Mocht Joost Lagendijk eveneens aangehouden worden, dan kan hij op mijn steun rekenen
Vorige week kondigde president Erdogan een intensivering aan van de door hem ontketende ‘operatie’ tegen de ‘parallelle staat’, oftewel de beweging rond zijn eerdere bondgenoot imam Fethullah Gülen.
Er zou zelfs informatie op komst zijn over de verantwoordelijkheid van de Gülenbeweging bij ‘moorden’. Het is de vraag of Erdogan daarmee doelde op de verdachte rol van Gülens politieagenten bij de moord op de Armeens/Turkse journalist Hrant Dink in 2007. Vast staat dat de daarvoor veroordeelde Ogün Samast onlangs een voor deze dienders belastende verklaring aflegde.
Vrijwel tegelijkertijd met Erdogans verklaring verscheen op internet een tweet van ‘Fuat Avni’. Eerder dit jaar voorzag de persoon die zich van dit pseudoniem bedient de arrestatie van politieagenten, dus waren de verwachtingen hooggespannen. Dit keer voorspelde Fuat Avni een grootschalige politieactie tegen de Gülenbeweging, waarbij de daartoe behorende media niet ontzien zouden worden.
Aanhoudingen Volgend op Fuat Avni’s tweet trokken Gülenvolgelingen naar Istanbuls wijk Yenibosna, waar de redacties zijn gevestigd van Gülens kranten Zaman en het Engelstalige Todays Zaman. Toen de politie zich daar niet vertoonde twitterde Fuat Avni dat de actie was afgeblazen omdat hij daar ruchtbaarheid aan had gegeven. Zondag gebeurde het echter alsnog. Die dag vonden in 13 Turkse provincies 31 aanhoudingen plaats. Aangehouden werden onder andere Hidayet Karaca, de directeur van Samanyolu, een Tv-kanaal van de Gülenbeweging. Daarnaast werden (voormalige) politieagenten aangehouden, waaronder Tufan Ergüder, die in Istanbul eerder hoofd was van de anti-terreurafdeling van de politie.
Dumanli Na een vroege politie-inval bij Zaman, leverde de hoofdredacteur van die krant, Ekrem Dumanli, zich later op de dag vrijwillig uit aan de politie. Daarbij kreeg hij steun van een voormalige minister van Erdogans Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP). Deze Idris Naim Sahin verliet de AKP en richtte vorige maand zijn eigen Partij voor Natie en Gerechtigheid op.
Volgens persdienst Anadolu worden de aangehoudenen verdacht van het vervalsen van bewijs bij een onderzoek dat sinds 2010 speelt naar ‘Tahsiye’, een islamitische organisatie waarover banden met al-Qaeda worden verondersteld.
In verband met Tahsiye werden 122 personen aangehouden. De vermeende leider ervan, Mehmet Dogan, werd na 17 maanden in een gevangenis te hebben gezeten vrijgelaten. Dogan wordt gezien als tegenstander van Fethullah Gülen, wat hem mogelijk in Erdogans kamp plaatst.
Corruptie De nieuwe golf aanhoudingen valt hoe dan ook moeilijk los te zien van het hoogopgelopen conflict tussen Gülen en Erdogan, dat deze week een jaar geleden definitief omsloeg in een totale oorlog. Aan de Gülenbeweging verbonden aanklagers onthulden toen een onderzoek naar corruptie in en rond de AKP.
Erdogan interpreteerde dit onderzoek als een poging tot staatsgreep. Maar was het dat? Gülens intentie om Erdogan een slag toe te brengen lag er duimendik bovenop, maar er kwam geen militair of geweld aan te pas. Het onthullen van belastende informatie kan ook onderdeel zijn van een democratisch proces.
In de daarop volgende maanden plaatsten Gülens politieagenten opnamen van telefoongesprekken op internet, die corruptie binnen AKP-kringen bevestigden. De regering sloeg terug met overplaatsingen en aanhoudingen van politieagenten. De authenticiteit van deze telefoonopnamen werd betwist. Vooral door Erdogan, die telkens van ‘montages’ sprak. Soms leek het daar ook op, maar lang niet in alle gevallen. Verdenkingen over corruptie binnen de AKP verdwenen in ieder geval zeker niet.
Onlangs begon een parlementair onderzoek naar vier bij de corruptiezaak in opspraak gekomen oud-ministers. Daarbij valt op dat het tot de AKP behorende hoofd van de onderzoekscommissie, Hakki Köylü, de oud-ministers Caglayan en Güler harder aanpakt dan hun voormalige collega’s Bayraktar en Bagis. Dit leidde tot het gerucht dat de AKP de eerstgenoemde twee ministers als zondebokken wil aanwijzen.
Mahcupyan Corruptie binnen de AKP werd onlangs bevestigd door Eyten Mahcupyan, een voormalige columnist van Zaman/Today’s Zaman. Toen de hel uitbrak tussen Gülen en Erdogan koos Mahcupyan echter voor laatstgenoemde. Het duurde dan ook niet lang voordat hij ontslag nam bij de Zaman-groep, om in dienst te treden bij de AKP-gezinde krant Aksam. De eerste verrassing was dat Mahcupyan adviseur werd van premier Davutoglu. Aangezien hij een Armeense achtergrond heeft en het volgend jaar een eeuw geleden is dat de ‘gebeurtenissen van 1915’ (AKP-jargon voor de Armeense genocide) plaatvonden, zit daar een speciaal kantje aan.
CNN-Türk De tweede verrassing volgde toen Mahcupyan tijdens interview op het Tv-kanaal CNN-Türk het corruptieprobleem van de AKP onderkende. Mahcupyan:
Toen de AKP-aanhang de corruptie afzette tegen de onderzoeken in dit verband van 17-25 december, werd het laatste als gevaarlijker beschouwd dan de corruptie op zich. De AKP-aanhang wilde geen machtsovername omwille van een corruptieonderzoek. Men gaf er de voorkeur aan om een tijdje met corruptie te leven ten einde de dreiging van een coup af te wenden. Er waren twee kwaden en men koos voor het minste kwaad.
Mahcupyan gaf er een fraaie draai aan, maar ondertussen was het hoge woord er wel bij hem uit: er zit corruptie in de AKP. Binnen de AKP werd hem dit ernstig kwalijk genomen. Dat hij Davutoglus adviseur werd kon woedende reacties van AKP-parlementariërs niet verhinderen.
Ergenekon Mahcupyan en ik waren vijf jaar geleden min of meer collega’s, toen ik nog voor Today’s Zaman schreef. Destijds ging er geen dag voorbij waarop die krant de juridische procedure aanmoedigde tegen Ergenekon, de vermeende samenzwering tegen de AKP en de Gülenbeweging. Aanvankelijk ging ik daarin mee, maar ik veranderde van mening.
Sommige in verband met Ergenekon vervolgde figuren waren onvervalste criminelen, maar werden (helaas) niet vervolgd voor wat ze op hun kerfstok hadden. De andere Ergenekon-verdachten begingen echter geen enkel strafbaar feit, waardoor het nog duidelijker was dat de vervolging zich richtte op hun seculiere ideologie en de kritiek die zij hadden op de AKP en de Gülenbeweging. Zeker, er zaten in het Ergenekon-gezelschap journalisten met op zijn zachtst gezegd onplezierige standpunten. Onplezierige standpunten mogen in een democratie echter geen reden tot vervolging zijn.
Het door Today’s Zaman naar voren gebrachte argument dat deze journalisten met hun artikelen een machtsovername stimuleerden viel door de mand omdat er geen bewijs werd geleverd voor plannen in die richting. Het bleef bij een samenzweringstheorie. Bovendien was het evident dat door Gülens volgelingen binnen politie en justitie geknoeid werd met bewijsmateriaal. Toen ik dit doorkreeg hield ik het snel voor gezien bij Todays Zaman. Mahcupyan bleef, en veranderde pas van gedachten toen Gülen en Erdogan elkaar in de haren vlogen. Tot die tijd bleef hij een vurig pleitbezorger van de Ergenekon-procedure. Evenals Erdogan overigens.
Voormalig Europarlementariër Joost Lagendijk bleef eveneens bij Today’s Zaman. Hij is daar tot op de dag van vandaag columnist. Ik kan me voorstellen dat Lagendijk enigszins benauwd wordt nu Erdogans operatie tegen Gülen diens media niet langer ontziet. Zou ik in ieder geval worden als ik nog voor Today’s Zaman had geschreven.
Streken Voor zover Gülens volgelingen strafbare feiten hebben gepleegd is het terecht dat zij daarvoor vervolgd worden. Ik zal echter niet de enige zijn die het onwaarschijnlijk acht dat een hoofdredacteur van een krant en een directeur van een Tv-kanaal bewijs vervalsten binnen een justitieel onderzoek. Dat soort streken associeer ik toch eerder met politieagenten en aanklagers. Daarmee heeft het er alle schijn van dat Gülenvolgelingen als Dumanli en Karaca worden aangepakt voor wat onder hun verantwoordelijk werd geschreven of geproduceerd. Dat kan natuurlijk niet in een democratie. Het is zonder meer verwerpelijk dat journalisten van Zaman/Today’s Zaman het toejuichten toen hun seculier-nationalistische collega’s achter de tralies gingen, alleen omdat zij iets schreven wat hen niet beviel, maar ook dat kan op zich geen reden tot vervolging zijn.
Mediavrijheid is een algemeen recht. Voor onplezierige seculier-nationalisten net zo zeer als voor even onplezierige leden en sympathisanten van een islamitische beweging. Dus mocht Joost Lagendijk eveneens aangehouden worden, dan kan hij, hoe zeer ik ook met hem van mening verschil, op mijn steun rekenen. Daarom besluit ik met de beroemde zin waarmee Stephen G. Tallentyre het denken van de filosoof Voltaire trachtte samen te vatten: Ik ben het niet eens met wat je zegt, maar ik zal het recht om het te zeggen tot de dood toe verdedigen. cc-foto: Peter Edel
Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (Uitgeverij EPO, Antwerpen, 2012). Volg Peter Edel ook op Twitter.