Twee ex-bestuurders en acht oud-toezichthouders van de vroegere thuiszorggigant Meavita, waaronder VVD-coryfee Loek Hermans, weigeren zich neer te leggen bij de uitspraak van de Ondernemingskamer over hun rol in het faillissement. Daarom vechten ze de uitspraak aan en stappen ze naar de Hoge Raad.
De Ondernemingskamer heeft volgens hen en aantal rechtsregels geschoten en ‘steken laten vallen’. Ook zijn ze het niet eens met het bedrag van 950.000 euro die ze moeten vergoeden voor het onderzoek van de Ondernemingskamer. Dat bedrag zou niet kloppen.
Door de val van Meavita kwamen 20.000 medewerkers op straat te staan. Naast hun baan en vaste inkomen, raakten ze ook hun vakantiedagen, hun vergoedingen voor onkosten en hun overuren kwijt.
Meavita ontstond in 2007 door een fusie, maar in 2009 ging het bedrijf al failliet, door verkeerde beslissingen van het bestuur, zo oordeelde de Ondernemingskamer. Het bestuur stak onder meer geld in een videotelefoon die niemand wilde hebben, maar ook in een televisiezender en in zorgcentra in het buitenland. Loek Hermans had de leiding over de toezichthouders, maar greep niet in. Kortom: wanbeleid, aldus de conclusie van de Ondernemingskamer.
Maar daar willen de “topmensen” niet in geloven. Ze menen ‘steeds te goeder trouw’ afwegingen te hebben moeten maken ‘onder lastige en snel wisselende omstandigheden’. En dus vinden ze de conclusie van wanbeleid ‘onevenredig hard en onevenwichtig’.