Hoe gebrekkig het Nederlands ook moge zijn, schelden kunnen ze altijd met verve
Racisme is van alle tijden. Discriminatie ook. Waar groepen samen moeten leven, vallen klappen. Rake.
Zo was het afgelopen zaterdag niet de eerste keer dat ik een homokroeg uit liep, waarna de aanval van anti-tolerantie vanzelf weer losbarstte. ‘Hé! Homo! Homo! Kankerhomo!’
Hoe gebrekkig het Nederlands ook moge zijn, schelden kunnen ze altijd met verve. Na een paar keer uitgescholden te zijn, was ik het aardig zat (ook niet voor de eerste keer, trouwens). “Ik heb respect voor jou, dan mag jij ook respect voor mij hebben. Zo gaan we met elkaar om.” Als een rode lap op een stier. Respect? Voor een kankerhomo ? Ik kan nog meer kanker krijgen en het liefst slaan ze het licht uit m’n ogen. Ze houden elkaar vast (want zo zijn ze) om maar niet op me in te kunnen. Het is al niet eens meer spannend om het publiek te laten raden waar deze anti-homo-uitingen vandaan komen.
Om telkens het probleem van het Marokkaanse straatschorriemorrie onder de noemer integratie te plaatsen: noem het een aanpassingsprobleem. Die hangjongeren zouden prima Nederlands kunnen spreken. Of een normaal leven opbouwen. Maar nee: als het niet om hen draait, of het ze niet naar de zin wordt gemaakt, hebben anderen het gedaan. Aanpassen is het grote probleem bij dat soort types.
Het gebrek aan respect, normale omgangsvormen en tolerantie geeft een zorgwekkend beeld neer van hoe wij als Nederlanders met elkaar omgaan. We schieten al in de zelfverdediging als er aan een feest wordt getornd, of als we een andere ‘discussie’ aangaan (jij schreeuwt hard – ik schreeuw harder), blijkbaar kunnen we niet gewoon met elkaar omgaan.
Als daar homo-emancipatie bij komt kijken, voelen vele bevolkingsgroepen zich al helemaal geroepen om daar hun afkeer van uit te spreken ( ja, ook u – reageerder ). Dat ‘we’ ons maar aan moeten passen aan de grijze maatschappij. Dat we maar ‘gewoon’ moeten doen en niet moeten springen op een boot.
Dat wij strijden voor onze rechten – op ónze manier, wordt dan buiten beschouwing gelaten of weggelachen. Dat wij het leven vieren – op ónze manier. De een slacht een schaap om het leven te vieren, de ander hijst zich in een boerenkiel, wij hebben zo onze eigen manieren om het leven een stukje aangenamer te maken.
Maar een minderheid wordt ook onder een vergrootglas gelegd: daar wringt de schoen. Het is niet ‘leven en laten leven’. Het is meten met twee maten. Waarom die homokroegen er zijn. Waarom die feesten er zijn. Waarom mannen op onconventionele methodes aan hun gerief komen.
Leven en laten leven – zo moet het zijn. Voor jou, de lezer. Voor de Marokkaanse Nederlander die het liefst de homo’s uit het straatbeeld ziet verdwijnen. De homo’s die de Marokkaanse Nederlanders weer het liefst van het straatbeeld zien verdwijnen. Een utopie, maar elkaar met rust laten zou de wereld een stuk mooier maken.