'Milieuactivisten vogelvrij om vermoord te worden'
• 21-06-2016
• leestijd 2 minuten
In 2015 zijn wereldwijd zeker 185 milieuactivisten vermoord, een stijging van ruim 60 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Dat blijkt uit een onderzoeksrapport van de Britse milieuorganisatie Global Witness. ‘Vorig jaar was het dodelijkste jaar voor milieubeschermers,’ staat in het rapport. Het grootste aantal moorden werd gepleegd in Brazilië.
Volgens Global Witness werden alleen al in Brazilië vijftig activisten vermoord terwijl zij actievoerden tegen illegale houtkap in het Amazonegebied. De Filipijnen nemen een tweede plek in: daar werden 33 activisten vermoord. De lijst, met in totaal zestien landen, wordt verder aangevoerd door Colombia (26), Peru (12), Nicaragua (12) en de Democratische Republiek Congo (11).
Billy Kyte, campagneleider bij Global Witness en een van de onderzoekers, schrijft:
"Omdat de vraag naar producten als mineralen, hout en palmolie aanhoudt, zullen overheden, bedrijven en criminele organisaties land in blijven nemen ten koste van de bewoners. Gemeenschappen die zich hiertegen verzetten, bevinden zich steeds vaker in de vuurlinies van beveiligers in dienst van grote bedrijven, staatstroepen en huurmoordenaars. Voor elke moord die we konden registreren, zijn er vele die nooit worden gemeld. Overheden moeten onmiddellijk ingrijpen om de geweldsspiraal te doorbreken,"
De meest dodelijke vorm van industrie om tegen te protesteren, bleek in 2015 de mijnbouw te zijn. Maar liefst 42 actievoerders werden daarbij vermoord om hun protestacties. Daarna volgen de aanleg van landbouwgrond en hydro-elektrische dammen en houtkap. Veel moorden werden gepleegd in afgelegen dorpen in het Braziliaanse regenwoud, waar zo’n 80 procent van het gekapte hout illegaal is. Die houtkap is goed voor zo’n 25 procent van de houthandel wereldwijd.
In het onderzoeksrapport wordt ook aandacht gevraagd voor de kwetsbaarheid van inheemse volkeren. Zij bezitten nauwelijks landrechten en leven vaak geïsoleerd. Dat maakt hen extra kwetsbaar voor landroof. Bijna 40 procent van de vermoorde activisten in 2015 kwam uit deze gemeenschappen.
Het rapport beschrijft onder andere de casus van Filipijnse activist Michelle Campos, afkomstig uit het inheemse Lumad volk in het zuiden van de Filipijnen. Zowel haar vader als haar grootvader, die zich fanatiek bezighielden met het beschermen van het land waar zij al generaties op leven, zouden door een paramilitaire groepering publiekelijk zijn geëxecuteerd aan de rand van het dorp. Hun grondgebied is rijk aan steenkool, nikkel en goud en geldt als een van de gevaarlijkste gebieden voor milieuactivisten.
"We kennen de moordenaars, ze lopen gewoon rond in onze gemeenschap. Wij sterven en de overheid doet niets om ons te helpen. We worden bedreigd, gedemoniseerd en vermoord omdat we opkomen voor onze rechten. De mijnbouwers nemen onze grond in en ze worden daarbij beschermd door de militairen."
Global Witness wil dat overheden meer doen om het milieu en de activisten te beschermen en dringt erop aan dat de moorden onderzocht worden. Ook willen ze dat de overheden de landrechten van de inheemse bewoners erkent. In totaal werden 1.176 zaken onderzocht, die teruggaan tot 2002.