Pleidooi voor een politiek feminisme: feministen zouden redeneringen als die van Baudet veel vaker keihard, publiekelijk moeten veroordelen
Eén van de belangrijkste slogans van de tweede feministische golf was ‘het persoonlijke is politiek’; privé en publiek konden -en mochten- niet zonder meer als twee van elkaar gescheiden werelden beschouwd worden. Van dit adagium is tegenwoordig helaas nog maar de helft over. Feminisme anno 2014 lijkt vooral te gaan over persoonlijke lifestyle en nauwelijks over politiek maatschappelijk bewustzijn, stellen Bodil Kok en Femke Kaulingfreks.
Solidariteit heeft geen plaats in een emancipatiedebat dat zich toespitst op de vraag hoe vrouwen hun individuele vrijheden kunnen vieren. Alhoewel de bekvechtende ‘verwende prinsesjes’, ‘female chauvinist pigs’, powerfeministes en gelukkige huisvrouwen op gezette tijden weten te zorgen voor wat publieke opschudding, leiden hun discussies over wie nu de échte vrouw is nooit tot een analyse van bredere ongelijke machtsverhoudingen in de maatschappij.
Progressief feminisme Eerder staan ze zo’n analyse in de weg en dat is jammer, want een uitgesproken politiek en progressief feminisme hebben we hard nodig. Niet in de laatste plaats omdat de figuur van de onderdanige vrouw, veelal via het discours van de ‘nieuwe mannelijkheid’, recentelijk op slinkse wijze haar rentree heeft gemaakt op het publieke toneel.
Nu de seksuele bevrijding van de vrouw na drie feministische golven ‘af’ lijkt te zijn, worden discussies over genderverhoudingen al snel gereduceerd tot smaakverschillen in de privésfeer. We zijn inmiddels vrij om te kiezen welk type amoureuze relatie onze voorkeur heeft, of die nu draait om SM of vanille seks. Het zinderende succes van Vijftig Tinten Grijs wordt in ieder geval op die manier begrepen: het is het toppunt van vrijgevochtenheid als je er als vrouw voor uit durft te komen dat je ‘overmand’ wil worden. ‘Veroverd en betoverd’ door het ‘sterke’ geslacht, zoals Paulien Derwort schreef (NRC, 04-10-13), want in de slaapkamer komen we met ‘emancipatoire concessies’ helemaal nergens. Dus waarom zou het u of ons iets uitmaken dat Thierry Baudet een seminar bij ‘oppikartiest’ Julien Blanc heeft gevolgd (‘als research voor zijn boek’ uiteraard, zoals hij in De Wereld Draait Door uitlegt) of dat de man van chef Volkskrant Magazine Corinne van Duin, ‘echte Jan’ van Heemskerk, haar graag, na het bereiden van een pastaschotel, ‘wreed aan zich onderwerpt’? Wat er tussen de lakens (of op de keukentafel) gebeurt is toch zeker een privékwestie? De uiterst vrouwonvriendelijke uitspraken van deze heren lijken we vooral te moeten zien als (ironische?) uiting van hun persoonlijke seksuele frustraties. Dat dat de media (Volkskrant Magazine, 05-04-2014, De Wereld Draait Door, 20-11-14) ze daarvoor een ruim platform bieden, is geheel in lijn met de in ons land zeer gevierde vrijheid van meningsuiting. Oerconservatief Waarom is het dan problematisch dat Thierry Baudet, tamelijk ongehinderd, op nationale televisie kan zeggen dat vrouwen een man willen ‘die haar op haar plaats zet’? Omdat zijn uitspraken natuurlijk helemaal niet alleen gaan over smaak in de slaapkamer, maar over bredere machtsverhoudingen die bij seksualiteit en man-vrouw verhoudingen een rol spelen. Baudet benadrukt de ongelijkwaardigheid binnen die machtsverhoudingen in zijn oerconservatieve denken. Zo worden de ogenschijnlijk apolitieke seksuele behoeften van de vrouw ineens ingezet om een conservatieve agenda te ondersteunen.
Vijftig tinten grijs Hetzelfde conservatieve beeld komt naar voren in Vijftig Tinten Grijs, dat in wezen een hopeloos ouderwets, hetero-normatief verhaal is over de stereotype onschuldige maagd die valt voor een rijke man met macht. De verhouding tussen de dominante man en de onderdanige vrouw reikt dus verder dan de slaapkamer en wordt verpakt als vrije keuze. Geen wonder dat het erotische drieluik niet alleen een wereldwijde hit onder dertigplus-vrouwen is, maar ook gretig wordt aangehaald door mannelijke academici van rechts-conservatief pluimage. Ad Verbrugge zette het verkoopsucces in ter onderbouwing van de twijfelachtige these dat de ‘vormentaal’ tussen man en vrouw ‘ mede door de emancipatie van de vrouw ‘ verloren is gegaan, (Volkskrant, 20-07-13). Volgens Baudet bevestigt het zelfs het aloude verkrachterexcuus: als vrouwen ‘nee’ zeggen bedoelen ze eigenlijk ‘ja’ (thepostonline, 19-11-14).
Dergelijke redenaties gaan vaak hand in hand met een beroep op de biologische verschillen tussen man en vrouw. Neurobiologen en psychologen als Dick Swaab en Henk Verhoeven ( Volkskrant, 13-02-14 ) lijken de neoconservatieve agenda van munitie te voorzien door te benadrukken dat vrouwen eigenlijk zijn voorgeprogrammeerd om te zorgen, alle emancipatie ten spijt.
De cultureel-maatschappelijke impact van dergelijke generalisaties worden genegeerd en het ‘bewijs’ wordt ingezet om te stellen dat mannen en vrouwen niet alleen verschillen, maar ook van nature verlangen naar hiërarchische rolpatronen. De emancipatie van de vrouw is doorgeschoten en de huidige rolverdeling is blind voor onze eigenlijke ‘natuur’. ‘De Man’ heeft het hier maar moeilijk mee. Lees: de heteroseksuele, immer om seks verlegen zittende man, want voor mannen met andere of minder prangende seksuele behoeften is uiteraard geen plaats op de alfarots. ‘Oikofobie’ Deze typische retorische truc van de omkering is bijna symbolisch te noemen voor het gedachtegoed van de conservatieve, witte man die zichzelf graag een slachtofferrol aanmeet. Niet alleen de vrouwelijke ‘ander’, maar ook de etnische of culturele ‘ander’ is doelwit van soortgelijke redeneringen. Baudet, met name, plaatst zich keer op keer retorisch in een positie van achtergesteldheid, terwijl hij overduidelijk tot de dominante groep in de samenleving behoort. Zo vond Baudet de term ‘oikofobie’ uit en stelt hij dat ‘vreemdelingen’ een bedreiging vormen voor onze natiestaat en de trots op de Nederlandse identiteit aantasten. Onze generatie zou gebukt gaat onder de ‘puberale angst voor het eigene’ waarmee onze ouders ons ons ‘thuis’ hebben afgepakt ( NRC, 07-09-13 ).
Voetbalkleedkamerpraat van in wezen ‘aardige jongens’ Natuurlijk gebruikt Baudet deze aanval op ‘oikofobie’ als excuus om onversneden xenofobie te ventileren. Dergelijke xenofobe geluiden worden tegenwoordig veel te gemakkelijk geaccepteerd. Wie zich hier tegen verzet, wordt niet serieus genomen. Als in Nederland het persoonlijke expliciet politiek wordt gemaakt, zoals bijvoorbeeld in het debat rondom het uiterlijk van de knecht (we benadrukken het maar even) van Sinterklaas, is het huis te klein. Elke niet spierwitte criticaster van het ‘kinderfeest’ lijdt aan een minderwaardigheidscomplex en ‘begrijpt’ onze traditie niet. Op vergelijkbare wijze wordt elke vrouw die zich verzet tegen het eerder in NRC verkondigde ‘einde van de emancipatie’ ( 18-01-14 ) weggezet als zure feministe en wie zich druk maakt over Julien Blanc zijn onverkapte aanmoedigingen tot seksueel geweld tegen vrouwen, reageert volgens Baudet, ‘hysterisch’ op onschuldige voetbalkleedkamerpraat van in wezen ‘aardige jongens’.
Neem stelling! Feministen zouden dergelijke redeneringen veel vaker keihard, publiekelijk moeten veroordelen. Ook als het gaat over ongelijke machtsverhoudingen op een ander vlak dan gender. Feminisme kan weer politiek worden als we de parallellen tussen misogynie en xenofobie erkennen en tegen beiden stelling innemen. Het persoonlijke politiek maken werkt twee kanten op. Je laat zien hoe structurele scheve verhoudingen impact hebben op je persoonlijke leven, maar ook hoe je je in je persoonlijke leven, zo nodig met je eigen lijf, kunt verzetten tegen ongelijkheid. In de strijd tegen elke vorm van ongelijkheid, buitensluiting en onderdrukking, – ongeacht of deze jou zelf direct raakt- is solidariteit het sleutelwoord. Emancipatie is nu eenmaal nooit een eenmans (of –vrouws)actie!
Femke Kaulingfreks, politiek filosoof Bodil Kok, literatuurwetenschapper en vertaler uit het Spaans