Te beginnen met openheid over de stemming van 23 mei
Op 23 mei 2011 stemmen de 568 Provinciale Statenleden voor de Eerste Kamer. Die stemming is geheim. Zou het niet van democratisch besef getuigen als die Statenleden aankondigen hun stemming openbaar te maken/of in het openbaar te doen? Of vinden zij dat ook dit stemmen hun “eigen verantwoordelijkheid” is en de kiezer daar geen enkele rol bij speelt?
Dat hing samen met de restricties die er waren ten aanzien van degenen die mochten kiezen en gekozen mochten worden. Dit censuskiesrecht (bepaalde eisen werden gesteld, zoals manlijk geslacht, bepaalde opleiding en/of bepaald minimum inkomen) betekende in feite dat circa 15% van de manlijke bevolking toen mocht stemmen. Maar ook dat maar 2% van de manlijke bevolking gekozen kon worden. De rest kwalificeerde niet. Door niet aan de kiezers het recht te geven de Eerste Kamerleden direct te kiezen, zoals Thorbecke het wel wilde, zorgden de leden van de Eerste Kamer ervoor dat zij gekozen konden worden door die Statenleden, die alleen maar gerekruteerd konden worden uit die top-2%.
Nu is het in ieder geval al kenmerkend voor ons politiek systeem en onze politieke partijen dat dit indirect kiezen van de Eerste Kamer anno 2011 nog steeds het geval is. In 163 jaar is er geen poging gedaan om deze laatste stuiptrekking van de fase van voordat de parlementaire democratie werd ingevoerd ongedaan te maken en de kiezers de Eerste Kamer direct te laten kiezen (of althans is die poging niet geslaagd). Maar minimaal zou je toch mogen verwachten dat de stemming van de leden van de Provinciale Staten voor de samenstelling van de Eerste Kamer openbaar is. Zodat je ten minste weet wat jouw provinciale vertegenwoordiger(s), die je deels koos op basis van jouw wens ten aanzien van de samenstelling van de Eerste Kamer, gestemd hebben. Maar ook dat is niet het geval en het staat ze niet alleen vrij om te stemmen wat hen goeddunkt, maar ze hoeven er ook persoonlijk geen verantwoording voor af te leggen, omdat je achteraf niet weet wat ze gestemd hebben.
Zou het niet van democratisch besef getuigen van onze politieke partijen en de gekozen Statenleden om, ondanks dat de stemming officieel geheim is, de stemming op 23 mei toch openbaar te maken, of minimaal in het openbaar te zeggen op welke partij/kandidaat ze hun stem hebben uitgebracht?
En zouden ze ook niet als de wiedeweerga dit archaïsche systeem moeten veranderen en minimaal het stemmen openbaar maken? Of nog liever gewoon tijdens de Provinciale Kamerverkiezingen de kiezers een tweede stem geven waarbij men direct de Eerste Kamer kiest, zoals Thorbecke het ook al in 1848 bedoeld heeft?