Minister niet zorgvuldig met mensenrechten
• 05-11-2010
• leestijd 2 minuten
Het had niet veel gescheeld of zo'n dertig Irakezen waren deze week uitgezet terwijl het in hun geboorteland hartstikke onveilig is
Minister Leers had het bijna laten gebeuren. En dat terwijl het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hem in een brief had laten weten de situatie in Irak te ernstig te vinden vanwege het grootschalige geweld, en alle verzoeken om opschorting van uitzetting door Irakezen toe te wijzen. Wat deed de minister met deze informatie? Niets. Ik ben enorm geschrokken.
Minister Leers wilde gewoon uitzetten. Heeft hij deze informatie gedeeld met de Irakezen en hun advocaten? Nee. Zelfs tijdens een zitting bij de Raad van State van drie Irakezen probeerde hij in eerste instantie te verbergen dat deze brief bestond. En, even erg: advocaten die de informatie wel kenden kwamen niet bij hun cliënt, omdat ze hen in vreemdelingenbewaring niet konden bereiken.
Het is voor de Irakezen een geluk geweest dat het EHRM de avond voor de geplande uitzetting hoorde van de weigerachtige houding van de minister en meteen heeft ingegrepen. Het Hof wees de minister op de eerdere brief en liet duidelijk weten dat uitzetten naar Irak echt niet geoorloofd is. De minister werd keihard teruggefloten.
Deze gang van zaken, maar ook de uitleg daarover van Leers in een spoeddebat gisteren, vind ik onbegrijpelijk. Nederland, in dit geval de minister, heeft een eigen verantwoordelijkheid dat vreemdelingen veilig kunnen terugkeren naar hun geboorteland. De minister heeft die verantwoordelijkheid niet genomen en daarmee niet zorgvuldig gehandeld. Dat vind ik strijdig met mensenrechten, waar ook het EHRM de bewaker van is.
Ik heb in het spoeddebat minister Leers gevraagd of hij het met de kennis van nu anders zou doen. Helaas was de minister niet in staat zichzelf een spiegel voor te houden, en probeerde hij alleen maar zijn straatje schoon te vegen. ‘Het was een unieke brief’. ‘Het EHRM had de brief zelf openbaar kunnen maken’. ‘De brief van het EHRM was een verzoek om informatie’. ‘Advocaten hebben altijd toegang tot hun cliënten in bewaring’. Deze argumenten zijn ondeugdelijk en kloppen niet. De minister heeft naar zijn eigen, vaste uitkomst toe geredeneerd.
Minister Leers moet niet denken dat hij er de komende tijd met zinnen als “ik sta voor de belangen van de vluchteling, maar we kunnen niet iedereen toelaten” vanaf komt. Ik kijk naar zijn concrete daden en concrete handelen. En daarin wil ik dat hij staat voor de mensenrechten van alle burgers; ook van vreemdelingen die terug moeten naar hun land van herkomst. Daar zal ik de minister steeds aan blijven herinneren.