Allochtone achtergrond staat toelating tot specialisatie vaak in de weg
Het lukt allochtone artsen maar moeilijk om toegelaten te worden tot een opleiding tot chirurg, kinderarts of een andere specialisatie. Eén van de oorzaken: het ons-kent-ons wereldje bij de specialisten. Dat schrijft de Volkskrant. Ook een taalachterstand of een ander ‘accent’ zou de slagingskans bij een sollicitatie verkleinen.
Vooral niet-westerse allochtonen moeten vaak extra hard werken om toegelaten te kunnen worden tot één van de specialisaties, waar de plekken schaars zijn. Ongeveer een derde van de studenten medicijnen in de grote steden heeft een niet-westerse afkomst, maar naar schatting komt slecht vijf á zes procent van hen uiteindelijk op een opleiding tot medische specialist. De cijfers zijn een schatting, omdat registratie op basis van etniciteit verboden is.
Hoogleraar Tineke Abma deed onderzoek naar het tekort aan allochtone specialisten in het Amsterdamse VUmc. Zij noemt als één van de oorzaken een taalachterstand. Abma:
Niet foutloos Nederlands spreken, of met een accent, heeft gevolgen als je solliciteert bij een specialistenopleiding.
Volgens de hoogleraar, die voor haar onderzoek onder meer met opleiders, afdelingshoofden en zo’n dertig allochtone arts-assistenten sprak, maken de studenten ook minder kans omdat ze vaak al wat ouder zijn wanneer ze zich willen specialiseren. Dat komt doordat ze eerder bijvoorbeeld een te laag schooladvies hebben gehad, of omdat ze naast de studie moesten werken. Abma:
Dat wijst op doorzettingsvermogen, maar in de praktijk hebben opleiders liever iemand van 24 dan van 29 jaar. Die is nog kneedbaar.
Het gevolg: de artsen in opleiding met een niet-westerse achtergrond worden huisarts of keuringsarts.
Kinderarts Nordin Dahhan kreeg vijftien jaar geleden van zijn opleider te horen: “Het is belangrijk dat goede mensen als jij huisarts worden. Mensen als jij hebben we dolgraag als huisarts. Dat is ook een mooi vak.” De Nederlander van Marokkaanse origine antwoordde daarop: “Als u zo enthousiast bent over huisartsengeneeskunde, waarom bent u het dan zelf niet geworden? Ik vind het even belangrijk als u, maar ik wil kinderarts worden en dat gaat me lukken ook.”
Abma stelt dat de medische stand de neiging heeft de allochtonen – bewust of onbewust – uit te sluiten:
Het is misschien confronterend, maar de medische stand heeft de neiging zichzelf te klonen. Ze zoeken mensen die zijn zoals zij zelf, witte mannen vooral. Een ballerig accent is dan geen probleem, een Arabisch wel. Zelfs als er grote tekorten zijn, zoals bij pathologie bijvoorbeeld, wordt een westerse immigrant gehaald, een Fin of zo.