot met Kleurenpieten aanmeert, gelooft hij je. Het is misschien even wennen, maar het maakt het snoepgoed echt niet minder lekker. Intussen begrijpen wij, gekleurde Nederlanders, heus wel dat alle miljoenen mensen die jaarlijks opnieuw genieten van surprises, gedichten, het zetten van een kinderschoentje en die lieve domme Zwarte Piet, ‘het niet zo bedoelen’. Ook vinden we niet dat iedereen die het een leuk feestje vindt direct een racist is. Maar dat de discussie eromheen nu vooral racistisch en xenofobisch is, kan ook niemand ontkennen.
Een andere belangrijke vraag is ook waar we de grens trekken. Wat vinden we echt te ver gaan? Als Peter R. de Vries na zijn oproep op de Facebook-pagina ‘Piet makeover’ via e-mail met de dood wordt bedreigd, ontstaat er op sociale media begrip voor degene die de bedreiging deed. Dat is echt een schrikbeeld. Een Facebook-reactie die Quinsy Gario dood wenste, kreeg maar liefst 135 likes. Waar trekken we de grens? Gaat het nog om een kinderfeest als er met zoveel begrip wordt gereageerd op doodsbedreigingen? Of zijn er andere dingen aan de hand? De gekleurde Nederlanders willen het feest niet voor de kinderen verpesten, we willen Zwarte Piet enkel meenemen naar de huidige samenleving. Zodat hij daarin nog jaren kan voortbestaan.
De samenstelling van Nederland is veranderd. ‘De Nederlander’ is niet per se blank, heeft niet altijd blond haar en blauwe ogen. De gekleurde Nederlander is geen immigrant meer, maar is steeds vaker hier geboren en sticht hier een eigen gezin. Het zou vreemd zijn om alles wat hij zegt in de wind te slaan. Hij is hier net zo thuis als de blanke Nederlander, hij hoeft zich dus niet altijd aan te passen.