
De afgelopen dagen steeg het AI-nummer We zeggen nee, nee, nee tegen een AZC in de hitlijsten. Op het moment van schrijven staat het AI-gegeneerde nummer op plek twee in de Nederlandse hitlijst op Spotify. Dat dit nummer zo hoog in de hitlijsten staat, laat niet alleen zien hoe AI en muziek elkaar vinden, maar vooral ook hoe extreemrechtse ideeën zich ongemerkt door de cultuur verspreiden. Wat zich ooit aan de randen van de samenleving bevond, krijgt via popmuziek een vorm die vertrouwd, of zelfs onschuldig lijkt, en daarin schuilt juist het gevaar.
Van de randen van de samenleving naar Spotify
De tekst is eenvoudig: “Nederland verdrinkt, ons erfgoed gaat dood, er komen mensen die hier niet passen.” Het refrein herhaalt die boodschap: “vol is vol, weg ermee.” Wat ooit op protestbijeenkomsten van extreemrechtse groeperingen te horen was, klinkt nu in een refrein dat duizenden keren wordt gestreamd. Zo verschuift extreemrechtse taal van de randen van de samenleving naar de mainstream, en vervaagt de grens tussen vermaak en ideologie.
De omvolkingsretoriek in refreinvorm
In mijn onderzoek naar de normalisering van bepaalde complottheorieën, zie ik hoe de songtekst van het AZC-nummer dezelfde retoriek hanteert als een bekende extreemrechtse complottheorie: de omvolkingstheorie. De kern van deze complottheorie is de overtuiging dat de Witte Westerse bevolking wordt vervangen door immigranten, en dat elites dit proces bewust stimuleren. De boodschap van “wij worden vervangen” of “ons land is niet meer van ons” is dus geen nieuw fenomeen, maar lijkt veel op de retoriek van deze complottheorie en is nu verpakt in meezingbare vorm.
De herhaling van complottheorieën in een mooi verpakt liedje is niet onschuldig. De radicale taal van extreemrechtse protesten is vervangen door een catchy refrein, de boodschap door ironie en symboliek: “voor onze kinderen, voor ons bestaan.” In die herhaling schuilt de normalisering van deze taal, én het gedachtegoed: het is een retoriek op basis van verdediging in plaats van uitsluiting, op basis van zorg, in plaats van haat.
De aantrekkingskracht van dit soort nummers is niet dat ze mensen overtuigen van nieuwe ideeën, maar juist dat ze bestaande gevoelens verwoorden. Ze bieden een culturele, bijna legitieme taal voor onvrede: over migratie, over een veranderend Nederland, en het verlies van een gevoel van macht. Deze gevoelens zijn niet per se nieuw, maar de framing is dat wel. Het idee dat een AZC een existentiële bedreiging vormt voor “ons erfgoed,” “onze kinderen,” of “onze vrouwen” past naadloos in de retoriek van de omvolkingstheorie.
Emotie als dragen van ideologie
Het succes van het lied laat zien hoe cultuur kan fungeren als versterker van ideologie. Wanneer een refrein makkelijk mee te zingen is, verdwijnt de scherpe rand van de boodschap. Het lied roept op tot uitsluiting, maar het klinkt als verzet: “dus sta met mij op en kies deze kant, voor ons eens zo mooie Nederland.” Het mobiliseert angst, maar verpakt dit met een gevoel van saamhorigheid “Nederland is van ons, dat blijft zo voor altijd. Wij beschermen het, met trots en volle strijd.” Dit is precies hoe normalisering werkt, via herkenning en emotie.
Wie luistert naar wat populair is, hoort meer dan muziek. Je hoort hoe de samenleving haar angsten omzet in refreinen en hoe complottheorieën een pop-vorm vinden. De normalisering van extreemrechts denken klinkt niet langer alleen in sociale media, politieke toespraken, partijprogramma’s, of de protesten die we zien, maar ook in de liedjes die we streamen. Dat maakt het belangrijk om te begrijpen hoe cultuur en ideologie elkaar versterken, en hoe ogenschijnlijk onschuldige vormen van entertainment een rol kunnen spelen in de normalisering van extremistisch gedachtegoed.
Het nummer We zeggen nee, nee, nee tegen een AZC is daarmee niet slechts een mediastunt. Het is een signaal dat het discours van de randen van de samenleving steeds zichtbaarder wordt in het culturele leven. Terwijl de media en de politiek zich vaak richten op expliciete politieke uitspraken, vindt tegelijkertijd een proces plaats in het culturele discours. Dit vraagt om een nauwkeurige blik op de manieren waarop ideologie zich verspreidt en normaliseert, en hoe technologische en culturele platforms een rol spelen bij het toegankelijk maken van radicale retoriek. Als we niet herkennen hoe extremistische retoriek zich in liedjes, memes of reels nestelt, lopen we het risico dat haat zich vermomt als vermaak.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.