Zianna Oliphant is pas negen jaar oud, maar haar krachtige speech over de gevolgen van racisme en politiegeweld maakte zo veel los dat hij in rap tempo viraal ging. Het meisje was zichtbaar aangedaan tijdens het afleggen van haar verklaring voor de gemeenteraad in Charlotte, waar de gemoederen opnieuw hoog oplopen na de dood van Keith Scott , die omkwam door politiekogels.
Hoewel het ongemakkelijk is om te zien hoe zo’n jong kind zichtbaar zo veel leed meedraagt en door volwassenen wordt aangemoedigd om die pijn te delen, is het naief om te veronderstellen dat deze kinderen nog af te schermen zijn van de wereld om zich heen. Er gaat in de Verenigde Staten geen week voorbij zonder dat een of meerdere zwarte burgers om het leven komen door politiegeweld. The Counted, het lopende onderzoek van the Guardian naar doden door politiegeweld, constateerde dat zwarte mensen in 2015 meer dan twee keer zo veel kans hadden om doodgeschoten te worden door de politie, terwijl ze daarbij ook nog eens veel vaker ongewapend waren. Jonge zwarte mannen hadden negen keer zo veel kans om door politie te worden neergeschoten dan elke andere groep.
Die realiteit zien kinderen op tv. Dat is het gesprek van de dag, elke dag. Hun ouders zijn gespannen, bang en ja, begrijpelijk boos. Protesten worden steeds luider en talrijker. Tegelijkertijd zien ze de witte woede over vreedzame protestacties als die van Colin Kaepernick en worden ze geconfronteerd met de vijandigheid van de politievakbond, die Black Lives Matter een terroristische beweging noemt en openlijk haar steun voor Trump heeft uitgesproken. Daar wordt een kind vroegwijs van. En verdrietig: