Het kunnen maken van een persoonlijke dag- en weekplanning staat aan de basis van goede studieresultaten en zorgt tevens voor rust in het hoofd.
Als mens voelen we de noodzaak om onszelf op fysiek en mentaal vlak te ontwikkelen en zodoende onderdeel uit te maken van de maatschappij. De voorwaarde is hierbij wel dat de primaire behoeften allereerst op orde dienen te zijn om een verdere ontwikkeling mogelijk te maken. Klinisch psycholoog Abraham Maslow rangschikte in 1943 de universele basisbehoeften van de mens in een hiërarchische piramide. Daarbij staan eten, drinken, goede huisvesting en veiligheid aan de basis. Pas daarna kan men streven naar een volgende stap in de ontwikkeling, zoals het aanleggen van sociale contacten en het verkrijgen van erkenning. Aan de top van de piramide staat zelfontplooiing.
Wat betreft de basisbehoeften hebben we het in onze Westerse wereld over het algemeen goed voor elkaar. Daardoor krijgen we veelal de kans om uiteindelijk ons leven te componeren en kleur te geven in de vorm van zelfrealisatie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de mogelijkheid om een studie of baan te zoeken die bij je past, je eigen identiteit vorm te geven en actief te mogen zijn op creatief vlak.
Wanneer ik het heb over zo’n persoonlijke compositie, dan moet ik onwillekeurig denken aan komiek en kunstenaar Ursus Wehrli. Hij heeft zijn werk gemaakt van het creëren van orde in de kunst. Hierbij maakt hij op minuscule wijze een einde aan zogenaamde ‘chaos’ en ‘wanorde’ door afbeeldingen en schilderijen opnieuw te rangschikken op kleur en vorm.
Zo is er bijvoorbeeld een foto van een parkeerplaats gemaakt, met daarop allerlei geparkeerde auto’s in diverse kleuren. Wehrli gaat deze auto’s vervolgens opnieuw in de vakken parkeren, gerangschikt op kleur. Op een andere foto zien we een tak van een dennenboom die hij heeft ontleed. Hierbij zijn alle naalden in mooie rechte rijtjes aan de linkerkant gelegd en de kale takken geordend aan de rechterkant van de foto.
De boeken van Wehrli staan – weliswaar op creatieve wijze – in een reeds lange traditie van diverse zelfhulpboeken die ons leren omgaan met zaken als plannen en ordenen. Mede door de opkomst van alle digitale middelen lijken er tegenwoordig hiaten te zijn ontstaan in ons vermogen tot het maken van planningen, om zodoende structuur te geven aan onze dagelijkse taken en bezigheden. Zo worden op school nog amper ouderwetse, papieren agenda’s gebruikt door de leerlingen, met dank aan het digitale leerlingvolgsysteem Magister, waar huiswerk, gegevens en notities in worden verwerkt. Met als gevolg dat leren plannen een belangrijk lesonderdeel is geworden voor, met name, de nieuwe brugklasleerlingen. Het kunnen maken van een persoonlijke dag- en weekplanning staat immers aan de basis van goede studieresultaten en zorgt tevens voor rust in het hoofd.
Het aanleren en stimuleren van de diverse zogenaamde executieve functies, waaronder het plannen, zorgt ervoor dat leerlingen eigenaar worden van hun persoonlijke leerproces en aan de hand hiervan hun cognitieve vaardigheden en persoonlijke ontwikkeling weten te stimuleren.
Andere vormen van executieve functies zijn onder andere het aanleren van efficiënt en aandachtig werken, kunnen organiseren, het werkgeheugen ordenen en uitbreiden, taakgerichtheid en doorzettingsvermogen. Het spreekt voor zich dat niet elke leerling even ver is in de ontwikkeling van deze executieve functies en dat de docent een coachende rol heeft in de begeleiding hiervan. Dit komt neer op een stukje maatwerk: waar de ene leerling de zaken piekfijn in orde heeft, is dit bij een andere leerling misschien juist een probleem.
Uit bovenstaande blijkt dat het kunnen scheppen van orde en structuur van belang is bij de ontwikkeling van de jonge mens op weg naar de top van de behoeftenpiramide. Eenmaal daar aangekomen is het zaak om de opgedane kennis en ervaring om te gaan zetten in een stukje persoonlijke zelfontplooiing en verdieping. Misschien wel in kunst, in navolging van Ursus Wehrli.