Ivan Wolffers: De wetenschap is de nieuwe religie: vol bedrog en sprookjes
Toevallig kwam een hoofdredactioneel commentaar in de Lancet van 11 april dit jaar vanmorgen op twitter langs. “Veel van de medisch wetenschappelijke wetenschap , misschien wel de helft, is onjuist.”
Ik had het in april gemist. Mea culpa. Maar het is ook geen nieuw verhaal en daarom kijk je er gemakkelijk over heen. Tien jaar geleden legde John Ioannidis in PLoS Medicine bijvoorbeeld uit dat 85 procent van alle medische onderzoek niet klopt. En op bescheidener voet zou ik ook mijn eigen rede willen noemen over de invoering van McScience in de medische onderzoekswereld en de teloorgang van de principes die we hoog hielden in de wetenschap, die ik vorig jaar in januari hield ter gelegenheid van mijn emeritaat.
Het commentaar in de Lancet is geschreven door de hoofdredacteur van de Lancet, ’s werelds meest gerespecteerde medisch wetenschappelijke weekblad. Het is maar één pagina en Horton begint met benadrukken dat hij op een bijeenkomst van de Wellcome Trust in London was, maar geen namen van de sprekers mag noemen en er geen foto’s van getoonde dia’s genomen mochten worden. Alles wat eigenlijk publiek zou moeten zijn bleef dus geheim. Misschien dat er daarom ook weinig aandacht voor kwam.
Sprookje We kennen de problemen door en door. Het is een complex samenspel van belangen van veel partijen. Belangrijkste financier en ook grootste belanghebbende bij vernieuwend onderzoek naar telkens nieuwe geneesmiddelen is de farmaceutische industrie. Daarvoor is het sprookje van groot belang dat er steeds weer nieuwe middelen zijn (of eraan komen en die ons nog onthouden worden) die beter werken dan bestaande. En sprookjes zijn pas echt sprookjes als we er met zijn allen in willen geloven.
De nieuwe religie Daarvoor is de wetenschap nodig. Dat is de nieuwe religie: God vervangen door toponderzoekers die oordelen over wat de waarheid is. Het heeft geleid tot McScience: onderzoek in opdracht door artsen wier carrière afhankelijk is van publicaties in grote A-merk medische tijdschriften, waarvoor ze weer helemaal afhankelijk zijn van financiering door de farmaceutische industrie. Ze leveren de resultaten die het mogelijk maken hun werk voort te zetten en hebben daar de juiste verwoording van de uitkomsten van hun onderzoek voor nodig.
De tijdschriften waarin gepubliceerd wordt hebben nieuwe resultaten nodig. Het is ondertussen een professie op zich geworden resultaten zo te spinnen dat het meer lijkt dan het is. Het bevestigen dat iets na 25 jaar nog altijd het beste is wordt meestal niet eens geplaatst in een medisch vakblad, want die moeten ook in een zeer competitieve wereld functioneren. En de media die het aan het grote publiek moeten doorgeven versimpelen het jammer genoeg nog verder tot te sensationele ontdekkingen, die twee jaar later al vergeten zijn en vervangen door nieuwe sensaties.
Pijnlijke stilte De pijnlijke stilte die op de berichtgeving in de Lancet van 11 april volgde, wordt deels veroorzaakt doordat veel mensen het simpelweg niet kunnen geloven. Anderzijds weten heel veel mensen het wel, maar hebben ze zich onvoldoende gerealiseerd hoe groot het probleem is. Het is een typisch geval van het sprookje van De Kleren van de Keizer . Als jongetjes zoals Horton, Ioannidis en – mag ik mezelf na 40 jaar schrijven over geneesmiddelenonderzoek ook noemen? – op het bedrog wijzen, zwijgt iedereen uit verlegenheid. Niets zeggen, dan loopt het misschien niet in de gaten.
Dat is nu juist de reden dat ik het weer een keer op moet schrijven. Hoe is het mogelijk dat na zulke artikelen er niet onmiddellijk tumult is binnen de medische faculteiten? Dat zijn bij uitstek de instituten die de tent wetenschappelijk schoon moeten houden, moeten garanderen dat wat beweerd wordt ook klopt en die zich vrij moeten houden van belangenverstrengeling. Behalve wat lipservice, de bewering dat het bekend is, maar dat er intussen een hoop veranderd is en krachteloze initiatieven om de goede wil te tonen, volgt er echter niets concreets. Alleen maar omdat de belangen zo verstrengeld zijn, dat men vreest dat door het ontwarren ervan de hele boel in elkaar stort.
Minister Schippers We zeggen van veel misstanden dat niet alleen de daders laakbaar zijn, maar ook degenen die het zagen en niets zeiden. We weten ook wie het zouden moeten weten en we moeten die personen ter verantwoording roepen. Bijvoorbeeld eisen van de Minister voor Volksgezondheid dat ze de medische faculteiten opdracht geeft seminars te organiseren waar mensen zoals Ioannidis en Horton, maar ook Peter Götze en Ben Goldacre worden uitgenodigd.
Dat is niet vrijblijvend, maar moet leiden tot concrete meerjarenprogramma’s om onze medische wetenschap weer geloofwaardig te maken. En daar wordt de universiteit dan op afgerekend. Dat is nodig want te veel mensen verliezen dat vertrouwen en zoeken hun heil bij mensen die het wel goed bedoelen en misschien wel betrouwbaar zijn, maar nu net weer niet gehinderd worden door de basiskennis over hoe je onderzoek überhaupt uitvoert.