Luister naar scholieren, stop het leenstelsel!
• 20-10-2014
• leestijd 4 minuten
De politiek probeert ontevredenheid over het leenstelsel te beperken door jongeren onwetend te houden
Zoals velen ben ik een fervent twitteraar. De laatste tijd bevatten veel van mijn tweets de hashtag #leenstelsel. Toen ik tijdens het rondetafelgesprek van de Tweede Kamer over het #leenstelsel weer volop aan het twitteren was, kwam plotseling de volgende vraag van een scholier op mijn timeline voorbij: “Is het leenstelsel dan nog niet definitief?”
Zorgen maken ze zich al wel, de scholieren van Nederland. Want vooralsnog zijn de examenkandidaten van dit schooljaar de eerste jongeren die te maken krijgen met het beruchte leenstelsel, het alternatief voor de huidige studiefinancieringsregeling. Vooralsnog inderdaad, want nog niets is definitief. Ja er is een akkoord gesloten in het voorjaar en ja er is een wetsvoorstel. Maar de wet is er bij lange na nog niet. Alhoewel, als het aan de minister ligt wordt dat wetsvoorstel zo snel mogelijk door zowel de Eerste als de Tweede Kamer geduwd. Deze haastklus zou er voor moeten zorgen dat de basisbeurs al in september 2015 tot het verleden behoort. Dat de invoering een ondoordachte haastklus is, heeft niets te maken met het ambitieniveau van onze Jet. De redenen zijn simpel: de onvrede onder de jongeren beperken door hen in onwetendheid te houden. Het alternatief dat ze biedt is de mogelijkheid om mee te praten over de financiering die vrij komt voor het onderwijs; een financiering die voor een groot deel al opgeslokt wordt om de gaten in de begroting van haar eigen ministerie te vullen.
Onvrede Als we de jongerenpartijen van PvdA, D66 en VVD mogen geloven, is de onvrede onder jongeren helemaal niet zo groot. Studentenvakbonden zouden volgens hen niet langer mogen optreden alsof ze namens álle Nederlandse studenten spreken. Een hogere aanvullende beurs zou volgens hen zorgen voor minder inkomensongelijkheid (JS), studenten zouden de verantwoordelijkheid van een studieschuld prima kunnen dragen (JOVD) en een constructieve houding bij de studentenbonden zou ontbreken (JD).
Het klopt dat de inkomensongelijkheid relatief daalt. Evengoed daalt het inkomen. Waar jongeren met minder draagkrachtige ouders nu een aanvullende beurs kunnen ontvangen van maximaal 260 euro, zou in het leenstelsel de aanvullende beurs kunnen oplopen tot maximaal 365 euro. Fijn, 100 euro extra. Vooral als dit in het perspectief gezet wordt van de basisbeurs die verdwijnt. Een simpele rekensom laat dan al snel zien dat de inkomenspositie van juist deze kwetsbare groep jongeren met 180 euro per maand daalt. Dus ja, de ongelijkheid daalt: alle jongeren gaan er namelijk op achteruit. De één alleen wat meer dan de ander. Of dit nou zo sociaal is?
Inkomenspositie De studieschuld die gepaard zou gaan met deze verslechtering van de inkomenspositie van jongeren zou prima passen bij de verantwoordelijkheid die jongeren kunnen dragen, aldus de JOVD. Toch heb ik kritische geluiden gehoord van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD). Volgens het NIBUD maakt het voor jongeren vrij weinig uit of hun studieschuld nou 20.000 of 45.000 euro is: het is een abstract bedrag waar ze de gevolgen niet van inzien. Een logische redenatie, gezien het beleid van de overheid waar je tot je 18e nog niet eens verantwoordelijk genoeg bevonden wordt om je eigen telefoonrekening te betalen. Gezien de te verwachten hoogte van de studieschuld pleit de financiële wereld voor een BKR-registratie, wat dramatische gevolgen voor studenten zou hebben.
Daarnaast zou het de studentenbonden ontbreken aan een constructieve houding. Onzin, de studentenbonden zijn de eersten geweest die zich constructief hebben opgesteld naar de minister toe. Natuurlijk hebben ze een kritisch geluid laten horen over de invoering van het leenstelsel, maar wezenlijk constructieve aanpassingen die ze aangekaart hebben zijn zonder overwegingen aan de kant geschoven. De overhaaste invoering van het leenstelsel neemt vele logistieke en inhoudelijke problemen met zich mee en toch is de minister niet bereid om daarover het gesprek aan te gaan met de jongerenorganisaties, terwijl zij daadwerkelijk oplossingen bieden.
Koeienletters Op de vraag die de scholier naar mij twitterde antwoordde ik natuurlijk dat het leenstelsel nog niet definitief is, maar dat we wel zijn hulp nodig zouden hebben, willen we het leenstelsel van de baan krijgen. In koeienletters reageerde hij dat hij daar zeker toe bereid is en dat hij blij is dat het leenstelsel nog gestopt kan worden. Deze jongere wordt vertegenwoordigd door de coalitie ‘Stop het Leenstelsel’, net zoals de overgrote meerderheid van de Nederlandse jongeren: van vmbo-scholier tot universiteitsstudent, met en zonder interesse voor politiek en onderwijs.
Dat de voorzitters van de jongerenorganisaties van VVD, PvdA en D66 braaf achter hun moederorganisatie aanlopen, is niet nieuw. Die moederorganisaties hebben helaas weinig zorgen over het belang van jongeren of überhaupt over de toekomstige generaties van onze maatschappij. Geen enkele organisatie die het belang daarvan in beeld heeft zou het in zijn hoofd halen met het leenstelsel in te stemmen. Daarom trekken wij, met 14 organisaties samen op in de coalitie ‘Stop het Leenstelsel’. Want het (tegenhouden van het) leenstelsel is niet alleen relevant voor jongeren die als haantjes vooraan staan om hun mening te verkondigen: het gaat álle jongeren van Nederland aan. Sterker nog: het gaat héél Nederland aan.
Op 14 november organiseert de coalitie ‘Stop het Leenstelsel’, bestaande uit 14 landelijke organisaties, een manifestatie op het Malieveld. Voor meer info: www.stophetleenstelsel.nl