Een advies aan Rutte en Asscher: besteed wat euro's aan de apothekers in Nederland, voor extra personeel
Gisteren heb ik een recept voor 20 fentanyl neussprays voorgeschreven. Dat blijkt €1640 te kosten.
De gewone morfine kost € 0,40 per stuk. Fentanyl is een zusje van morfine. De neusspray is bedoeld voor snel effect, voor tussendoor pijn. Het is een eenmalige dosis. “Eenmalige dosis” betekent dat even puffen om te zien of de neusspray het doet, zoals je bij Otrivin neusspray doet, de muggen in de kamer pijnvrij maakt à €82 en dan is de spray leeg. De patiënt vertelt dan dat die neusspray niet werkt. Dus verhoog ik de dosis naar €3280. De muggen zal het een zorg zijn, maar de patiënt heeft nog steeds pijn.
Het argument voor deze torenhoge prijs is het patent en de ontwikkelkosten.Dat is raar. Want het stofje fentanyl is al decennia lang beproefd. Het is geld verdienen aan het idee van de neusspray. Daarvoor zijn een paar eenvoudige studies genoeg. Die kosten geen miljoenen. En als dat wel vele miljoenen kost, dan zijn de toelatingseisen te streng. Dat deze fentanyl neusspray zo duur is en gewone morfine zo goedkoop, dat wist ik niet. De regering blijkbaar ook niet. Want de regering laat deze hoge prijzen ongemoeid en kijkt alleen naar de centjes. De regering dwingt de apotheker bij de niet-patent morfine elke maand op zoek te gaan naar een fabrikant die gewone morfine levert voor €0,39 in plaats van €0,40. Een cent winst per pilletje en ik schrijf ongemerkt recepten van duizenden euro’s.
Een advies aan Rutte en Asscher: besteed wat euro’s aan de apothekers in Nederland, voor extra personeel. Dan begeleidt de apotheker me intensief bij mijn 100 recepten per dag, op noodzaak, de kosten en alternatieven. Nu is het nog “Centenslim, maar eurodom”, zoals de Britten zeggen.